Beschermd cultuurhistorisch landschap

Gulpvallei met omgeving

Beschermd cultuurhistorisch landschap van tot (voorlopige bescherming definitief geworden)

De rechtsgeldigheid van dit aanduidingsobject is niet meer actueel.
ID
21188
URI
https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/21188

Besluiten

Gulpvallei met omgeving
besluiten tot termijnverlenging: 01-10-2018  ID: 14709

Gulpvallei met omgeving
voorlopige beschermingsbesluiten: 21-12-2017  ID: 14570

Beschrijving

Deze bescherming betreft de Gulpvallei met omgeving.



Waarden

De Gulpvallei met omgeving is beschermd als cultuurhistorisch landschap omwille van het algemeen belang gevormd door de:

archeologische waarde

De gekende historische centra, zoals de dorpskern van Teuven, het kasteel van Obsinnich en de Abdij van Sinnich bezitten naast de historische ook een belangrijke archeologische waarde. De landschappelijke eigenheid van het gebied, met de combinatie van een vallei en de aangrenzende plateaus en hellingen, wijst verder op een groot potentieel voor de aanwezigheid van sites uit andere periodes, gaande van de steentijden tot recentere periodes.

esthetische waarde

Het gebied wordt gekenmerkt door een sterk en gevarieerd gaaf landschap met een hoge dichtheid aan verschillende erfgoedelementen die onderling een grote samenhang vertonen. Het traditionele cultuurlandschap is zeer herkenbaar. Het bocagelandschap is rijk aan diverse landschapselementen zoals poelen, bronnen, molenlopen, groeven, dolines, kruis- en grensbomen, hakhout, knotbomen en geriefhoutbosjes die allemaal onderling een grote ensemble- en contextwaarde hebben.
De graslandrijke valleien worden geflankeerd door hellingbossen die door een netwerk van holle wegen wordt doorsneden. Het kleinschalige en dichte netwerk van paden en wegen maakt dat de landschappelijke belevingswaarde zeer hoog is. De paden lopen langs of door de waterlopen (wadden of voorden), wat zeer zeldzaam voorkomt in Vlaanderen en de bezoeker een bijkomende zintuiglijke ervaring biedt.
Het gebied kent weinig tot geen verstoring door grootschalige infrastructuur, wat bijdraagt tot een hoge beleving van rust en stilte. De typerende flora en fauna dragen bij tot een verhoging van de rijke landschapsbeleving. De hoogstamboomgaarden bij hoeven, in de valleien en op de hellingen, in samenhang met een netwerk aan geschoren veekeringshagen van meidoorn (met relicten van leghagen en gevlochten hagen) dragen bij tot de landschappelijke beleving. Dit verhoogt nog in de bloesem periode.
De graslanden en hoogstamboomgaarden in de valleien bezitten een ander karakter dan de hellingen van de asymmetrische valleien. Deze zijn semi-gesloten door het voorkomen van de beplante holle wegen en graften. De bossen op de hellingen hebben een gesloten karakter. Op de hellingen en in de vallei zijn er op verschillende plaatsen zichten op en over de vallei en dorpen en gehuchten. De aansluitende leemplateaus hebben een open karakter.
Kasteeldomeinen zijn verweven met de GulpvalleL De losse bebouwing, vaak hoeven of watermolens, en de kleinschalige gehuchten zijn verweven met het landschap. De typerende vakwerkbouw en het netwerk van wegkruisen zijn zeer zeldzaam en verhogen samen de esthetische kwaliteit van dit gebied.

historische waarde

Gulpvallei met omgeving is een bijzonder voorbeeld van een gaaf en herkenbaar kleinschalig en continu ontwikkeld traditioneel cultuurlandschap. Het gebied heeft duidelijke structuren die teruggaan op historische ontginnings- en nederzettingspatronen. De historische percelering en cultuurzonatie zijn duidelijk zichtbaar in het landschap en landgebruik.
De waterlopen de Gulp en de zijbeken op de linkeroever zijn reeds op 18de-eeuwse kaarten duidelijk herkenbaar. Ze worden omgeven door stroken met graslanden die een langdurig en continu gebruik als hooi- of graasweide hebben. De dorpskernen en gehuchten situeren zich parallel met de Gulp en bevinden zich allemaal op de bronnenrijke linkeroever.
De woonkernen zijn minstens sinds de 18de eeuw omgeven door boomgaardengordels die door geschoren veekeringshagen van meidoorn worden afgeboord op de perceelsgrenzen. Dit opvallend uitgebreide netwerk aan geschoren veekeringshagen is goed bewaard. Op sommige plaatsen zijn nog sporen van vlechtwerk aanwezig. Hierbij worden gesteltakken zijdelings in de haag geleid om gaten te dichten.
Enkele mooie vrij volledige en gave hoogstamboomgaarden zijn verspreid op verschillende plaatsen in het landschap, ook op de hellingen en op het plateau waar ze vaak in de omgeving van historische hoeves staan.
Wijzigende evoluties in de landbouwsector op het einde van de 19de eeuw maakten dat de landbouw evolueerde van een gemengde economie naar een veeteelteconomie. De graslanden en hoogstammen op de valleihellingen zijn uitbreid en brachten een vergroening van het landschap met zich mee. De hellingen hebben hun areaal aan historisch permanente graslanden behouden. De percelen worden van elkaar scheiden door steile en met houtkanten beplante taluds, de graften.
De hellingbossen Nuropperberg en Teuvenerberg zijn grotendeels oud-boscomplexen. Deze bossen zijn al minstens vanop de midden 18de-eeuwse kaarten ononderbroken als bos gekarteerd.
Het gebied is rijk aan typologisch zeer verscheiden types van houtige beplantingen met erfgoedwaarde, zoals kruisbomen, knotbomenrijen, houtkanten op taluds en beekoevers en hakhoutstoven. De perceelsgrenzen zijn vaak beplant, het zij door houtkanten, knotbomenrijen of geschoren veekeringshagen.
De oude wegenstructuur met inbegrip van holle wegen en voorden, wegkruisingen over de Voer, zijn gaaf en herkenbaar bewaard. De dichtheid van intact bewaarde holle wegen is uniek. In vergelijking met 18de- en 19de-eeuwse kaarten is het historisch wegennetwerk vrijwel intact bewaard gebleven. De wegen en paden hebben hun half- of onverhard karakter goed bewaard. Deze nog steeds functioneel zijnde wegen zijn getuigen van een eeuwenoude ontsluiting van het gebied.
Het gebied is rijk aan karakteristiek bouwkundig erfgoed, zoals hoeves, kastelen, een abdij, grenspalen en wegkruisen. Voeren maakt deel uit van het Maasland, een historische en culturele entiteit die zich door de eeuwen heen wist te karakteriseren. Het gebruik van bepaalde materialen en technieken is aan de streek verbonden, bijvoorbeeld vakwerk en silex. Belangrijke historische, kastelen zoals het kasteel van Teuven en Obsinnich zijn nauw met het landschap verweven. De. watermolens en de molenlopen en -vijvers tonen de ontwikkeling van een molenlandschap in de vallei.
Enkele alleenstaande hoeven op de plateaus zoals Gieveldhoeve en Driesenhof zijn in oorsprong gesticht door de abdij van Sinnich. Ook in de vallei komen hoeven voor die aan de abdij gerelateerd waren, zoals het Middelhof en Kloosterhof.
De noord- en oostzijde van het gebied wordt afgeboord door kegelvormige gietijzeren grenspalen uit het tweede kwart van de 19de eeuw. Tussen de gietijzeren palen liggen hardstenen hulpstenen of tussengrenspalen. In het Beusdalbos ligt een rij natuurstenen grenspalen met geknotte haagbeuken.
Het gebied wordt gekenmerkt door houten wegkruisen vaak uit de eerste helft van de 20ste eeuw. De 18de- en 19de-eeuwse kaarten tonen vaak reeds kruisen op deze locaties. In de Sinnichstraat staat een beeldbepalende interbellum elektriciteitscabine in een voor Voeren typerende baksteenarchitectuur.
Op verschillende plaatsen komen groeven voor. Grind-, kalk-, en silexgroeven zijn relicten van vroegere ontginningen. De groeven liggen voornamelijk in de omgeving van wegen. De in onbruik geraakte groeven zijn vergroeid met bosvegetatie. De sites zijn goed in het reliëf herkenbaar als ontginningsplek. Krijt werd gebruikt in de landbouw om de akkers en weilanden te mergelen, ~e vruchtbaarder te maken. Silex werd gebruikt in de woning- en wegenbouw.

