Tussen Sint-Katelijnevest en Jezusstraat. Gedeelte tussen Sint-Katelijnevest en Lange Klarenstraat ontstaan begin 14de eeuw als verlengde van de Korte Nieuwstraat; vandaar de benaming; vervolg bij de vierde stadsvergroting circa 1375. Als een van de voornaamste straten van de stad telde zij vanaf haar ontstaan belangrijke hotels, als het Hof van Immerseel (nummer 31), de hotels du Bois (nummer 20-24) en du Bois de Vroylande (nummer 94), alsmede kloosters (victorinnen met de Jezuskapel tegen de Jezusstraat) en godshuizen (Onze-Lieve-Vrouw van Loretto, Sint-Barbara en Sint-Niklaas). Door haar gunstige centrale ligging bleef ze tot in de 19de eeuw een belangrijke residentiële functie vervullen, thans haast integraal overgenomen door administratieve en openbare diensten. Zeer lange en smalle straat met recht tracé ten oosten omgebogen tussen de Eikenstraat en de Jezusstraat; prachtig gezicht op de Onze-Lieve-Vrouwetoren. Thans drukke verkeersader, waarlangs talrijke grootschalige kantoorgebouwen uit de 19de en de 20ste eeuw; een speciaal karakter vertonen de vroeg-19de-eeuwse lijstgevels als de nummers 42, 44, 62, 140, 142, 17, 31, 49, 53 en enkele karakteristieke Louis-Philippe-woningen nummers 35, 83, 64. Opvallend kleinere en minder voorname bebouwing van het gedeelte Cellebroedersstraat-Jezusstraat; enkele interessante resten van 16de-eeuwse bak- en zandsteenbouw, nummers 133, 137, 150, 152, 154, getuigen van de 15de en de 16de eeuw eveneens bewaard in eerste gedeelte, nummers 7, 25, 41, 453, terwijl de nummers 77 tot 91 nog een gave 19de-eeuwse gevelwand vertonen geritmeerd door de verschillende kroonlijsthoogten, hierna opgebroken voor het nieuwe gebouw van de stadsbibliotheek (op binnenkoer gedeelte van de collonade afkomstig van het voormalig hotel De Braeckeleer aan het Kipdorp, thans eveneens ingenomen door de Stadsbibliotheek.