Randgemeente ten zuidwesten van Gent. Ten noorden begrensd door Lovendegem, Mariakerke en Vinderhoute, ten oosten door Mariakerke en Gent, ten zuiden door Sint-Denijs-Westrem, Afsnee, Sint-Martens-Latem en Sint-Martens-Leerne en tenslotte in westelijke richting aansluitend bij Vosselare, Landegem en Merendree. De Leie (in het zuiden), Meirebeek (in het westen) en Kalebeek of Gavergracht (in het noorden) vormen natuurlijke begrenzingen. Voornamelijk landbouwgemeente met een relatief lage bevolkingsdichtheid (11.165 inwoners in 1976), de landbouwgronden beslaan 2/3 van de totale oppervlakte (2743 hectare) waarvan de helft weilanden aan de Leie-oevers. Enkele landschappelijk belangrijke gebieden zoals de Bourgoyen en Ossemeersen vormen trouwens een brede scheidingsgordel met Gent. De gemeente telt elf wijken en drie parochies: Sint-Gerulfus (Dorp of centrum), Sint-Martinus (Baarle) en Onze-Lieve-Vrouw (Luchteren). Tevens zetel van een dekenij. In feite moet de huidige gemeente Drongen opgesplitst worden in twee kernen, namelijk Drongen en Baarle (tot 1805 een zelfstandige gemeente).
Ontstaan op een vanouds bewoonde plaats (zie prehistorische vondsten in Baarlevelde en Halewijn en bij het "Valkenhuis"), de oorsprong van de naam zelf is nog niet bekend. Gallo-Romeinse vondsten werden opgegraven onder meer in de Bourgoyen. Oudste vermelding als Truncinas in 820-822. De heerlijkheid Drongen wordt beschouwd als één van de oudste heerlijkheden, oorspronkelijk toebehorend aan de graven van Vlaanderen, en vanaf de 11de eeuw onder het huis van Aalst, daarna de heren van Kortrijk. De rechten van de heerlijkheid, afhankelijk van de Kasselrij van de Oudburg van Gent, waren vanaf de 13de eeuw gemeenschappelijk bezit met de heren van Deinze. In 1786 werd graaf Jean-Baptiste d'Hane-Steenhuyse de laatste bezitter van de heerlijkheid.
Naast de heerlijkheid Drongen telde men nog zeventien andere heerlijkheden, onder meer de heerlijkheid van de abdij. Belangrijk element in de dorpsgeschiedenis is de stichting en de groei van de abdij, oorspronkelijk een kapittel van seculiere monniken, vermoedelijk opklimmend tot de 7de eeuw. Door toedoen van Iwein van Aalst in de 12de eeuw omgevormd tot een benedictijnerabdij. De in de 19de-eeuw vernieuwde abdijkerk fungeert eveneens als parochiekerk.
De oudste vermelding van Baarle (dit is Barloria) dagtekent van 820-822. Eigendom van de Sint-Pietersabdij, bestuurlijk en fiscaal behorend tot de Kasselrij van de Oudburg. Het oorspronkelijk dorp strekte zich uit aan weerskanten van de Leie. De kerk van Baarle wordt de eerste maal vermeld in 1025. Bij keizerlijk decreet van 22 januari 1805 werd Baarle als gemeente afgeschaft, het deel rechts van de Leie-oever werd ingelijfd bij Sint-Martens-Latem en het linkerdeel bij Drongen. Kerkelijk gezien bleef het echter een afzonderlijke parochie.
Drongen bleef tot het midden van de 20ste eeuw haar landelijk karakter behouden met een gespreide bebouwing van hoeven en kastelen. In 1978 werd in het kader van het "Jaar van het dorp" door de Landelijke Gilden Drongen en Drongen-Baarle aan de hoeven aangesloten bij de gilde een historisch, geografisch of geologisch verantwoorde hoevenaam op een huisnaambord geschonken, aangebracht op een gevel van de hoeve. Enkele gereconstrueerde of sterk gerestaureerde hoeven werden, niettegenstaande hun soms historische waarde, niet gerepertorieerd indien het gebouw uiterlijk geen originele sporen behoudt (bijvoorbeeld de Wafelijzerhoeve, of Het Bollewerk).
De rijkswegen Gent-Deinze en Drongen-Hansbeke vormden de voornaamste verkeersaders. Doch reeds in 1832 werd door de aanleg van de spoorlijn Gent-Brugge, die het dorp in oost-west richting doorkruist, een belangrijke nieuwe verkeersader geschapen die een lichte toename van de bevolking mogelijk maakte.
Een sterke bevolkingsaangroei door pendelaars komt er echter definitief na de tracering van de E5 autosnelweg (1950), waardoor wordt verholpen aan de slechte verbindingswegen en de grote verwijdering met de stad Gent. Tevens voorzag men in de buurt van de E5 een nieuw industrieterrein, dat naast diverse kleine industrieën moest voorzien in werkgelegenheid voor de bevolking. Dit industrieterrein ligt voornamelijk op het gehucht Baarle. Een andere belangrijke factor is het openen van de Ringvaart in 1969.
Drongen kon steeds de stedelijke expansie vermijden maar onderging voornamelijk de jongste jaren enkele drastische ingrepen door verbouwingsverdichtingen aan belangrijke banen, door de verkaveling van grote landbouwgebieden en ten gevolge van nieuwe of vernieuwde verbindingswegen onder meer van Gent naar de oprit Drongen op de E5.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nd, Brussel - Gent.
Auteurs: Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)