technische waarde

De watermolens op de Gulpbeek met bijbehorende molenlopen en (relicten van) molenvijvers hebben een technische waarde. De sites van de watermolen van Obsinnich, de watermolen van Sinnich en de watermolen van Teuven maken samen deel uit het een molenlandschap. In functie van de aanvoer van proceswater voor de aandrijving van de watermolens werden molenlopen aangelegd in de beekvalleien. Het zijn rechte waterlopen die parallel met de beek lopen. In Obsinnich en Sinnich zijn de relicten van de molenvijvers duidelijk aanwezig in het landschap.
Sommige molenlopen zijn honderden meters lang, afhankelijk van het verval van de beek. De specifiek hiervoor aangelegde waterloop werd door middel van waterbouwkundige ingrepen in het landschap steeds hoger opgestuwd zodat het gewenste verval bereikt werd, een technische verbetering waardoor de molen met grotere kracht kon draaien.

ruimtelijk-structurerende waarde

De Gulp en zijbeken met bijbehorende valleibodem zijn belangrijke waterlopen met duidelijk structurerende waarde. De nederzettingen ontstonden op de linkeroever van de Gulp langs bronrijke zones.
Rond de dorpen en de gehuchten bevonden zich boomgaardengordels. De boomgaardpercelen worden begrensd door geschoren veekeringshagen van meidoorn. Andere percelen zijn graslanden. De beeklopen worden geaccentueerd door beekbegeleidende beplantingen.
Op de aansluitende hellingen bevinden zich holle wegen, graslanden, hoogstamboomgaarden. Andere delen van de hellingen zijn bebost. Het dal is asymmetrisch: de westelijk geëxposeerde helling is steil en bebost, terwijl de helling met oostelijke expositie zachter en vlakker is.
De hoeves op de vlakkere leemplateaus zijn omgeven door grootschalige akkerlanden. Delen van het plateau zijn bebost en sluiten aan op het hellingbos. Wegkruisen bevinden zich · voornamelijk op kruispunten van wegen.
Het duidelijke patroon van asymmetrische groene valleien met dorpen, kasteeldomein en gehuchten aan de beken, de open akkerlanden op plateaus en de hellingen met hellingbossen of graftenrijke graslanden en hoogstamboomgaarden is nog steeds zeer duidelijk zichtbaar in het huidige landschap

wetenschappelijke waarde

Het gebied heeft een hoog aardkundig belang. Het voorkomen van verschillende types van geologische ontsluitingen en groeven toont de diversiteit van de ondergrond. Het voorkomen van bronnen en kwelzones, dolines en graften (cultuurtaluds) maken dat de vallei van de Gulp en het omgevend landschap een zeer grote diversiteit aan geologisch en geomorfologisch unieke en zeldzame fenomenen bezit.
Het grote verval van de Gulp en de steile erosiehellingen zijn veroorzaakt door de grote en snelle tektonische opheffing van deze gebieden. Dit is een voor Vlaanderen zeer zeldzaam geologisch fenomeen.
Het voorkomen van historisch permanente, soorten- en microreliëfrijke, graslanden met een kalkgebonden 'flora is voor Vlaanderen zeer zeldzaam. De kalkrijke kamgraslanden bevtnden zich op de overgang van het Atlantische naar het Midden-Europese flora-element. Voeren is door zijn ligging uniek op floristisch gebied voor Vlaanderen.
De bosflora op de hellingen is gekenmerkt door soorten van enerzijds kalkrijke droge gronden, en anderzijds door soorten van zure en voedselarme gronden. Op bepaalde stukken komen zones met heiderelicten voor.
Diverse graften en taluds langs holle wegen bevatten een grote verscheidenheid aan houtig erfgoed. Opvallend is ook de voor Vlaanderen unieke hoge dichtheid aan hakhout, hoge en lage knotbomen.
De waterlopen zijn niet gekanaliseerd of beschoeid. De sterk en vrij meanderende beken hebben een goede structuurkwaliteit met stroomkuilen en afwisselende stenige en zandige beekbeddingen.
De bijzondere abiotische kenmerken in combinatie met de kenmerken van het kleinschalige gecompartimenteerde landschap zorgen voor een typerende fauna, bijvoorbeeld de grauwe klauwier, de wijngaardslak, het vliegend hert, de hazelmuis en de das.


