De betekenis van Louis Delacenserie ligt vooral in zijn bijdrage, door nieuwbouw en restauraties, aan het herstel van het middeleeuwse Brugge in het laatste kwart van de 19de eeuw. Delacenserie was een leerling van J.B. Rudd aan de academie in Brugge. Hij behaalde in 1862 de Prijs van Rome. In 1870 werd hij benoemd tot stadsarchitect en tot leraar aan de academie, en in 1889 tot directeur daarvan. Hij was sinds 1879 lid van het provinciaal comité van de KCM (Koninklijke Commissie voor Monumenten) en werd in 1901 effectief lid van het nationaal commité. Hij was betrokken bij de restauratie van de belangrijkste historische gebouwen in Brugge, onder andere de kapel van het Heilig Bloed (1870 en 1877), de Oude Griffie (1877-84), het Gruuthuse (1883-95), het stadhuis (1894-95 en 1903-04), de Poortersloge (1899-1903), het Sint-Janshospitaal (1905-09) en de westgevel van de Onze-Lieve-Vrouwekerk (1907-08). In de geest van het voltooiende en verbeterende restaureren van Eugène Emmmanuel Viollet-le-Duc, die de gebouwen 'tot een voltooiing' wilde brengen 'die voordien wellicht nooit heeft bestaan', werden latere toevoegingen of wijzigingen die de oorspronkelijke stijleenheid verstoorden, verwijderd. Delacenserie voerde ook 'kunstige herstellingen' uit: laat-gotische huizen, met een rijkversierde baksteenarchitectuur in 'Brugse trant', die sinds het einde van de 18de eeuw gemoderniseerd waren (met gepleisterde lijstgevels), werden tot hun oorspronkelijke laat-middeleeuwse geveltoestand teruggebracht. Ook voor zijn nieuwbouwontwerpen maakte Delacenserie gebruik van de lokale historische voorbeelden. Voor grootschalige moderne gebouwencomplexen zoals de Provinciale Normaalschool (1878-83), het Postgebouw (1887-91), in samenwerking met R. Buyck, en het Minnewaterziekenhuis (1885-91) hanteerde hij de 'Brugse trant'. Het model voor het Provinciaal Hof (1885-1922, in samenwerking met R. Buyck) aan de oostzijde van de Grote Markt is het 15de-eeuwse stadhuis van Brugge. Zijn latere werk is eclectisch: van de neorenaissance en neobarok van het Antwerpse Centraal Station (1895-99) tot de neogotiek van de Sint-Petrus-en-Pauluskerk in Oostende (1898-1907) naar het voorbeeld van de ideale gotische kathedraal uit de 'Dicitionnaire raisonné de l'architecture française du XIe au XVIe siècle' (Parijs, 1854-68) van Viollet-le-Duc.
(Bron: Verpoest L. 2003: "Delacenserie, Louis", in : Van Loo, A. (red.) 2003: Repertorium van de architectuur in België van 1830 tot heden, Antwerpen, 244-245.)
Louis-Joseph-Jean-Baptiste Delacenserie wordt in Brugge op 27 september 1838 geboren. Tussen 1852 en 1857 is hij leerling aan de Vrije Academie voor Schone Kunsten in zijn geboortestad. Stadsarchitect Jean Brunon Rudd (1792-1870) is er op dat ogenblik hoofdprofessor voor de afdeling architectuur en een bekend verdediger van de neoclassicistische stijl. In 1858 behaalt Louis Delacenserie de eerste prijs in een wedstrijd van de Société Royale des Beaux-Arts in Antwerpen en in juli 1862 sleept hij de felbegeerde Grote Prijs van Rome in de wacht met een ontwerp voor een Koninklijk Atheneum, een kapel en een woning voor de prefect. In 1863 gaat hij op studiereis naar Italië. Terug in Brugge dient hij vanaf 1869 zijn eerste ontwerpen in bij het stadsbestuur. Het zijn voorstellen voor huisgevels rond het nieuwe theaterkwartier, waar resoluut voor een neoclassicistische architectuurstijl werd gekozen.
