Taalgrensdorp met circa 1.000 inwoners (12/1986) in Zandlemig Vlaanderen en de Westhoek op de noordrand van Westvlaamse heuvels, aan het droge kanaal Ieper-Komen. Zacht golvend reliëf met overwegend vruchtbare en goed gedraineerde zandleembodems; iets nattere beekdepressies. Landbouwgemeente. Ten noordwesten van dorpskom, aan vermeld kanaal: Provinciaal domein Palingbeek, botanisch en ornithologisch interessant gebied met vijvers en bronnen, vormt een vrij vogelreservaat onder toezicht van Belgische Natuur- en Vogelreservaten.
Oudstevermelding "Holebeca" (1185), etymologisch te verklaren als beek in een ravijn, beek met snel stromend water. Heerlijkheid, reeds bestaande in 1185, feodaal afhankelijk van Zaal van Ieper. Bezat hoge, middelbare en lagere jurisdictie en strekte zich uit tot op grondgebied van Houthem, Zandvoorde en Zillebeke. Bezat verschillende achterlenen. Vooreerst bezit van familie van Hollebeke; later van families Glymes d'Hollebecque en Buus d'Hollebecque. Zij bewoonden er het heerlijk kasteel "Praetorium de Hollebeke" (zie afbeelding in A. Sanderus).
Oude verering van Onze-Lieve-Vrouw van Hollebeke opklimmend tot circa 1300, en mogelijk vroeger, aanleiding gevend tot bedevaart van de drie Maria's, waarbij drie bedevaartplaatsen Linzele (Linselle, Noord-Frankrijk), Hollebeke en Dadizele werden aangedaan. Als parochie afhankelijk van bisdom Terwaan, sinds 1559 van bisdom Ieper, sinds 1801 van bisdom Gent en vanaf 1834 van bisdom Brugge.
Volledig vernield tijdens de Eerste Wereldoorlog. Aanleg- en rooilijnplannen naar ontwerp van architect O. Mommens (Gent) van 1920, grosso modo teruggaand op vooroorlogse toestand. Uit archiefonderzoek blijken voornamelijk volgende architecten betrokken bij wederopbouw: M. Dujardin (Komen), G. Lernould (Ieper), A. Malvoisin (Luingne) en O. Moreau (Komen).
Dorpskom met typerende lintbebouwing in een doorgaans vrij eenvoudige en traditionele wederopbouwstijl ter hoogte van Komenseweg- belangrijkste dorpsstraat, tevens verbindingsbaan Ieper-Komen - en meer westelijk gelegen dorpscentrum Hollebeke-Dorp met plein, gevormd door kruising van Eekhofstraat, Neerwaastensestraat, en Hollebeke-Dorp. Geasfalteerd dorpspleintje, met lindeboom, ten noorden gedomineerd door kerk (links) en pastorie (rechts, nummer 24) met ommuurde voortuin; oorlogsmonument "1914-1918 en 1940-1944", in vorm van soldaat op arduinen sokkel, gesigneerd Demeyere - Verlinde - Waasten, tussen beide gebouwen in.
Westelijke begrenzing van plein gevormd door voormalige herberg zogenaamd "Stadhuis" (nummer 26) ingeplant tussen Eekhof- en Neerwaastensestraat; oostelijke begrenzing door middel van winkel en bakkerij (nummer 11) getypeerd door afgeschuinde hoektravee (deur-) onder gebogen fronton met oculus. Situering van dorpsschool met klooster, en voormalige jongensschool in Neerwaastensestraat. Lossere bebouwing, onder meer wederopbouwhoeven met losse bestanddelen (zie Wielewaalstraat nummer 1; Komenseweg nummer 194)naar dorpseinden toe. Erbuiten, los verspreide meerledige hoeven, boerenarbeidershuizen en enkele buitenplaatsen als "Kasteel de Palingbeek", recente bouw, ter vervanging van het tijdens de oorlog genoemde en vernielde "White Chateau" in het domein "De Paelinghe", "Jachthuis de Vierlingen" in domein Vierlingen, tussen Komenseweg en spoorlijn, Kasteel "de Vodde".
Het oude kasteel van Hollebeke, zie afbeelding A. Sanderus, werd na haar verwoesting tijdens de Eerste Wereldoorlog niet herbouwd; enkel de kasteelmote is nog zichtbaar in het landschap, ter hoogte van Kasteelhoek-Klijtgatstraat. Meerdere oorlogsrelicten verspreid over de gemeente: Duitse kazematten en betonnen schuilplaatsen in flank van spoorwegbedding; ruïnen van vernielde bruggen en van Sluis nummer 6 van kanaal Ieper-Komen; meerdere mijntrechters in Domein Palingbeek, zogenaamd "Bluff".