Aanduiding van

Is de bescherming van

Gulpvallei met omgeving

Remersdaal, Teuven (Voeren)
De Vallei van de Gulp ligt in het oosten van Voeren. De waterloop de Gulp meandert tussen graslanden. De vallei ligt aan de voet van hellingbossen op Nuropperberg en Teuvenerberg. Op het plateau is er open akkerland en grasland. De kleinschalige dorpskern van Teuven en het kasteel van Obsinnich bevinden zich op de linker oever, de abdij en watermolen van Sinnich liggen op de rechter oever. Het spoorwegviaduct uit WOI bevindt zich op de lijn Tongeren-Aken.

Is de omvattende bescherming van

Abdij van Sinnich

Kasteelstraat 11 (Voeren)
De abdijgebouwen vormden tot begin 19de eeuw een gesloten geheel rondom het kloosterpand, met de kerk aan de zuidzijde; rondom het pand liep de kloostergang.


Afsluitingshaag

Teuven-Dorp 14-16 (Voeren)
De geschoren afsluitinghaag van meidoorn is aangeplant ter afsluiting van een erf.


Afsluitingshaag van meidoorn

Hoofstraat 13 (Voeren)
De geschoren afsluitingshaag van meidoorn sluit het erf aan de straatzijde af. De haag heeft een zeer dicht plantverband.


Bomenrij van paardenkastanje en linde

Kloosterhofstraat 32-34 (Voeren)
De rij met opgaande bomen flankeert de oprijlaan van de Hoeve Kloosterhof aan de zuidwestzijde.


Bronnen en bronpoelen Teuvenbeek

Sinnich (Voeren)
Een stelsel van drie bronnen waarvan er twee tot drie poelen worden opgestuwd in graslanden in de vallei van de Teuvenbeek. De twee bronnen liggen in een amfitheater op de zuiderhelling van de Teuverbeek. Twee zijlopen van de Teuverbeek verbinden de bronnen met de waterloop. Eén bron ligt op de noordelijke helling.


Cipressen met wegkruis

Gieveldstraat (Voeren)
Ensemble van cipressen met een houten wegkruis op het kruispunt van de Gieveldstraat en Teuvener-Driesen.


Dolines

Teuven (Voeren)
De dolines komen op verschillende plaatsen op de helling van de Teuvenerberg voor. Een doline is een ketel- of trechtervormige depressie ontstaan door instorting als gevolg van de oplossing van onderliggende kalksteen door koolzuurhoudend water. Ze zijn overgroeid met bosvegetatie, maar zijn wel in het reliëf herkenbaar.


Elektriciteitscabine

Sinnich 13 (Voeren)
De elektrificatie van de streek bezorgde Voeren een aantal typische landmerken in de vorm van de in traditionele stijl uitgevoerde, torenachtige elektriciteitscabines. Deze werden in 1934 gebouwd door de Société Voer-Gulpe, die het net toen exploiteerde.


Elzenhakhout als hoekboom

Teuven (Voeren)
De zware hakhoutstoof van zwarte els is aangeplant in de perceelshoek van een weiland in de Gulpvallei. De hakhoutstoof heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object.


Essenkaphaag

Kasteelstraat (Voeren)
De knotbomenrij van gewone es is een restant van een oude kaphaag. De zware essen (met een omtrek tot 300 cm) staan op de perceelsgrens van graslanden in de vallei van de Gulp.


Geknotte boswilg en hakhout van hazelaar

I gen Treut (Voeren)
De lage knotboom van boswilg staat langs de holle weg I gen Treut. Het betreft een bijzondere variëteit van boswilg, namelijk Salix caprea spacelata. Meer noordelijk staat in dezelfde houtkant hakhout van hazelaar.


Gelegde meidoornhaag

I gen Treut (Voeren)
De geschoren meidoornhagen zijn aangeplant als veekering bij een weiland langs de Gulp. De functie van de weerhaag is het vee op de weide houden. Deze haag heeft relicten van gelegde hagen. Deze hebben mooie representatieve groeivormen en zijn beeldbepalende objecten in het Voerense landschap. Het netwerk van hagen refereert aan het historisch landschapsbeeld zoals nog zichtbaar op historische kaarten.


Geschoren afsluitingshaag

Nurop (Voeren)
De geschoren gemengde haag staat op de perceelsgrens van een voormalig erf. De haag sloot het erf aan de zijde van de Gulpvallei af. In de haag staat een omvangrijke geknotte els.


Geschoren meidoornhaag als afsluiting

Bounder 1-3 (Voeren)
De moestuin en boomgaard bij een woning zijn langs de straatzijde afgesloten door een geschoren meidoornhaag.


Geschoren meidoornhaag als erfafsluiting

Kloosterhofstraat 24, 30 (Voeren)
De geschoren meidoornhaag sluit het erf van de vakwerkwoning langs de straatzijde af.


Geschoren meidoornhaag als erfafsluiting

Kloosterhofstraat 15 (Voeren)
De geschoren meidoornhaag sluit het erf van de vakwerkwoning langs de straatzijde af.


Geschoren veekeringshaag van meidoorn

Kloosterhofstraat 32-34 (Voeren)
De geschoren meidoornhaag is bij het erf van Hoeve Kloosterhof aangeplant. De haag sluit het weiland bij het erf af.


Geschoren veekeringshagen van meidoorn in Remersdaal

Remersdaal (Voeren)
De geschoren meidoornhagen zijn aangeplant als veekering bij weilanden en beweide hoogstamboomgaarden. Deze hagen langs perceelsgrenzen zijn op vele plaatsen in Remersdaal aanwezig. Ze hebben mooie representatieve groeivormen en zijn beeldbepalende objecten in het Voerense landschap.


Gevlochten veekeringshaag

Mostert (Voeren)
De oude veekeringshaag van meidoorn bevat vlechtsporen. De haag staat op een talud aan de rand van een weiland.


Grenspalen

Kasteelstraat (Voeren)
Vier hardstenen of Maaslandse kalkstenen grenspalen gelegen op de grens met Wallonië in het Beursdaalbos, op de Ferrariskaart (1771-1778) weergegeven als "Bois de Opsinnich".


Grenspalen nummers 14 tot 45

's Gravenvoeren, Moelingen, Sint-Martens-Voeren, Teuven (Voeren)
Gietijzeren grenspalen op de grens tussen de gemeente Voeren en Nederland, geplaatst als gevolg van het traktaat van Maastricht van 8 augustus 1843 waarbij langs heel de Belgisch-Nederlandse grens grenspalen geplaatst werden.