Op 20 april 1870 wordt de klassiek opgeleide Louis Delacenserie aangesteld als stadsarchitect van zijn geboortestad. Hij volgt hiermee de pas overleden Jean-Brunon Rudd op. Deze functie vervult hij tweeëntwintig jaar lang met veel toewijding en gedrevenheid. Gelijktijdig volgt hij J.B. Rudd ook op als leraar aan de Academie en in 1899 wordt hij er directeur. Hij vormt daar heel wat jonge Brugse architecten waaronder Charles De Wulf en Arthur Verhelle, allebei bekende Romeprijswinnaars. In 1892 wordt de Academie samengevoegd met de Nijverheidsschool en Delacenserie wordt directeur van beide instellingen. Hij hecht veel belang aan de Nijverheidsschool, die bedoeld is om vaklui deskundig op te leiden en voelt zich er heel nauw bij betrokken. Dit is wellicht ook een van de redenen waarom Louis in 1892 ontslag neemt als stadsarchitect. Hij is overtuigd beide opdrachten samen niet naar behoren te kunnen waarmaken. Zijn talentvolle leerling Charles De Wulf volgt hem op als stadsarchitect.
Louis Delacenserie moet een druk professioneel en sociaal leven hebben gehad, want hij is lid van verschillende belangrijke verenigingen en instellingen zoals de Koninklijke Commissie voor Monumenten (vanaf 1879 briefwisselend lid en vanaf 1901 effectief lid), bestuurslid bij de Brugse Société Archéologique (vanaf 1870) en lid van de in 1904 opgerichte Commissie voor Stedenschoon. Hij neemt ook deel aan de vergaderingen van onder andere de Koninklijke Academie van Antwerpen en de ‘Société Centrale d’Architecture de Belgique’. Louis Delacenserie blijft ongehuwd en woont pas vanaf 1889 in een eigen woning, namelijk het bijzonder fraaie Spiegelrei 16. Lange jaren was hij blijven wonen in zijn geboortehuis aan de Verversdijk, samen met zijn vader. Zijn zussen en hun familie spelen een heel belangrijke rol in zijn leven. De Brugse stadsarchitect sterft op 2 september 1909, net geen 71 jaar oud.
Er is een hele tijd moeten voorbijgaan vooraleer het werk van Louis Delacenserie naar juiste waarde werd geschat. Hij werd bewonderd door tijdgenoten maar vaak verguisd in de tweede helft van de 20ste eeuw. Zijn tijdgenoten karakteriseerden hem als een harde werker, vertrouwd met vele bouwstijlen, wiens faam ver buiten het land reikt. Als mens was hij eenvoudig, oprecht, open, met een innemend karakter en bijzonder geliefd in Brugge. Tot vandaag heeft geen ander architect het Brugse stadsbeeld op zo’n indringende wijze bepaald als Louis Delacenserie. Hij drukte ‘zijn stempel’ op tal van belangrijke openbare gebouwen en zorgde mee voor de ‘aura van authenticiteit’ die aan de stad verbonden wordt. In zijn carrière als stadsarchitect bouwt en restaureert Louis Delacenserie talloze openbare en private gebouwen en mede door zijn adviezen op bouwdossiers beïnvloedt hij in sterke mate het architecturale gebeuren in de stad. Als spraakmakende restauraties zijn er: de Civiele Griffie, de gevel van Jan van Eyckplein 8, het Tolhuiscomplex Jan van Eyckplein 1, het huis van de heren van Gruuthuse aan de Dijver, Steenstraat 25, de middeleeuwse ziekenzalen van Sint-Janshospitaal, de Heilig-Bloedkapel met de Sint-Basiliuskapel, het Stadhuis en Steenstraat 40. Zijn belangrijkste nieuwbouwcomplexen in Brugge zijn de voormalige Rijksnormaalschool aan de Sint-Jorisstraat, de Minnewaterkliniek aan de Professor Dr. J. Sebrechtsstraat en het Provinciaal hof en het Postgebouw op de Markt.
