Gemeente met een oppervlakte van 1.238 ha en 9.188 inwoners (1981); over haar volledige lengte van ongeveer 6 km en met een breedte variërend tussen 1 en 2 km, gelegen aan de rechter oever van de Beneden-Schelde. De strook alluviale gronden gaat net als te Heusden aan de overkant van de Schelde, snel over in een typisch dekzandlandschap met licht glooiend reliëf dat op enkele plaatsen een hoogte van circa 26 m bereikt. Parallel met de Schelde werd een onderdeel van de Romeinse aardeweg Asse-Gent aangelegd, een aftakking van de heirbaan Edingen-Utrecht. Gedeelten van deze oude verbindingsweg bleven in het huidig stratenpatroon bewaard, onder meer in het verstedelijkt dorpscentrum dat centraal in de gemeente ligt in de nabijheid van de samenvloeiing van de Gondebeek of Molenbeek met de Schelde. Ongetwijfeld bleef de Schelde gedurende lange tijd de voornaamste verkeersader. Op het grondgebied Melle waren drie "aarden" of aanlegplaatsen voor scheepsvervoer gelegen: een eerste bij "Zwaanhoeklos" tegenover het cisterciënzerinnenklooster Nieuwenbosch (1247-1579) te Heusden, een tweede bij het dorpscentrum waarschijnlijk te situeren bij het vroeger veerpont aan de Pontstraat en een derde nabij Kwatrecht waar verscheidene herbergen, enkele met bijbehorende brouwerij, te vinden waren. Afgesneden Scheldemeander van Melle Ham, door het graven van een doorsteek in 1766 ter hoogte van het veer aan de Pontstraat, thans gelegen op grondgebied Heusden. In 1882-84 werden de Scheldebochten aan de Zwaanhoek in het noorden van de gemeente afgesneden; in 1899-1903 rechttrekking van de Schelde in het zuiden.
De heirweg Gent-Geraardsbergen via Gontrode vormt de grensscheiding tussen Melle en Merelbeke met de straatnaam Gontrode Heirweg. Vanaf de Geraardsbergse steenweg liep ook een verbindingsweg tot het oud Scheldeveer (ter hoogte van de Pontstraat). Naast de Oude Brusselse Weg werd kort voor het Oostenrijks tijdvak begon de brede rechtlijnige Brusselse steenweg getrokken die de gemeente eveneens over de volledige lengte doorsnijdt. In het dorpscentrum ontwikkelde de steenweg zich tot hoofdstraat. Parallel met de steenweg volgde in de 19de eeuw de aanleg van de spoorlijnen Gent-Mechelen en Gent-Brussel. In de 20ste eeuw werden nog een aantal belangrijke verkeersaders aan de gemeente toegevoegd: de autoweg E40, de ringvaart en de Gentse ringweg R4. De noordwijk "Vogelhoek" sluit morfologisch aan bij Gent (Gentbrugge) en Merelbeke. Het zuidoostelijke einde maakt deel uit van het kerkdorp Kwatrecht dat in feite bij Wetteren behoort.
Prehistorische en Romeinse archeologische vondsten tonen aan dat Melle reeds zeer vroeg bewoond was. Aan de Gondebeek werden aanwijzingen gevonden voor het bestaan van een paaldorp uit het Neolithicum. Oudste vermelding "villa Millinio", teruggaand op bronnen van 830, afkomstig van "Melinion" een prehistorische nederzettingsnaam ontstaan uit de persoonsnaam Melinos. In de vroege middeleeuwen had de Gentse Sint-Baafsabdij bezittingen te Melle die echter verloren gingen. De stichting van een parochiekerk toegewijd aan de Heilige Martinus tussen 700 en 800, op een verhevenheid naast de Schelde, wordt toegeschreven aan Sint-Baafs. De huidige parochiekerk bevindt zich op dezelfde plaats aan de rand van de dorpskern. Door het huwelijk van Hildegardis van Melle met Rudolf van Schelderode in 1214, hoorde Melle bij het land van Rode in de kasselrij van het land van Aalst. Op het eind van de 14de eeuw ging de heerlijkheid Melle over op het geslacht van Drongen (ook van Kortrijk genaamd).