Hakhout van haagbeuk langs holle weg

Teuven (Voeren)
Langs de noordzijde van de holle weg staat op de kruin van het talud een hakhoutstoof van haagbeuk met een omtrek van 339 cm (gemeten op 20 cm hoogte). De holle weg is op deze plaats zeer diep ingesneden. De holle weg verbindt de voorde over de Gulp met de hoeve Gieveld.


Hakhout van hulst op perceelsgrens

Kloosterhofstraat, Sinnich (Voeren)
Hakhoutstoof van hulst op een extensieve perceelsrand met microreliëf. De perceelsrand bevat onder andere gewone ereprijs.


Hakhout van zomereik met boomkruis

Gieveldstraat (Voeren)
In een bocht van de Gieveldstraat staat een hakhoutstoof van zomereik. Een van de zwaardere stammen, die in de top geknot is, heeft een gietijzeren kruis met Christus.


Hakhoutstoof van beuk

Teuven (Voeren)
De omvangrijke hakhoutstoof van gewone beuk staat bij een landmeterpunt en markeert dus vermoedelijk een kadastrale grens. De hakhoutstoof staat in de omgeving van een bospad dat loodrecht de valleihelling op gaat.


Hakhoutstoof van es

Teuven (Voeren)
Een omvangrijke hakhoutstoof van gewone es, met een omtrek van meer van vijf meter, staat aan de zuidzijde van een vergraven structuur in het Nuropperbos. In de onmiddellijke omgeving komt vrij veel zoete kers voor.


Hakhoutstoven van beuk en zomerlinde

Teuven (Voeren)
Een groep van minstens negen omvangrijke hakhoutstoven van beuk staan in de zuidelijk bosrand van het Nuroperbos. De zwaarste hakhoutstoof heeft een omtrek van 420 cm (gemeten op 50 cm hoogte). Een andere stoof is een lage knotboom met omtrek van 375 cm (gemeten op 80 cm).


Hoeve Driesenhof

Teuvener-Driesen 2 (Voeren)
Hoeve met losse bestanddelen, bestaande uit twee tegenover elkaar gelegen delen, daterend van circa 1849.


Hoeve Gieveld

Gieveldstraat 48 (Voeren)
Belangrijke, semi-gesloten en voorheen omgrachte hoeve, met oude kern mogelijk van 1750 zoals aangeduid door een gevelsteen.


Hoeve Kloosterhof

Kloosterhofstraat 34 (Voeren)
Wat afgelegen ten opzichte van de straat. Bakstenen gebouwen, gegroepeerd rondom een rechthoekig, gekasseid erf met centrale mestvaalt.


Hoeve Middelhof

Middelhof 1 (Voeren)
Het oude, langgestrekte gedeelte met voormalige ordonnantie woonhuis-stallen en dwarsschuur, dateert uit de 17de eeuw.


Hoeve Mostert

Mostert 23-25 (Voeren)
In zijn huidige vorm een aaneenschakeling van gebouwen aan het erf, dat thans links, achter het woonhuis ligt.


Hoeve van het kasteel van Obsinnich

Obsinnich 4 (Voeren)
De U-vormige hoeve is met haar open zijde naar het kasteel toe gericht.


Holle weg bij Abdij van Sinnich

Teuven (Voeren)
Net voorbij de toegangsdreef van de voormalige Abdij van Sinnich leidt een onverharde holle weg de flank van de Teuvenerberg op. De weg loopt door het bos en maakt een bocht om uit te komen aan de weg naar Gieveld. Oorspronkelijk liep het tracé rechtdoor tot aan de Hoeve Driesenhof, een voormalige ontginningshoeve van de abdij. Deze weg vormt de historische verbinding tussen de abdij en de bijhorende hoeve in het 'Bois de Sinnich' en sloot verder aan op de belangrijke noord-zuidas van Maastricht naar Hamburg.


Holle weg Bounder

Bounder (Voeren)
Waar de weg Bounder een zijbeek van de Gulp kruist, loopt een half verharde weg parallel met de zijbeek richting de Gulp. De deels holle weg slingert tussen weilanden en bermen met gemengde houtkanten en kruist de Gulp. Voorbij de rivier vervolgt de onverharde weg zijn slingerend patroon tot aan de spoorweg waar de weg afbuigt naar het oosten. Deze weg vertrok oorspronkelijk van bij de Hoeve Driesen om vervolgens de Gulp over te steken en door te lopen langs de Boenderberg en verder naar het noordoosten. Als dusdanig maakte de weg deel uit van de historische verbinding tussen het gehucht Mabroek en Sippenaeken.


Holle weg naar Teuvenbeek

Teuven-Dorp (Voeren)
In Teuven leidt van op de hoofdweg Teuven-Dorp een zijweg ter hoogte van een historische hoeve, nu Herberg Moeder de Gans, naar beneden. De asfaltweg gaat over in een onverhard relict van een holle weg tussen twee weilanden. De weg liep oorspronkelijk het plateau af naar de Teuvenbeek en liep een stuk door de beekbedding. Deze weg vormt een relict van de hoofdweg van Teuven naar Sinnich die aanvankelijk een bocht maakte langs enkele hoeves om vervolgens de Teuvenbeek over te steken op een doorwaadbare plek. In de tweede helft van de 19de eeuw wordt de weg naar Sinnich rechtgetrokken en geraakt de afgesneden bocht in onbruik. Het oorspronkelijke tracé is nog herkenbaar in het reliëf en in de perceelsgrenzen en wordt gemarkeerd door een houtkant op het talud. Op het talud bevindt zich bronwerking.


Holle weg naar voorde op de Gulp

Teuven (Voeren)
In het centrum van Nurop leidt een asfaltweg naar beneden naar de vallei van de Gulp. De weg steekt de beek over en slingert als onverharde weg omhoog naar de beboste Nuropperberg. Deze bosweg komt uit bij de Gieveldstraat vlakbij de gelijknamige Hoeve Gieveld. Deze weg vormt de historische verbinding tussen het gehucht Nurop en de ontginningshoeve Gieveld en passeerde via een voorde of doorwaadbare plaats de beek de Gulp.


Holle weg Teuvenerberg

Teuven (Voeren)
In de Gieveldstraat leidt een onverharde weg zijwaarts de flank van de Teuvenerberg op. De weg is deels ingesneden en loopt langs een talud met gemengde houtkant. De deels holle weg vervolgt als boswegel die uitkomt op de noord-zuidweg richting Maastricht. Deze weg vormt een historische doorsteek tussen de hoofdweg die langs de heuvel afdaalt naar het centrum van Teuven en de parallelweg die over het plateau leidt. Er werd gekozen voor de kortste route die de heuvel dwarst en bijgevolg deels ingesneden is ten gevolge van erosie.