Buiten Brugge krijgt hij op het einde van zijn carrière twee belangrijke nieuwbouwopdrachten, waarvan zeker deze van het Centraal Station van Antwerpen zijn faam definitief vestigt. Ook de realisatie van de Sint-Petrus- en Pauluskerk in Oostende is spraakmakend. Met beide realisaties bewijst hij dat zijn creatieve kwaliteiten Brugge ver overstijgen.
(Bron: Museumbulletin, ‘De uitvinding van Brugge. De stad van Delacenserie.’, Uitgever: Bertil van Outryve d’Ydewalle, jaargang 29 juli-sep, 2009.)
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Sint-Annarei 17 (Brugge)
Van 1580 tot 1921 brouwerij "Den Hert". Diephuis met enkelhuisopstand van zes traveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldak. Jaartal 1675. Consoliderende "Kunstige Herstelling" in 1879 naar ontwerp van architect L. Delacenserie (Brugge).
Sint-Jansstraat 18 (Brugge)
Dubbelhuis in neorococostijl met achterliggend koetshuis in Sint-Walburgastraat, van zes traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak (nok parallel aan de straat, leien). Oude kern uit de 18de eeuw van één bouwlaag met eenvoudige bepleisterde gevel. Huidig uitzicht naar ontwerp van architect L. Delacenserie (Brugge) van 1899.
Moerstraat 26-28 (Brugge)
Twee diephuizen, achteruitspringend ten opzichte van de rooilijn, met klein voorplein afgesloten door middel van een smeedijzeren hek op arduinen basis; drie/vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen).
Minderbroedersstraat 10 (Brugge)
Diephuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak van 1889. Neorenaissancegetinte gevel, deels opgetrokken in 1875 in Brussel, volgens L. Devliegher Hertogstraat nummer 22 naar ontwerp van architect A. Mennessier. In 1889-1890 overgebracht naar Brugge en gedeeltelijk herbouwd naar ontwerp van architect L. Delacenserie (Brugge). Consoliderende "Kunstige Herstelling" van 1978-1979 naar ontwerp van architect F. Sohier (Brugge).
Niklaas Desparsstraat 3 (Brugge)
Huis van 1869. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel heden met groene accenten, aanleunend bij de second empire.
Koningin Astridplein 27 (Antwerpen)
Begrensd door het Koningin Astridplein aan de noordzijde, Pelikaansstraat aan de westzijde en Dierentuin aan de oostzzijde. De eerste Belgische spoorlijn, het segment Brussel-Mechelen, werd ingehuldigd op 5 mei 1835; op 3 mei 1836 volgde het segment Mechelen-Antwerpen.
Kleine Kerkhofstraat (Brugge)
Volledig ommuurde (baksteen) kerkhofsite van circa 12 hectare toegankelijk via een verankerd bakstenen poortgebouw.
Pieter Pourbusstraat 3 (Brugge)
Complex heden bestaande uit een diephuis met trapgevel (8 treden + topstuk) van drie traveeën en twee bouwlagen, een gekanteelde lijstgevel van twee traveeën, een lage aanbouw met ingang, en twee bijgebouwen onder meer poortgebouw met puntgevel aan de Grauwwerkersstraat; vóór 1899 omvatte het complex een 16de-eeuwse trapgevel, een diephuis met afgewolfde bedaking en lijstgevel van twee traveeën en een tuinmuur met poortje.
