Geografisch thema

Koning Leopold I-straat

ID
15134
URI
https://id.erfgoed.net/themas/15134

Beschrijving

Vrij brede, rechtlijnige straat die het Monseigneur Ladeuzeplein met de Bondgenotenlaan verbindt en gekruist wordt door de Bogaardenstraat. Zij vormt een onderdeel van het geheel der straten die in het oostelijke stadsontwikkelingsgebied tussen de Diestsestraat en de Tiensestraat rastervormig werden aangelegd volgens het in 1839 goedgekeurde rooilijnenplan van toenmalig stadsarchitect F. H. Laenen (zie Martelarenplein).

De straat werd aangelegd in 1850-1851 en was aanvankelijk ten oosten geopend voor de aanleg van de Guldensleutelstraat: een geplande dwarsstraat tussen Bondgenotenlaan en Willemsstraat, die reeds ten dele getrokken was in 1848 en verlengd in 1851, doch gesupprimeerd werd in 1855 ingevolge de door stadsarchitect E. Lavergne doorgevoerde wijzigingen aan Laenens' rooilijnenplan. Met de aansluiting in 1871 op de pleinvormige verbreding aan de Bondgenotenlaan - het "Brabantplein" (1851-1858), dat slechts ten dele werd gerealiseerd -, stond de Leopoldstraat nu in verbinding met de Bondgenotenlaan en de Justus Lipsiusstraat.

Van bij de aanleg fungeerde de Koning Leopold I-straat als een uitgesproken residentiële straat, hoofdzakelijk betrokken door notabelen die hier veelal middelgrote tot ruime herenhuizen lieten optrekken, al of niet met incorporatie van een praktijkruimte.

In het laatste straatgedeelte waren aan onpare zijde ook tussen 1850/1851 en 1929 de privé-woningen en, meer achterin, het bedrijf gevestigd van de gerenommeerde klokkengietersfamilie Van Aerschodt, die met Sévérin en Felix Van Aerschodt twee generaties lang alom bekendheid genoten in het gieten van luiklokken en beiaarden.

Aan de vooravond van de 20ste eeuw vertoonden beide straatwanden een vrij uniform, tijdstyperend uitzicht met een opeenvolging van panden in neoclassicistische stijl, waarvan de bepleisterde lijstgevels qua decor varieerden van een meer ingehouden tot een rijkere ornamentatie. De oorlogsgebeurtenissen van augustus 1914 teisterden in grote mate de bebouwing van de Koning Leopold I-straat. Op een of twee uitzonderingen na werd voor de heropbouw van de panden niet geopteerd voor een herstel of kopiëren van het vooroorlogse uitzicht. De nieuwe naoorlogse bebouwing werd opgetrokken in zogenaamde "wederopbouwstijl", die gekenmerkt is door een eclectische gevelarchitectuur waarin bouwschema's of -elementen geïnspireerd zijn op regionale historische bouwstijlen, met integratie van eigentijdse of geïnterpreteerde bouwelementen. Typerend is bovendien het traditiegetrouw gebruik van baksteen en witte natuursteen en/of blauwe hardsteen, naast in deze zone in mindere mate ook een verwerking van similisteen. Hiernaast kregen een aantal panden een meer uitgesproken eigentijdse vormgeving, aanleunend bij de art nouveau of art deco.

Spijts inmiddels punctueel onderbroken door nieuwe bouw met soms schaalverhogend of -verbredend effect (zie nummers 34-36 waarvoor in 1990 een beeldbepalende herenwoning plaats moest ruimen), illustreren de straatwanden treffend het bovengeschetste bouwverloop van de straat, die overigens tot op vandaag haar burgerlijke woonkarakter nog in grote mate heeft behouden. De vooroorlogse bebouwing is nog vertegenwoordigd door een summier aantal markante burger- en herenhuizen. Dominant aanwezig is de wederopbouwarchitectuur die, niettegenstaande de onderling stilistisch gediversifieerde vormgeving en de wisselende gevelbreedten en -hoogten van de panden, een bijzonder homogeen totaalbeeld biedt en zich in dit stadskwartier bovendien onderscheidt door het kwantitatief goed bewaarde, vaak fraai gedetailleerde hout- en ijzerwerk en de veelal behouden oorspronkelijke ordonnanties.