Hoogstamboomgaard

Nurop (Voeren)
Op de historisch permanente graslanden van het gehucht Nurop bevinden zich op verschillende plekken hoogstamboomgaarden. Deze hoogstamboomgaard bestaat uit twee rijen fruitbomen en is omgeven door geschoren meidoornhagen als veekering. De hoogstamboomgaard is reeds op de Kabinetkaart van de Ferraris aangegeven. Ook op de latere 19de- en 20ste-eeuwse topografische kaarten is de hoogstamboomgaard ingetekend. De hoogstamboomgaarden in Voeren kennen een hoge belevingswaarde en dragen bij aan de streekdentiteit van het landschap. Hoogstamboomgaarden hebben een hoge erfgoed- en natuurwaarde en herbergen vaak nog oude fruitrassen.


Hoogstamboomgaard met veekeringshaag van de hoeve Kloosterhof

Kloosterhofstraat 34 (Voeren)
Wat afgelegen ten opzichte van de straat. Bakstenen gebouwen, gegroepeerd rondom een rechthoekig, gekasseid erf met centrale mestvaalt.


Houten kruis

Sinnich (Voeren)
Houten kruis met gietijzeren Christusbeeld, gelegen op de hoek met de Kasteelstraat.


Houtkant op talud

Gieveldstraat (Voeren)
De houtkant staat op een talud in een weiland van de Gulpvallei. De houtkant bestaat voornamelijk uit knotessen en een knoteik. Tussen de knotbomen staat essenhakhout en hazelaar. De knotessen hebben een knothoogte van 200 cm en een omtrek tussen 375 cm en 389 cm. De geknotte zomereik heeft een knothoogte van 200 cm en een omtrek van 220 cm. Het essenhakhout heeft een omtrek van 366 cm. De knotbomen hebben een mooie representatieve groeivorm en zijn beeldbepalende objecten.


Houtkant op talud

Gieveldstraat (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud langs een weiland. Er staat een op stam gezette meidoorn met een omtrek van 176 cm (gemeten op 70 cm), een knotboom van gewone es met een omtrek van 415 cm (op 130 cm), een knotboom van gewone es met omtrek 270 cm, een knotboom van gewone es met omtrek 301 cm, gewone hazelaar, sleedoorn, gewone kardinaalsmuts, veldesdoorn, roos, klimop en bosrank.


Houtkant op talud

Middelhof (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud langs de weg Middelhof, net ten zuiden van de spoorlijn. De weg en het talud zijn aangelegd bij de constructie van de spoorlijn tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het talud is beplant met hakhout van zomereik, gewone hazelaar en gewone es. Ook boswilg, gewone esdoorn en meidoorn komen voor.


Houtkant op talud bij holle weg

Kasteelstraat (Voeren)
De gemengde houtkant staat langs een holle weg op de zuidelijke bosgrens van het hellingsbos. De houtkant bestaat uit opgaande bomen van gewone es (omtrek 170 cm) en opgaande zomereik (omtrek 313 cm). Hakhout van gewone hazelaar komt voor, iep, kruisbes, Gelderse roos, meidoorn en gewone kardinaalsmuts. Er zijn restanten van kaphagen van beuk en van haagbeuk.


Houtkant op talud en veekering van meidoorn

Gieveldstraat (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud evenwijdig met de weg. Er staan oude hakhoutstoven van gewone es met een omtrek van ongeveer 400 cm. Daarnaast komt ook hakhout van gewone hazelaar, iep en wilg voor. Er is een natuurlijke bijmening van rode kornoelje. Op de kop van het talud staat een veekering van geschoren meidoorn.


Houtkant op talud holle weg

Bounder (Voeren)
De gemengde houtkant staat op de berm van een holle weg die reeds op de Kabinetskaart van de Ferraris ingetekend was. De weg loopt hier parallel met een zijbeek van de Gulp. Net ten oosten van de houtkant mondt deze zijbeek uit de de Gulp en kruist de weg de beek. De weg loopt richting de spoorlijn. Op de 19de- en 20ste-eeuwse topografische kaarten staat de houtkant bij de holle weg langs de beek telkens ingetekend. De houtkant bestaat uit opgaande en geknotte zomereiken. De geknotte zomereiken hebben een omtrek tot 240 cm (gemeten op 150 cm). Knotbomen van gewone haagbeuk met omtrek tot 250 cm (gemeten op 150 cm) en hakhout van gewone hazelaar komen voor. Opgaande bomen en knotbomen van gewone es met omtrek tot 270 cm (gemeten op 150 cm) en knotwilgen met omtrek tot 390 cm (gemeten op 150 cm) zijn andere karakteristiek soorten van de houtkant.


Houtkant op talud holle weg

Teuven (Voeren)
Langs de zuidzijde van de holle weg staat een gemengde houtkant. De beplantingen staan op de kruin van de holle weg die de voorde over de Gulp met de hoeve Gieveld verbindt. De houtkant bestaat uit hakhout van zwarte els, opgaande zwarte els en hakhout van gewone es en wilg.


Houtkant op talud in verlaten holle weg

Middelhof (Voeren)
De gemengde houtkant staat op het talud van een in onbruik geraakte holle weg. Het betreft een oud tracé, reeds aanwezig op de Kabinetskaart van de Ferraris. Ook op latere kaarten is de weg van Aubel naar Homburg steeds aanwezig. De aanleg van de spoorlijn tijdens de Eerste Wereldoorlog wijzigde de kruising van de weg met de Gulp. Het spoorwegviaduct is er zeer bepalend aanwezig in de vallei. Op de kaart van 1969 is de weg gedegradeerd tot een pad en wordt het steeds minder gebruikt. De gemengde houtkant bestaat uit knotbomen van haagbeuk, met omtrek tot 250 cm (gemeten op 150 cm). Knotbomen van wilg komen voor, naast onder andere één- en tweestijlige meidoorn en gewone hazelaar. De houtkant voorkomt erosie van de wegtaluds en heeft een functie bij houtproductie of loofvoedering.


Houtkant op talud langs spoorweg

Remersdaal, Teuven (Voeren)
De houtkant langs de spoorlijn Antwerpen-Tongeren-Visé-Aken is een mooi voorbeeld van een traditioneel hakhoutbeheer. De gemengde houtkant op talud bestaat uit hakhout van gewone es, hakhout van wilg, gewone esdoorn, roos, zoete kers, gewone hazelaar, meidoorn en haagbeuk. De houtkant werd aangeplant als erosiebestrijding.