Steenstraat 25 (Brugge)
Voormalig ambachtshuis van de metselaars. Diephuis van vier traveeën en heden begane grond + entresol en twee bovenverdiepingen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Laatrenaissancistische krulgevel gedateerd "Den 14 augustus" "Anno 1625", zie vergulde cartouches, naar ontwerp van H. Stalpaert, steenhouwer, en J. De Wachter, meester-metselaar.
Steenstraat 40 (Brugge)
Diephuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Laatgotische trapgevel van "1527-1528"; in opdracht van het ambacht gebouwd ter vervanging van het bouwvallige ambachtshuis.
Noordzandstraat 21 (Brugge)
Hotel van 1886 naar ontwerp van architect L. Delacenserie (Brugge) ter vervanging van drie hiertoe gesloopte panden met trap- en klokgevels. Consoliderende "Kunstige Herstelling" in 1983 naar ontwerp van architect W. D'Hont (Gent?).
Blinde-Ezelstraat 2 (Brugge)
Voormalige Burgerlijke Griffie. Vanaf 1434 tot 1534: ondergebracht in de hier gelegen annex van het "Landhuis van het Brugse Vrije". 1537: voltooiing van de nieuwe bouw, ter vervanging van het gesloopte bouwvallige pand; uitbreidingen mogelijk beëindigd in 1608. Huidig gebouwencomplex, in het noorden begrensd door Burg, in het oosten door voormalig "Landhuis van het Brugse Vrije", in het zuiden door de Reie en in het westen door Blinde Ezelstraat. Locatie van een deel van de administratieve stadsdiensten.
Jakob van Ooststraat 2, Kuipersstraat 14 (Brugge)
Neoclassicistisch breedhuis met horecafunctie naar ontwerp van architect L. Delacenserie (Brugge) van 1869.
Genthof 11, Woensdagmarkt 9-10 (Brugge)
Herenhuis op L-vormige plattegrond van zeven + vijf traveeën en vier bouwlagen onder leien schilddak.
Genthof 2, Jan van Eyckplein 8 (Brugge)
Hoekpand met dubbelhuisopstand van drie en drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. Oude 13de-eeuwse kern, zie dakgebinte waarvan hergebruikte balken dendrochronologisch gedateerd in 1225-1240 en metselwerkfragmenten in de zijgevels. Het huidig uitzicht combineert een gevel uit de eerste helft van de 16de eeuw met laatclassicistische deurpartij en neogotische elementen, die dateren van een Kunstige Herstelling in 1877 naar ontwerp van architect L. Delacenserie. Verankerde bakstenen lijstgevel met verhoogde begane grond gemarkeerd door Brugse travee, met typerend gebruik van zandsteen. Op de hoek, beeldnis met Madonna met Kind. Zijgevel aan de kant Spiegelrei met puntgevel. Classicistische verankerde bakstenen aanbouw uit de 18de eeuw; vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak.
Dijver 17A-C (Brugge)
Voormalige patriciërswoning van de heren van Gruuthuse, nu Gruuthusemuseum. Het pand heeft een kern uit de 15de eeuw, in het vierde kwart van de 19de eeuw grondig gerestaureerd door architect L. Delacenserie en met vleugel aan Gruuthusestraat van het eerste kwart van de 20ste eeuw. Aan westkant van de Reie gelegen complex op onregelmatige plattegrond met binnenplaats: de hoofdvleugel met 15de-eeuwse kern op L-vormige plattegrond met hoektoren, in de noordwesthoek conciërgewoning en lapidarium.
Professor Dr. J. Sebrechtsstraat 1-2, 1A (Brugge)
Huize Minnewater, in 1978 wordt beslist de kliniek in te richten als rust- en verzorgingstehuis voor bejaarden, voorheen zogenaamd "Minnewaterkliniek". Ruim neogotisch complex van 1885-1892 naar ontwerp van architect L. Delacenserie (Brugge) dat zich over de hele straatlengte uitstrekt.