Naar deze familie verkreeg de heerlijkheid en hun heerlijk kasteel ook de benaming "Cortrosine". Dit kasteel van de heren van Melle was gelegen aan de Gondebeek en de Geraardsbergse steenweg nabij Gontrode, op een "motte" met brede ringgracht. In de 16de tot 17de eeuw raakte het kasteel vervallen en werd vervangen door een boerderij. De hoeve verdween en de site werd sterk verstoord door de aanleg in 1904 van de nieuwe spoorlijn Brussel-Oostende. Afgezien van de vroege bewoning omtrent de koutergronden nabij het hof van Cortrosine werden ook elders in Melle aanwijzingen gevonden voor het bestaan van een oude nederzetting, namelijk meer noordwaarts in de wijk Zwaanhoek bij de Schelde, nabij het verdwenen "Goed te Olfene". Deze hoeve wordt in een document van 964, naast het dorp "Mella" met kerk, vermeld als een bezitting van de Gentse Sint-Pietersabdij. De oorsprong van het woord "Olfne" zou op een prehistorische nederzetting wijzen. In de vroege middeleeuwen zou nabij deze hoeve een woonkern bestaan hebben die nooit tot eigenlijk dorp evolueerde.
Melle was één van de vier leenhoven en bezat één van de zeven schepenbanken die de baronie van Rode telde. De vierschaar en baljuw van Melle was tevens bevoegd over Gentbrugge, Gontrode en Landskouter. Te Melle lagen nog enkele andere heerlijkheden geënclaveerd namelijk Ter Loven, Van den Abele en Ten Hove. In 1431 werd naast de Gondebeek aan de Schelde een klooster gesticht van reguliere kanunniken door Lodewijk van Hole. Dit klooster hing af van het kapittel van Windesheim, werd verwoest in de 16de eeuw maar heropgebouwd. Na afschaffing door Jozef II omgevormd tot een college dat nog steeds befaamd is.
Sinds het vierde kwart van de 19de eeuw is de landbouwbedrijvigheid toegespitst op de sierbloementeelt. Naast uitbreiding van de traditionele landelijke nijverheden (brouwerij en maalderij) droegen ook diverse andere kleine nijverheden bij tot de economische vooruitgang van de gemeente. Voorts werden in eind 19de eeuw verschillende steenbakkerijen opgericht naast de Schelde. Vestiging van enkele voorname rijksstations voor landbouw, namelijk het Rijksstation voor Sierplantenveredeling, het Rijkszuivelstation en de Proefhoeve. Belangrijk spoorwegvormingsstation op de grens met Merelbeke.
Verscheidene kasteelparken met vijvers en kasteel. Bunkers uit de jaren 1930 aan de grens met Wetteren deel uitmakend van de verdedigingslinie ten zuiden van Gent tussen de Schelde (Wetteren) en de Leie (Deinze).
- DE BAETS A., Nieuwe bevindingen over het ontstaan van Melle, in De Gonde, XIV, 19, 1985, p. 421-425.
- DE BAETS A., Onze oude Herbergen, in De Gonde, XIV 20, 1985, p. 475-477.
- DE BAETS A., De opgravingen naar Het Kasteel van Cortrosine, in De Gonde, III, 3, 1974, p. 45-51.
- DE BAETS A., Oude stenen en namen vertellen ons. .. De geschiedenis van Melle, Melle, 1957.
- DE BAETS A., Wandeling doorheen de gemeente Melle, Melle, 1978.
- DE POTTER F. - BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 4, Gent, 1864-1870.
- GYSSELING M., Speurtocht in het vroege verleden van Gent en omgeving, in De Oost-Oudburg, Jaarboek XVII, 1980, p. 4.
- VERBIST H., Geschiedenis van Melle, Leuven 1962.