Houtkant van es op talud

I gen Treut (Voeren)
De houtkant is aangeplant op een talud tussen graslanden, in de vallei van de Gulp. Een omvangrijke knotboom van gewone es is beeldbepalend.


Houtkanten langs holle weg

Gieveldstraat (Voeren)
De gemengde houtkant staat op de hellingen van een voormalige holle weg. De soortensamenstelling bestaat uit opgaande bomen en hakhout van gewone es, knotbomen en hakhout van veldesdoorn, opgaande zomereiken, hazelaar, roos, meidoorn, wilg en gewone esdoorn. De kruidlaag bestaat uit bosrank, muskuskruid, gevlekte aronskelk en bosbingelkruid.


IJzeren wegkruis

Obsinnich (Voeren)
IJzeren kruis op het kruispunt met de Kasteelstraat. Op de topografische kaarten van 1872, 1903 en 1931 is er al een kruis weergegeven op deze locatie.


Kapelweg Teuven

Mostert (Voeren)
Voorbij de Mosterthoeve gaat de weg over in een onverhard pad dat verder loopt tussen de weilanden. Dit pad maakt een scherpe bocht en vervolgt dan richting het bos van Vossenaarde. Ter hoogte van de bocht stond oorspronkelijk een kapel of 'Hermitage de Teuven'. Deze weg verbond in een rechte lijn het centrum van Teuven en de Sint-Pieterskerk met de toenmalige kapel en maakte mogelijk deel uit van een processieweg. De kapel was daarenboven ingeplant op een kruispunt van veldwegen die onder andere naar de Hoeve Kloosterhof leidden.


Kaphaag van haagbeuk

Teuvener-Driesen (Voeren)
De kaphaag van haagbeuk staat langs de perceelsgrens van een weiland op het plateau. Behalve de geknotte haagbeuken komt hakhout van gewone hazelaar voor en opgaande bomen van gewone esdoorn.


Kasteel van Obsinnich

Obsinnich 6 (Voeren)
U-vormig kasteel met ronde toren op de noordelijke hoek, waarvan de oude kern uit de 14de eeuw behouden bleef in de in regelmatig verband gemetste breukstenen onderbouw van de toren en de vier linker traveeën der noordwestgevel.


Kasteel van Teuven

Hoofstraat 15-17 (Voeren)
U-vormig, tot circa 1864 omgracht kasteel met hoektoren, de open zijde gericht naar de kasteelhoeve, eveneens U-vormig. Beide delen zijn door een bakstenen brug met elkaar verbonden.


Knotbomenrij van haagbeuk

Teuvener-Driesen (Voeren)
De rij knothaagbeuken bevindt zich op de noordelijke grens van een smal bosperceel dat zich bevindt tussen de holle weg en het open gebied bij de Hoeve Driesenhof. De holle weg verbindt de voormalige Abdij van Sinnich en de Hoeve Driesenhof.


Knotbomenrij van haagbeuk

Gieveldstraat (Voeren)
De rij knothaagbeuken bevindt zich op de noordelijke grens van een smal bosperceel die zich bevindt tussen de holle weg en het open gebied bij twee hoeven, waaronder Hoeve Gieveld. De holle weg verbindt het gehucht Nurop over de voorde over de Gulp met de ontginningshoeve boven op het plateau.


Knotbomenrij van haagbeuk als grensbomen

Kasteelstraat (Voeren)
De rij knothaagbeuken bevindt zich op de noordoostelijke grens van de deelgemeente Teuven. De bomen staan eveneens op de gewestgrens. De knotbomenrij bevindt zich in het Beusdaalbos, op de perceelsgrens van bospercelen. De bomen staan tussen de twee meest oostelijke oude grenspalen. De grenspalen hebben een inscriptie 'TVF' aan Vlaamse zijde. De meest westelijke knotboom heeft een omtrek van 382 cm (gemeten op 0,8 m) en een knothoogte van 1 m. De zes knotbomen ten oosten ervan hebben een knothoogte van 1,8m. Eén van de bomen is lang niet geknot en één boom is afgestorven ten gevolge van lichtgebrek. Het Beusdaalbos bestaat ter hoogte van de knotbomen uit een afwisseling van naaldhout en gemengd loofbos. De onderbegroeiing bestaat uit boszegge, grote muur en witte klaverzuring.


Knoteik op perceelsgrens

Kloosterhofstraat, Sinnich (Voeren)
De omvangrijke knoteik staat op een oude perceelsgrens van twee weilanden. De knotboom staat in de vallei van de Teuvenbeek.


Knotels als hoekboom

Teuven (Voeren)
De knotels staat als als hoekboom op de perceelsgrens van een weiland in de Gulpvallei. De boom met stamomtrek 257 cm heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object.


Knotels in meidoornhaag

I gen Treut 4 (Voeren)
De knotels is aangeplant in een geschoren meidoornhaag. De zeer omvangrijke boom heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object.


Knotes bij doline

Teuven (Voeren)
Een omvangrijke geknotte es staat aan de zuidzijde van een dolinestructuur in het Nuropperbos. De onderbegroeiing bestaat uit bleeksporig viooltje, kardinaalsmuts en witte klaverzuring.


Knotes op talud

I gen Treut (Voeren)
De knotes is aangeplant op een talud tussen graslanden in de Gulpvallei. De geknotte boom heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object.


Knotessen op perceelsgrens weiland

Kloosterhofstraat 24 (Voeren)
Drie zware knotessen staan op de perceelsgrens van een klein weiland bij een erf.


Knotessenrij bij hoogstamboomgaard

Mostert (Voeren)
De twee zware knotessen staan op de perceelsgrens van twee hoogstamboomgaarden bij de Hoeve Mostert. De bomen staan in een complex van historisch permanente graslanden die grotendeels vanaf de Kabinetskaart van de Ferraris ononderbroken weilanden en hoogstamboomgaarden zijn. De perceelsgrens is vanaf de Poppkaart ingetekend.


Knothaagbeuk

Teuvener-Driesen (Voeren)
De geknotte haagbeuk staat rechtover de Hoeve Driesenhof en hoort vermoedelijk tot het boerenerf. De alleenstaande boom heeft een bijzondere groeivorm als gevolg van het knotten. Hij staat langs de perceelsgrens van een akkerland, en is er beeldbepalend. Het is vermoedelijk een van de oudste haagbeuken van de regio.