Boomgaardstraat 1, Kandelaarstraat 1, Verversdijk 16 (Brugge)
Voormalig jezuïetencollege. Gebouwencomplex ingesloten in het noorden door de Hoornstraat, in het zuiden door de Kandelaarstraat, in het westen door het Sint-Maartensplein en in het oosten door de Verversdijk. Gebouwencomplex is fasegewijs tot stand gekomen.
Stationsstraat 62, 70, Wellingstraat 34 (Beernem)
Kasteel gebouwd in 1878 naar ontwerp van architect Louis Delacenserie, geïnspireerd op de Brugse baksteengotiek en de traditionele bak- en zandsteenstijl. Omgevend park in landschappelijke stijl met hoofdtoegang via de Wellingstraat, met neerhof, paardenstallen, koetshuis en recentere villa's waaronder een dokterspraktijk.
Carmersstraat 174 (Brugge)
Gebouwencomplex ten noorden begrensd door de Carmersstraat, ten oosten door de Kazernevest, ten zuiden door de Rolweg en ten westen door het buurpand nummer 176. Rij van gekandelaarde en geknotte lindes binnen de ommuring.
3de en 23ste Linieregimentsplein 1, Veerbootstraat (Oostende)
Kazerne deels teruggaand op een militair complex uit de Hollandse periode. Onder impuls van Leopold II wordt een nieuwe kazerne uitgewerkt, met een officiersmess naar ontwerp van Delacenserie.
Blinde-Ezelstraat, Breidelstraat, Burg, Burgstraat, De Garre, Eiermarkt, Geernaartstraat, Geldmuntstraat, Hallestraat, Hoogstraat, Kleine Sint-Amandsstraat, Kuipersstraat, Mallebergplaats, Markt, Oude Burg, Philipstockstraat, Rozemarijnstraat, Sint-Amandsstraat, Sint-Jakobsstraat, Steenstraat, Vlamingstraat, Wollestraat (Brugge)
Het stadsgezicht van de Markt en de Burg met omgeving omvat belangrijke historische pleinen en straten die een rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van de stad Brugge.
Niklaas Desparsstraat 11 (Brugge)
Neoclassicistich herenhuis van 1869 naar ontwerp van architect L. Delacenserie (Brugge) als verbouwing van ouder pand. Enkelhuisopstand van zes traveeën en drie bouwlagen onder schilddak.
Kuipersstraat 2, Niklaas Desparsstraat 1 (Brugge)
Bepalend neoclassicistisch hoekpand van 1869 naar ontwerp van architect L. Delacenserie (Brugge). Vier + één afgeschuinde hoektravee + drie traveeën en drie bouwlagen onder mansardedak.
Kuipersstraat 4-12 (Brugge)
Neoclassicistische eenheidsbebouwing van oorspronkelijk vijf winkelhuizen, in totaal van veertien traveeën en drie bouwlagen onder zadeldaken. Bepleisterde witbeschilderde lijstgevel naar ontwerp van architect L. Delacenserie (Brugge) van 1870.
Markt 1 (Brugge)
Neogotisch hoekpand naar ontwerp van architect Jules Coomans (Ieper) van 1908 en opgetrokken in 1910-1914. Bijhorende conciërgerie naar ontwerp van architect Edward Schelstraete (Brugge) van 1925 met integratie van arduinen klokgevel van 1732 afkomstig van de Markt, zie Philipstockstraat nummer 2.
Mariastraat (Brugge)
Georiënteerde, gotische kerk, waarvan het driebeukige schip in Scheldegotiek opklimt tot de eerste helft van de 13de eeuw. Het koor en de toren werden later in de 13de eeuw aangevat; in de 14de en 15de eeuw wordt de kerk verder vergroot. De huidige plattegrond ontvouwt: een vijfbeukig basilicaal schip van vijf traveeën, centraal westportaal geflankeerd door twee ronde traptorentjes, uitspringende noordelijke zijbeuk. Het pseudo-transept vormt een bredere, zesde travee met aan de noordkant de vierkante toren en het Paradijsportaal, ten oosten de Heilige Kruiskapel. Het vijf traveeën tellende driebeukige koor heeft vijf straalkapellen en een driezijdige apsis; ten noorden ingebouwde zijkapellen en bidtribune van Gruuthuse, ten zuiden sacristie, Lanchals- en Van Overtveltkapel.
