Het loopgravensysteem tussen fort Ertbrand en het fort van Brasschaat is in twee periodes tot stand gekomen: op het einde van de Eerste Wereldoorlog (1916-17) en tijdens het interbellum en de Tweede Wereldoorlog (1939-1944).
Eerste Wereldoorlog: Antwerpen-Turnhoutstellung (1916-17)
Tussen het fort Ertbrand in Kapellen en het fort van Brasschaat (ten noorden van Antwerpen) liggen de goed bewaarde resten van een militaire verdedigingslinie uit de Eerste Wereldoorlog. De linie bestaat uit loopgraven, wallen, grachten en bunkers, in 1917 door Duitse militairen in bezet België aangelegd. Naar analogie met de Hollandstellung in West- en Oost-Vlaanderen, wordt deze linie vaak Antwerpen-Turnhoutstellung genoemd. Uit vrees voor een geallieerde inval vanuit Nederland liet de Duitse legerstaf in 1916-17 een uitgestrekte verdedigingslinie langs de grens aanleggen. Een deel van de vooroorlogse Belgische fortengordel werd daarvoor gerecupereerd. Maar in de tussenliggende delen, de zogenaamde intervallen tussen de forten, werd een nieuwe verdediging uitgebouwd. Want het vooroorlogse concept van een fortengordel langs de belangrijkste invalswegen rond Antwerpen bleek bij het begin van de Eerste Wereldoorlog al niet meer te voldoen. In plaats van de verdediging uitsluitend rond bolwerken te organiseren, verschoof de klemtoon in de militaire verdedigingsstrategie naar gesloten linies: een bunkerlinie, aangevuld met veldwerken zoals loopgraven, draadhindernissen en batterijstellingen. De bunkers, kleine schuilplaatsen uit gewapend beton, werden in de loopgraven ingegraven, aangeaard aan de vijandige zijde en gecamoufleerd. Volgens dit nieuwe concept werd de Antwerpen-Turnhoutstellung uitgebouwd.
De volledige linie
De volledige linie bestond uit een 52km lang traject met verschillende onderdelen. Ten noorden en oosten van Antwerpen volgt de uit bunkers, schansen en loopgraven bestaande linie het traject van de Belgische verdedigingsgordel van vόόr de Eerste Wereldoorlog. Vanaf Schoten sluit ze aan op het kanaal Dessel-Schoten om via een halve kringstelling rond Turnhout uiteindelijk in Oud-Turnhout te eindigen. Over de hele linie zijn tot op heden in totaal 387 bovengrondse bunkers en een tiental kilometer loopgraven bewaard gebleven, wat zeer uitzonderlijk is, omdat deze lineaire aarden structuren in het algemeen kwetsbaar zijn. 7,7km bevindt zich op grondgebied van de gemeente Kapellen.
Het hier voorgestelde deel van de Antwerpen-Turnhoutstellung heeft betrekking op het deel van de stelling ten noorden van Antwerpen, de zogenaamde Nordabschnitt, waar het loopgravensysteem inclusief bijhorende bunkers in zijn geheel is bewaard. In de andere sectoren van de linie bestaat de linie uit opeenvolgende bunkers. Nergens anders was het loopgravensysteem zo goed uitgewerkt als in de Nordabschnitt.
Nordabschnitt: huidige toestand
Het loopgravensysteem loopt over een afstand van bijna 5 km, met verschillende onderbrekingen. De loopgraven liggen bovengronds, omgeven door een hoger gelegen borst- en rugwering om het impact van inslaande projectielen op te vangen. Daarvoor en erachter ligt een zone waaruit de aarde voor de borst- en rugwering is uitgegraven. Kenmerkend voor gevechtsloopgraven zijn de hoekige of convexe traversen, die aan de loopgraaf een slingerend verloop geven. De traversen staan loodrecht op de looprichting van de linie om dekking te geven voor het geval vijandige troepen in de loopgraaf binnendringen. Schuilen konden de manschappen in de ingegraven of aangeaarde bunkers. Dwars op de linie liggen de zigzaggende verbindingsloopgraven, via dewelke de contacten tussen voorste en achterste posities verliepen, of voor de aanvoer van verse manschappen en afvoer van gewonden. Op drie (voorheen 5) plaatsen is de linie in de diepte uitgebouwd, met een parallelle tweede en zelfs derde linie op 100 à 180m van de eerste. Het geheel bestaat uit gevechts- en verbindingsloopgraven.
Bewaring
Vooral in het Mastenbos, het Wolvenbos en het Oude Gracht domein zijn de loopgraven bijzonder goed bewaard. Factoren zoals continuïteit in het landgebruik (bos) en daarmee samenhangend continuïteit in de eigendomstoestand (kasteeldomeinen) hebben hier in hoge mate tot de goede bewaring bijgedragen. Want in deze sector van de Antwerpen-Turnhoutstellung is het loopgravensysteem decennialang onder bos blijven liggen. En omdat de bossen tot de private domeinen kasteeldomeinen behoorden, zijn ze al die tijd aan verkavelingsdruk of omvorming naar landbouwgrond ontsnapt. Bij verkoop van ‘de Uitlegger’ in 1983 en het Mastenbos in 2011 verwierf de Vlaamse overheid het domein. Het Vlaamse agentschap voor Natuur en Bos (ANB) nam het in beheer, die het blijvend als bosgebied exploiteert. Op het ogenblik van inventarisatie (2014) is het Wolvenbos nog een privaat eigendom.