Knotwilg

Sinnich (Voeren)
De zeer zware knotwilg met een omtrek van 458 cm staat in een weiland langs de straat Sinnich.


Krijtgroeven

Teuven (Voeren)
De krijtgroeven komen op verschillende plaatsen op de helling van de Teuvenerberg voor. De groeven liggen voornamelijk in de omgeving van wegen. Ze zijn overgroeid met bosvegetatie, maar zijn wel in het reliëf herkenbaar als ontginningsplek. Krijt werd gebruikt in de landbouw om de akkers en weilanden te mergelen, ze vruchtbaarder te maken. VANDENABEELE E. 2016: Inventarisatie aardkundige waarden, onuitgegeven nota's.


Lage knotboom van beuk bij holle weg

Teuven (Voeren)
Langs de zuidzijde van de holle weg staat op de kruin van het talud een lage geknotte beuk met een omtrek van 251 cm (gemeten op 50 cm hoogte). De boom staat op de plaats waar de holle weg een bocht van 90 graden maakt. De weg is op deze plaats zeer diep ingesneden. De holle weg verbindt de voorde over de Gulp met de hoeve Gieveld. Op deze plek komt een cluster van houtige beplantingen met erfgoedwaarde voor waaronder een rij met minstens 25 geknotte haagbeuken.


Lindendreef bij Abdij van Sinnich

Kasteelstraat 11 (Voeren)
De lindendreef is de toegangsdreef van de Abdij van Sinnich. De dreef met opgaande linden verbindt de Kasteelstraat, die de Gulpvallei kruist, met de abdij. De dreef staat reeds op de Kabinetskaart van de Ferraris ingetekend en komt tevens op latere kaarten terug. Vermoedelijk is de dreef nog veel ouder.


Molen van Obsinnich

Obsinnich 8 (Voeren)
Voormalige watermolen op de Gulp, reeds als watermolen aangeduid op de Ferrariskaart; thans buiten bedrijf, het molenrad is verdwenen.


Molenloop en spaarvijvers van watermolen van Sinnich

Kasteelstraat (Voeren)
De watermolen van Sinnich werd aangedreven door het water van een kanaal dat parallel liep met de Gulp. Dit kanaal leidde het water van de Gulp naar de molen. Tussen de molendijk en de Gulp bevinden zich drie relicten van molenvijvers. Deze zijn beplant met hakhout van zwarte els. Op het eiland staan opgaande winterlinden.


Onze-Lieve-Vrouwkapel

Kloosterhofstraat (Voeren)
De kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw werd in 1925 gebouwd in een sobere laat-Neogotische stijl.


Oorlogsgedenkteken voor korporaal Geury

Bounder (Voeren)
Oorlogsmonument ter ere van gesneuvelde korporaal Joseph Eugene Geury (of Jean – Eugene Geurie zoals weergegeven op zijn grafmonument) gelegen op de kruising met Neubau ten midden van de velden en ten zuiden van hoeve Middelhof.


Opgaande beuken op talud holle weg

Obsinnich (Voeren)
De twee omvangrijke opgaande gewone beuken staan op een talud van een holle weg. De bomen hebben een hoge takvrije rechte stam.


Opgaande eik als kruisboom

I gen Treut (Voeren)
De opgaande eik is aangeplant op een kruispunt van halfverharde wegen. De boom markeert het kadastrale bosperceel. Aan de boom is een houten kruis bevestigd. De eik heeft een bijzondere treurgroeivorm.


Opgaande es als hoekboom

I gen Treut (Voeren)
De opgaande es is aangeplant als hoekboom van een weiland in de vallei van de Gulp. De boom heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object.


Opgaande es als hoekboom bij voorde

I gen Treut (Voeren)
Langs de noordzijde van de holle weg staat in de hoek van een grasland een opgaande gewone es op de hoek van het kadastraal perceel. De weg I gen Treut snijdt op deze plaats de Gulpbeek. De holle weg verbindt het gehucht Nurop met de hoeve Gieveld.


Opgaande lindenrij

Teuven-Dorp (Voeren)
De bomenrij van opgaande linden staat langs de perceelsgrens van een grasland dat zich ten zuiden van de kleinschalige dorpskern bevindt. De bomenrij staat op de valleihelling van de Teuvenbeek.


Opgaande tamme kastanje bij hoeve Mostert

Mostert 23 (Voeren)
De opgaande tamme kastanje staat op het erf van Hoeve Mostert. De alleenstaande boom heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object. Het is een van de omvangrijkste tamme kastanjes in de regio.


Relict holle weg tussen Teuven en Gieveld

Gieveldstraat (Voeren)
De Gieveldstraat is een asfaltweg die zich vanuit het centrum van Teuven langs de flank van de Teuvenberg omhoog slingert richting Hoeve Gieveld. De oorspronkelijke weg was minder bochtig en liep vrij recht de heuvel op. Van dit oud wegtracé is nog een relict bewaard onder de vorm van een stuk holle weg met gemengde houtkanten op de taluds. Deze holle weg sluit aan in een bocht van de Gieveldstraat en loopt recht de Teuvenberg op waardoor de bocht wordt afgesneden. Vermoedelijk was de oude holle weg sterk onderhevig aan erosie zodat het tracé in de 19de eeuw werd verlegd en de hellingsgraad aangepast. De weg passeerde over de beek de Gulp en vormde een belangrijke verbindingsweg tussen de dorpen en gehuchten op beide oevers. Een goede begaanbaarheid was dus essentieel. Ook het vervolg van het wegtracé naar Gieveld werd deels aangepast in functie hiervan.


Rij knothaagbeuken langs holle weg

I gen Treut (Voeren)
Langs de zuidzijde van de holle weg staat een rij met minstens 25 geknotte haagbeuken. De bomen staan op de kruin van de holle weg die de voorde over de Gulp met de hoeve Gieveld verbindt. De geknotte haagbeuken hebben een gemiddelde omtrek van 214 cm. In deze rij komt eveneens hakhout van Spaanse aak, opgaande beuk (met een omtrek van drie meter, gemeten op 150 cm hoogte) en hakhout van gewone es (met omtrek 301 cm, gemeten op 20 cm hoogte) voor.


Semi-gesloten hoeve

Sinnich 51 (Voeren)
Semi-gesloten hoeve uit de tweede helft van de 19de eeuw, de gebouwen gegroepeerd rondom een rechthoekig erf, open aan straatzijde.