Sint-Petrus- en -Paulusplein (Oostende)
Westelijk georiënteerd neogotisch bedehuis van het basilicale type met twee grote torens ten oosten en ten westen praalkapel, zogenaamde Koninginnekapel, opgericht ter herdenking van Louise-Marie van Orléans.
Wijngaardplein 15 (Brugge)
Voormalige pastorie van de sinds de 13de eeuw opgerichte Begijnhofparochie - zoals gebruikelijk gelegen buiten het hof - zie op kaart van Popp (1865) met aanduiding van het zogenaamde "Maison curiale".
Naaldenstraat 17-21, 19A (Brugge)
Voormalige patriciërswoning, sinds 1829 klooster van de zusters van Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart. Complex bestaande uit een nagenoeg vierkant bouwblok met centrale binnenplaats aan de zuidoost-, zuidwest- en noordwestzijde afgezet met galerijen; zuidelijke traptoren in oksel; kapel aan noordwestzijde en achterliggende ommuurde tuin lopend tot aan de Grauwwerkersstraat met achteraan een kleine kapel. De oudste kern dateert uit eerste helft 15de eeuw, uitgebreid later in de 15de eeuw en 16de eeuw.
Oude Zak (Brugge)
Monumentale poort gebouwd naar ontwerp van architect L. Delacenserie (Brugge) en opgevat als rijk versierde neoclassicistische portiektravee.
Academiestraat 18 (Brugge)
Vergaderplaats van de Brugse poorters opgetrokken begin 15de eeuw als een grosso modo vrijstaand hoekpand in laatgotische stijl met typerende beeldnissen. Circa 1900 vond een historiserende restauratie plaats naar ontwerp van architect L. Delacenserie. Constructie van Balegemse zandsteen op trapezoïdale plattegrond; achtergevel met centrale, deels ingebouwde veelzijdige, slanke traptoren van vijf bouwlagen. Oorspronkelijk vijf traveeën en rechts twee traveeën van circa 1900, souterrain en twee bouwlagen onder leien zadeldak met houten dakkapellen. Linker zijgevel van drie traveeën met puntgevel.
Breidelstraat 3, Markt 5 (Brugge)
Bouwgeschiedenis nauw verbonden met die van het links aanpalend Provinciaal Hof waarmee het een neo-Brugs eenheidsontwerp vormt van de architecten L. Delacenserie (Brugge) en R. Buyck (Brugge) van 1885; in tegenstelling tot het Provinciaal Hof reeds in 1891 voltooid en meteen in gebruik genomen.
Markt 3 (Brugge)
T-vormig gebouw in neo-Brugse stijl met representatieve westvleugel als dominant, centraal element van de oostelijke Marktzijde; de oostelijke achtervleugel met vergaderfunctie is omgeven door een kleine binnenplaats en tuin aansluitend bij die van de ambtswoning van de gouverneur; in de zuidwestelijke oksel van beide vleugels bevindt zich het deels ingebouwde trappenhuis met de staatsietrap.
Hugo Losschaertstraat 5B, Klaverstraat 46-50, Schuttersstraat 10, Sint-Jorisstraat 69-71 (Brugge)
Voormalige Rijksnormaalschool, heden Departement Lerarenopleiding. Oorspronkelijke locatie van het Oudhof van de schuttersgilde van Sint-Joris. Complex bestaande uit het schoolgebouw (nummer 71) met imposante ingang aan Sint-Jorisstraat en links ervan de oorspronkelijke directeurswoning (nummer 69).