Loopgravensystemen zijn doorgaans aan erosie onderhevig, waardoor ze in de loop der jaren deels opgevuld en afgevlakt zijn geraakt. Sommige praktijken, zoals mountainbiking op het bultige parcours van loopgraven, hebben dat proces van afvlakking lokaal versneld. Lagen de loopgraven op landbouwgronden of in bewoonde zones dan werden ze na de oorlog meestal gedempt. Dat verklaart waarom tot op heden (goed) bewaarde loopgravensystemen bijna altijd onder bos liggen. Dat de best bewaarde loopgravencomplexen en bunkerlinies zich buiten de Westhoek bevinden, is niet helemaal verwonderlijk, omdat de linies uiteindelijk niet gediend hebben. De gevreesde geallieerde inval via Nederland kwam er niet.
Andere factoren die niet zozeer de bewaring, maar wel de zichtbaarheid en beleefbaarheid van de loopgravenrestanten soms bemoeilijken is de vegetatie. Zo belemmert bijvoorbeeld de dichte begroeiing van rododendrons in het private kasteelbos van het domein Wolvenbos het zicht en de toegang. Toch zijn in het gebied ook structuren verdwenen. Zo liet in 1923 de familie de Bunghe in domein de Uitlegger de loopgraven en bunkers onder een dikke laag aarde bedelven. Daardoor liggen op die locatie nu langgerekte vijverachtige structuren langs aarden wallen, waarover een fiets en wandelpad loopt. Ten zuiden van het fort van Brasschaat zijn de meeste sporen van de Eerste Wereldoorlog uitgewist. Daar vond na de oorlog de ontwikkeling van de wijk Bethaniën op de gronden van het voormalige Bethaniënklooster plaats.
Loopgraven nabij de antitankgracht (1939-44)
In de jaren 1930 bouwde het Belgisch leger in de omgeving nieuwe militaire infrastructuur. Het plan voor een lineaire verdediging tegen tanks tussen de Schelde en het Albertkanaal resulteerde in de aanleg van de antitankgracht. Bij elke sluis of bocht flankeren mitrailleurbunkers of antitankkanonnen het 33 km lange kanaal. Het tracé uit 1939 volgde min of meer de voormalige Duitse linie uit de Eerste Wereldoorlog, maar lag iets noordelijker of oostelijker ervan. Bij de antitankhindernis hoorden ook veldversterkingen, waaronder de kuilen voor steunwapens de belangrijkste zijn. Deze kuilen werden met elkaar verbonden door verbindingsloopgraven met een gebroken tracé, waarvan sommige delen met een schietbanket waren uitgerust. Nabij Fort Ertbrand, in het bosgebied, zijn veldversterkingen bewaard gebleven zoals een verhoogde aarden opstelling voor mitrailleurs vlak bij dit fort.
Weinig informatie is nochtans bekend over de loopgraven aansluitend bij de antitankgracht. Op het digitale hoogtemodel (DTM 1m) zijn tot op 300m ten zuiden van de antitankgracht in het Mastenbos loopgraven zichtbaar. Hoorden ze bij het oorspronkelijke concept of zijn ze gegraven naar aanleiding van de Duitse inval in mei 1940? Dat is vooralsnog niet duidelijk. Bovendien is er een derde mogelijkheid: eind september-begin oktober 1944 leverden Canadese en Britse troepen slag met de Duitsers nabij de antitankgracht. De loopgraven zouden ook naar aanleiding van deze gevechten kunnen zijn gegraven. De enige zekerheid die we hebben is dat ze niet tijdens de Eerste Wereldoorlog naar aanleiding van de bouw van de Antwerpen-Turnhoutstellung zijn aangelegd. Ze komen niet voor op de reeks luchtfoto’s uit 1918 die de Duitse piloot Zimmerman van de verdedigingslinie maakte. En bovendien liggen deze loopgraven in het schootsveld van de bunkers en veldwerken van de Antwerpen-Turnhoutstellung. Het zou volstrekt onlogisch zijn dat ze toen zijn aangelegd. Hun ligging nabij de antitankgracht verraadt hun oorsprong (1939-1944).
- GHEYLE W. & BOURGEOIS I. (red.) 2013: Vergeten linies: Antwerpse bunkers en loopgraven door de lens van Leutnant Zimmermann (1918), Streekgericht 3/1 en 3/2, 2 dln., s.l.
- VERMEULEN R. 2008: Nooit meer oorlog. Balen en Olmen tijdens WOI en WOII, s.l.
- Loopgravensysteem ingetekend door H. Verboven op basis van het verfijnde digitale terreinmodel (DTM – DHMV-II) van het maaiveld in rasterformaat met een grondresolutie van 1 meter, Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (Agiv), opnamedatum van de dataset 13.11.2014 (ingetekend in december 2015).
- VERBOVEN H. & KINNAER A. Terreinbezoek Mastenbos-Wolvenbos (Kapellen), op 4 juni, 17 september en 19 november 2013.