Naast de meer uitgesproken of representatieve panden en ensembles die verder uitvoeriger worden beschreven, is deze wederopbouwarchitectuur ook vertegenwoordigd door een ruim aantal meer of minder afgezwakte versies. Duidelijk neotraditioneel getint is het nummer 20 (1920, architect E. Goethals), met chronogram "RUDERUM.ACER/VIS.SUCCRESCO", typerende kruisvensters en drielichten, originele luifelvorm boven de deur en een verzorgd klassiek houten hoofdgestel. In een meer afgeleide vorm verwijst nummer 32 (1922, architect A. Stevens) met zijn als tuitgevel opgevatte vensterpartij vaag naar de traditionele bouwtrant. Nummer 17 (1925, architect J. Dewit) vertoont daarentegen een enigszins renaissancistisch geïnspireerde detaillering voor het lijstwerk Hiernaast ontlenen diverse panden in een meer of minder geïnterpreteerde versie hun vormentaal en ornamentiek aan de regionale 18de-eeuwse stijlen. Zo nummer 6 (1920, architect G. Sterckx), met uitgewerkte omlijsting voor deur en aansluitend oculus. Nummer 11 (1925, architect A. Devos), met vier bouwlagen en de begane grond volledig bezet met arduin. Nummers 13 en 15 (respectievelijk 1926 en 1925, architect G. Sterckx), een ensemble dat opvalt door zijn verfijnd schrijnwerk. Nummer 22 (architect A. Vanden Eynde), gemarkeerd door een brede korfboognis en stijlvol dakvenster met jaartal 1921. Het twee bouwlagen hoge nummers 40-42 (1929, architect J. Vanderveken), met geaccentueerde en verhoogde gevelpartij en raam- en deurwerk. Verder ook de veeleer sober opgevatte 24 (1921, architect A. Stevens) en 34. Van een strakkere vormgeving getuigt het 1920 gedateerde ruime pand nummer 5 (architecten F. Vandeput en A. Mommaels), dat met zijn pilaster- en lisenengeleding, zijn deels afgeronde en deels afgeschuinde hoek met erkeraccent en zijn deurpartij met verfijnd traliewerk en gestileerde omlijsting, de hoek markeert met de Bogaardenstraat. In dezelfde trant werd ook nummer 10 (1922, architect J. Vranckx) opgetrokken, terwijl bij nummer 28 (1928, architect G. Decock) een strakke lijnvoering gecombineerd wordt met een ingehouden decor. Geïnspireerd op de courante, neoclassicistische 19de-eeuwse architectuur leunt nummer 7 (1921) aan bij het doorsnee-type, terwijl nummer 26 (1922, architect A. Stevens) van een schuchtere eigentijdse inbreng getuigt in de vormgeving van de lateien, deuromlijsting en ijzeren hekwerk.

Daarentegen werden karakteristieke vorm- of decorelementen die aansluiten bij het repertorium van de art deco verwerkt in nummer 9 (1930, architect G. Sterckx) met typerend schrijn- en ijzerwerk; in het homogene ensemble nummers 33 tot 39 (1931, architect G. Decock), dat oorspronkelijk een repeterend geheel vormde van twee aan twee opgestelde identieke panden, en in nummer 46 (1923, architecten F. Vandeput en A. Mommaels), met zijn karakteristieke overhoekse erker.

  • Stadsarchief Leuven, Modern Archief, doss. 80065 (bouwverg. 03.12.1920), doss. 80669 (bouwverg. 21.04.1922); doss. 75228 (bouwverg. 10.05.1920); doss. 85174 (bouwverg. 05.08.1925); doss. 85175 (bouwverg. 12.10.1925); doss. 86476 (bouwverg. 06.12.1926); doss. 84641 (bouwverg. 02.03.1925); doss. 79699 (bouwverg. 29.03.1926); doss. 88857 (bouwverg. 06.05.1929); doss. 79690-82762 (bouwverg. 25.04.1921; doss. 79557 (bouwverg. 05.07.1920); doss. 88247 (bouwverg. 02.10.1922; doss. 87585 (bouwverg. 10.02.1928); doss. 81015 (bouwverg. 30.09.1921); doss. 81842 (bouwverg. 26.05.1922); doss. 89647 (bouwverg. 17.02.1930); doss. 91830 (bouwverg. 02.10.1931); doss. 83211 (bouwverg. 02.07.1923).
  • CELIS J., De Leuvense stationswijk, 1875-1875. Het ontstaan en de ontwikkeling van een stadsbeeld in de negentiende eeuw, onuitgegeven licentiaatverhandeling K.U.Leuven, 1985-1986, p. 40, 77, 110-112, 131-132, 151-155.
  • UYTTERHOEVEN R., Leuven weleer. 2. De Nieuwe Bovenstad: tussen "Statiestraat" en Tiensevest, Leuven, 1986, figuren 63a-69c.

Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Burgerhuis naar ontwerp van A. Stevens

  • Omvat
    Burgerhuis van 1874

  • Omvat
    Burgerhuis van 1875

  • Omvat
    Burgerhuizen

  • Omvat
    Burgerhuizen ontworpen door J.-F. Piscador

  • Omvat
    Burgerhuizen van 1922

  • Omvat
    Eclectisch burgerhuis

  • Omvat
    Herenhuis naar ontwerp van P. Bonduelle

  • Omvat
    Herenhuis ontworpen door A. Roosenboom

  • Omvat
    Neoclassicistisch burgerhuis

  • Omvat
    Stadswoningen van 1894

  • Omvat
    Wederopbouwburgerhuis

  • Is deel van
    Leuven


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Koning Leopold I-straat [online], https://id.erfgoed.net/themas/15134 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.