Spiegelrei 17-18 (Brugge)
Eenheidsbebouwing van twee diephuizen met respectievelijk een neobarokke trapgevel en een verankerde bakstenen trapgevel, van 1898 naar ontwerp van architect L. Delacenserie, opgetrokken als Kunstige Herstelling neerkomend op de verbouwing van samenstel van twee ongelijke puntgevels verenigd tot één woonhuis. Nummer 18 bevat een 14de-eeuwse kern.
Jan van Eyckplein 9 (Brugge)
Samenstel van drie diephuizen met respectievelijk twee, drie en vier traveeën en telkens twee bouwlagen onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, Vlaamse pannen), uit de 17de eeuw echter met in de loop van de 19de eeuw (?) aangepaste muuropeningen.
Wijngaardplein 14 (Brugge)
Gebouwd boven de sluis. Zeldzaam voorbeeld van stuw- en afsluitwerk voorzien van drie stuwgaten, waarvan één dichtgemetseld (links), één voorzien van ijzeren afsluitplaat (rechts) en centraal afgesloten door een houten deur met natuurstenen middenstijl. Vrijstaand pand, eertijds gebouwd in 1519 naar aanleiding van herbouw van het sluizencomplex met het oog op waterhuishouding en waterpeilbeheersing van de binnenreien.
Burg 13-14 (Brugge)
Gebouwencomplex gelegen in de zuidwesthoek van de Burg. Aan de zuidzijde, de dubbelkapel met beneden de Sint-Basiliuskapel en erboven de basiliek van het Heilig Bloed met de aansluitende Heilige-Kruiskapel ten zuiden; aan de westzijde, het haaks aansluitende eenheidsconcept met het trappenhuis van de basiliek links en de Criminele Griffie rechts; achter laatst genoemde, het museum en de conciërgerie uitziend op de Reie.
Mariastraat 38, 44 (Brugge)
Voormalig broederklooster. Samenstel van verschillende gebouwen, waaronder het hoofdgebouw opklimmend tot de tweede helft van de 13de eeuw, met een kleinere vleugel gedateerd 1503, een huis met meesterskamer, voornamelijk opklimmend tot de tweede helft van de 15de eeuw en vergroot in het eerste kwart van de 16de eeuw, een tweede huis teruggaand tot midden 16de eeuw, een kloostergang van kort na 1503, en een kapel herbouwd in 1907-1909. In de kloosterhof, bakstenen waterput en smeedijzeren bekroning van 1907 naar ontwerp van L. Delacenserie uitgevoerd door E. De Vooght.
Mariastraat 44 (Brugge)
Drie parallelle hallenzalen in romaanse en gotische stijl, opklimmend tot de 13de eeuw, ten zuiden palend aan de Reie. Opgetrokken uit veld-, tuf- en baksteen, gebruik van Doornikse steen voor zuilen, scheibogen, lijstwerk, bolkozijnen en van Euvillesteen voor de restauraties. De zalen omvatten eveneens een kerk, Sint-Corneliuskapel en romaanse toren.
Mariastraat 44 (Brugge)
Kloostergebouwen van de hospitaalzusters van Sint-Jan, vanaf 1539 tot eind 17de eeuw opgericht in vier fasen. Twee ongelijke vleugels van achter elkaar liggende bakstenen gebouwen van twee bouwlagen onder zadeldaken.
Blinde-Ezelstraat 1, Burg 12 (Brugge)
Huidig gebouwencomplex, is fasegewijs tot stand gekomen op de plaats van het vroeger Ghyselhuus waar de schepenen vergaderden. De oudste vleugel, aangevat in 1376 onder graaf Lodewijk van Male, kan beschouwd wordt als het eerste monumentale, middeleeuwse stadhuis van onze gewesten en de eerste toepassing van Brugse travee. Daarnaast omvat het complex: een eerste uitbreiding van circa 1410, de Nieuwe Schepenkamer van 1523 maar na brand van 1946 herbouwd door architect J. Viérin, derde uitbreiding oorspronkelijk met kapel, keuken en wezenkamer gebouwd in 1544-1545 door meester-metselaar C. Sixdeniers, de Nieuwe Vierschaar van 1603-1604, de Thesaurie gedateerd met jaarankers 1614, een traptoren naar ontwerp van L. Delacenserie van 1903-1904 en het Kabinet van de Burgemeester van architect L. Dugardyn van 1972.