Silexgroeven

Teuven (Voeren)
De verlaten silexgroeven komen op verschillende plaatsen op de bovenste helft van de helling van de Nuropperberg en de Teuvenerberg voor. De groeven liggen voornamelijk in de omgeving van wegen. Ze zijn overgroeid met bosvegetatie, maar zijn wel in het reliëf herkenbaar als ontginningsplek. Silex werd gebruikt in de woning- en wegenbouw.


Smeedijzeren wegkruis

Mostert (Voeren)
Smeedijzeren wegkruis op natuurstenen (?) voet gelegen in de berm van de weg voor een meidoornhaag op de kruising van Mostert met een veldweg.


Spaarvijvers watermolen van Obsinnich en Remersdaalbeek met houtkanten

Middelhof, Obsinnich (Voeren)
Ten westen van de watermolen van Obsinnich bevindt zich in de vallei van de Remersdaalbeek een stelsel van relicten van vijvermolens. De Remersdaalbeek is een zijbeek van de Gulp die in Remerdaal ontspringt. De meest oostelijke spaarvijver is de grootste, de meest westelijke de kleinste. De kleinste vijver had een verbinding met de Remersdaalbeek. De oostelijk vijvers werd gehalveerd bij de bouw van het 45 km lang spoorlijntracé tussen Antwerpen-Tongeren-Visé-Aken, door de Duitsers gebouwd tijdens de Eerste Wereldoorlog. De Remerdaalbeek loopt ten noordwesten van het vijvercomplex. Vanaf de Kabinetskaart van de Ferraris zijn de spaarvijvers steeds op de verschillende kaarten aanwezig tot en met de topografische kaart van 1969. Op de kaart van 1981 zijn de vijvers aan het verlanden. Bij en in het stelsel van spaarvijvers staan beplantingen en rietlanden.


Spoorwegviaduct

Middelhof (Voeren)
Een 390 meter lange boogbrug van gestampt beton gebouwd door de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog.


Tamme kastanjedreef bij Kasteel van Teuven

Hoofstraat 15-17 (Voeren)
De toegangsdreef verbindt de hoofdstraat van het dorp met het Kasteel van Teuven. De halfverharde dreef heeft aan elke zijde een rij tamme kastanjes.


Treurlariks bij hoeve

Teuvener-Driesen 2 (Voeren)
De treurlariks staat aan de straatzijde van het erf van Hoeve Driesenhof. De boom is omwille van zijn bijzondere groeivorm als treurboom een beeldbepalend object.


Twee opgaande beuken als hoekboom

Kasteelstraat (Voeren)
De twee opgaande beuken zijn aangeplant in de hoek van twee bospercelen. De bomen staan aan weerszijden van de weg en markeren tevens de staatsgrens.


Twee opgaande Canadapopulieren

I gen Treut (Voeren)
De twee opgaande Canadapopulieren staan op de perceelsgrens van een weiland in de Gulpvallei. De bomen hebben omtrekken van 344 cm en 480 cm. De hoogtes variëren tussen 41 en 42 m. Beide bomen hebben mooie representatieve groeivormen en zijn beeldbepalend.


Veekeringen van meidoorn in Teuven

Teuven (Voeren)
De geschoren meidoornhagen zijn aangeplant als veekering bij weilanden en beweide hoogstamboomgaarden. Deze hagen langs perceelsgrenzen zijn op vele plaatsen in Teuven aanwezig. Ze hebben mooie representatieve groeivormen en zijn beeldbepalende objecten in het Voerense landschap.


Verbindingsweg Maastricht-Hombourg

Remersdaal (Voeren)
In het verlengde van Gieveld loopt een onverharde weg door naar het zuiden langs de bosrand van het Onderste Bosch. De weg volgt de rijksgrens met Nederland en passeert door het Bois de Beusdael en Bois de Laschet en daalt af tot aan de spoorlijn bij Laschet om samen te komen met een parallelle weg ter hoogte van een wegkruis. Deze noord-zuid georiënteerde weg vormde een belangrijke schakel in het historisch wegennetwerk en de verbinding met belangrijke centra zoals Maastricht. De inplanting van de weg op het plateau was bedoeld om een zo vlot mogelijke transportroute te creëren met weinig hindernissen.


Voetweg naar Sinnich

Teuven (Voeren)
Van op de holle weg op de Teuvenerberg leidt een onverhard zijpad naar het westen. De voetweg volgt de bosrand van het reservaat en slingert langs de rand van het plateau. De weg loopt het laatste stuk door het bosreservaat en komt uit op de holle weg vlakbij het domein van de voormalige Abdij van Sinnich. Deze voetweg vormde een alternatieve verbindingsroute van noord naar zuid. De weg liep parallel met de vallei van de Gulp en langs de rand van het plateau en vormde zo een goed begaanbaar en vlot traject.


Voetweg naar Varen

Mostert (Voeren)
Aan de splitsing ter hoogte van de Hoeve Mostert gaat de weg rechts voorbij de bebouwing over in een onverhard pad dat richting Varen loopt. De voetweg slingert tussen weilanden afgeboord met meidoornhagen en verspreide hoek- en knotbomen. Van op de weg zijn er open zichten op de Mostert en Teuven en de Sint-Pieterskerk. Deze weg deed dienst als doorsteek tussen Teuven en Varen en liep dwars door de weilanden om zo de verkeersdrukte in het centrum van Teuven te vermijden. In Varen was er ook aansluiting op de hoofdweg naar het zuidwesten.


Voetweg van Sinnich naar Laschet

Remersdaal (Voeren)
In een bocht van de Kasteelstraat leidt een voetweg helemaal tot in het naburige dorp Laschet. De voetweg volgt de flank van de Boenderberg en komt uit bij een wegkruis aan de spoorlijn. De weg vervolgt onder de spoorwegberm tot in het centrum van Laschet. Deze weg vormt de historische verbinding tussen het dorp Sinnich en de gehuchten en dorpen in het zuiden. De voetweg volgde de rand van de Boenderberg en het Bos van Sinnich en liep parallel met de rivier de Gulp.


Watermolen Molen van Teuven

Gieveldstraat 40 (Voeren)
Bakstenen gebouwen onder zadeldaken, gegroepeerd rondom een erf met onregelmatige vorm, het woonhuis dateert van 1892.


Watermolen van Sinnich

Kasteelstraat 7 (Voeren)
Voormalige watermolen op de Gulp, sedert 1944 buiten bedrijf.

Andere relaties

Wordt opgevolgd door

Gulpvallei met omgeving

Remersdaal, Teuven (Voeren)


Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.