Grote Markt 6 (Diksmuide)
Stadhuis, belfort en voormalig politiecommissariaat van Diksmuide. Het vooroorlogse stadhuis van Louis Delacenserie raakt tijdens de Eerste Wereldoorlog totaal vernield. Bij de heropbouw van het stadhuis in 1923-1925 wordt geopteerd voor een volledig nieuw ontwerp van de architect Valentin Vaerwyck in een eclectische vormentaal met referenties aan de gotiek en de renaissance, met mobilair ontworpen door Luc Viérin.
Jan van Eyckplein 7 (Brugge)
Laatgotisch diephuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen); jaarcartouches 1557.
Jan van Eyckplein 1-2, Spanjaardstraat 2 (Brugge)
Pand gelegen ten noorden van de Sint-Jansbrug waar sinds een onbekend tijdstip de grote tol namelijk de tol op internationale en interregionale handel werd geheven tot het einde van het Ancien Régime. Huidig uitzicht is fasegewijs tot stand gekomen en bewaart een oude kern en sporen van een bouwfase omstreeks het einde van de 15de eeuw. Tolhuis met omstreeks eind 19de eeuw heropgebouwde gevel met puntgevel in Doornikse steen en Brabantse zandsteen. Rechts bakstenen trapgevel, eveneens heropgebouwd in vierde kwart 19de eeuw, naar ontwerp van architect L. Delacenserie. Links vooruitspringende aanbouw met een trap en opengewerkt voorportaal, links geflankeerd door het natuurstenen geveltje van de rijkepijnders, heropgebouwd eind 19de eeuw. Hoekhuis bij Spanjaardstraat met een bakstenen trapgevel van 1930, evenals de aanpalende smalle galerij met trapgevel links ernaast.
Langerei 62-63 (Brugge)
Twee enkelhuizen opgesteld volgens spiegelend schema. Breedhuizen van twee/drie traveeën, souterrain en drie bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen) van circa 1904, naar ontwerp van architect L. Delacenserie (Brugge). Opvallende, eclectische trapgevels (9 treden en topstuk) met aansluitende haakse bedaking.
Sint-Jakobsplein 1 (Brugge)
Het deels vrijstaande, neogotische pand is opgetrokken in 1893, wellicht naar een ontwerp onder leiding van architect L. Delacenserie of C. De Wulf. Het werd gebruikt als vergader- en archiefruimte van de kerkfabriek van de Sint-Jakobsparochie. De ligging van dit pand aan de rand van het Sint-Jakobsplein verleent het huis een uitzonderlijk en beeldbepalend karakter. In 1904 is naast het huis een natuurstenen gedenkteken opgericht naar een ontwerp van architect A. De Pauw ter gelegenheid van de vijftigjarige verjaardag van het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis. Het neogotische gebouw, opgetrokken in 1892-1893, werd oorspronkelijk gebruikt voor de vergaderingen en de archieven van de kerkfabriek van de Sint-Jakobsparochie. Het plan voor dit prestigieuze huis voor de armendis bleef bewaard maar werd niet ondertekend. "Kunstige Herstellling" van 1990-1992 naar een ontwerp van de Brugse ar
Spiegelrei 16 (Brugge)
Oorspronkelijk twee diephuizen van respectievelijk drie en vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen); trapgevels uit de 17de eeuw.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Delacenserie [online], https://id.erfgoed.net/personen/7038 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.