Beschermd cultuurhistorisch landschap van tot ( vernietigd)
Altenbroek en Voervallei met omgeving
nietigverklaringen: 14-09-2021 ID: 14993
Altenbroek en Voervallei met omgeving
definitieve beschermingsbesluiten: 20-12-2018 ID: 14748
's Gravenvoeren, Sint-Martens-Voeren (Voeren)
Het landschap omvat de vallei van de Veurs vanaf Krindaal en de vallei van de Voer van Sint-Martens-Voeren tot aan de westelijke staatsgrens met Nederland. Het volledige gebied van Altenbroek en het omgeving van het Hoogbos vormen de noordelijke grens. De valleigraslanden en de aanpalende grasland- en graftenrijke hellingsgronden vormen een belangrijke component binnen het landschap. De aanpalende (beboste) hellingen en plateaus hebben een samenhang met de valleien. Het landschap bevat een grote dichtheid aan punt- en lijnvorminge landschapselementen zoals houtkanten, solitaire bomen, veekeringshagen van geschoren meidoorn en holle wegen. De valleien en hellingen worden gekenmerkt door een hoge dichtheid aan historische permanente graslanden, soms met hoogstamboomgaard en vaak begrensd door houtkanten op graften of meidoornhagen. Verspreid in het landschap liggen gebouwen met erfgoedwaar
Ottegraeven 3 (Voeren)
De afsluitingshaag bij het park van het Kasteel van Ottegraeven sluit het park aan de straatzijde af. Ze bestaat uit een geschoren haag van eenstijlige meidoorn.
Vitschen (Voeren)
De gemengde houtkant bevindt zich op een talud langs de Noorbeek. De soortensamenstelling bestaat uit hakhout en opgaande bomen van gewone es en zwarte els, gewone hazelaar, zomereik, eenstijlige meidoorn en sleedoorn. De houtkant vormt een eenheid met de beek en werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van de waterloop. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout of loofvoerdering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Kerkhofstraat (Voeren)
Ommuurde begraafplaats gelegen ten noordwesten van het centrum van ’s Gravenvoeren. De begraafplaats werd opgericht in het interbellum na afschaffing van het kerkhof rond de kerk.
Steenbos (Voeren)
De opgaande valse Christusdoorn staat bij de Steenboskapel op het kapelhof. Er staat tevens hakhout van gewone esdoorn, hazelaar en gewone es.
Altenbroek (Voeren)
De bomengroep met verschillende boomsoorten staat aan de rand van een poel. De bomengroep en poel bevinden zich aan de rand van een weiland, palend aan een bos en gelegen in de omgeving van het kasteel Altenbroek. De bomengroep met vijf bontbladige esdoorns, twee zomerlinden en twee witte paardenkastanjes bevindt zich ten zuiden van het kasteel Altenbroek, en maakt vermoedelijk deel uit van de landschappelijke parkaanleg in de omgeving van het domein. Soorten zoals bontbladige esdoorns zijn bijzondere soorten die gebruikt worden omwille van zijn kleurschakeringen.
Altenbroek (Voeren)
De bomengroep bestaat uit opgaande zomereiken op de hoek van twee halfverharde wegen. De bomengroep bevindt zich aan de rand van een weiland, op de splitsing van een holle weg en is gelegen in de omgeving van het kasteel Altenbroek. Deze bomengroep bestaat uit vijf grote zomereiken, met omtrekken tot meer dan drie meter. Ze bevinden zich ten zuiden van het kasteel Altenbroek, en maken vermoedelijk deel uit van de landschappelijke parkaanleg in de omgeving van het domein. Hier is de bomengroep eveneens aangeplant in functie van het voorkomen van erosie van het talud van de holle wegen.
Kinkenberg (Voeren)
De gemengde brede houtkant staat op het talud van een weg. De samenstelling ervan bestaat onder andere uit hakhout en opgaande bomen van gewone es, opgaande bruine beuk, Canadapopulieren en een dik sleedoornstruweel. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud van een holle weg. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het steile talud van de holle weg. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Greb (Voeren)
De brede gemengde houtkant staat op een talud tussen weilanden. De samenstelling ervan bestaat onder andere uit hakhout van gewone es, hakhout en opgaande bomen van gewone robinia, gladde iep, eenstijlige meidoorn, zomereik, zoete kers, hakhout van gewone hazelaar en hakhout van witte paardenkastanje. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het steile talud van de holle weg. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Kwinten (Voeren)
De bronvoerende holle weg, het 'Waterwegske' staat reeds op de Kabinetskaart van de Ferraris ingetekend. Een deel van de holle weg wordt gekenmerkt door kalktufafzettingen. Over een lengte van ongeveer 8 meter is kalktuf waarneembaar.
Kwinten (Voeren)
De bronpoelen bevinden zich op een zijbeek van de Veurs die vanop op de Martelberg vertrekt. De bron net te zuiden van weg Kwinten staat reeds op de Kabinetskaart van de Ferraris ingetekend. Ook op Vandermaelen staat deze gekarteerd. De bronpoelen zijn door beplantingen omgeven.
Altenbroek, Vitschen (Voeren)
De bomenrij van bruine beuken bevindt zich aan de rand van een hellingbos bij de vallei van de Noorbeek. De opgaande bomen begeleiden een zicht vanuit het Kasteel Altenbroek in westelijke richting. De bomen zijn omwille van hun kleurschakeringen in de bosrand ingeplant.
Ottegraeven (Voeren)
De twee bruine beuken bevinden zich aan de rand van een hellingbos bij de vallei van de Voer. De opgaande bomen begeleiden een zicht vanuit het Kasteeldomein van Ottegraeven in oostelijke richting. De bomen zijn omwille van hun kleurschakeringen in de bosrand ingeplant.
Sint-Martens-Voeren (Voeren)
De dolines komen op de helling van het Broekbos en bovenop het plateau bij 'Op de Eiken' voor. Een doline is een ketel- of trechtervormige depressie ontstaan door instorting als gevolg van de oplossing van onderliggende kalksteen door koolzuurhoudend water. In het Broekbos is ze overgroeid met bosvegetatie, maar zijn wel in het reliëf herkenbaar. Op het plateau ligt de doline in de kadastrale hoek van een weiland.
's Gravenvoeren (Voeren)
Bij een oprit naar een woning vanaf Bovendorp loopt een onverharde wegel zijwaarts het plateau op. De graswegel loopt tussen weilanden en meidoornhagen en komt uit bij de dwarsweg die van Mennekesput naar de Steenboskapel leidt. Hier is de weg deels verstevigd met kasseien. Deze weg is een van de verbindingswegen tussen het dorp en de Voer en de zuidelijke landbouwgronden op het plateau. Daarenboven bood deze weg ook aansluiting op de rest van het netwerk van onverharde wegen ten zuiden van 's-Gravenvoeren.
's Gravenvoeren (Voeren)
Van op de hoofdweg naar Schophemerheide leidt een onverharde weg naar het zuiden. De weg slingert door het bos de helling af richting de Voervallei en sluit aan op de voetweg die parallel loopt met de beek. Deze onverharde weg biedt een korter traject aan tussen de voormalige Schophemerheide en het gelijknamige gehucht in de beekvallei en is reeds aanwezig op de Vandermaelenkaart. De onverharde weg sluit aan op de voetweg naar Schophem wat doet vermoeden dat ook deze weg vooral bestemd was voor voetgangers.
's Gravenvoeren (Voeren)
Een wegkruis markeert het kruispunt van zes onverharde wegen die zich ingesneden hebben in het plateau. Vijf van deze veldwegen hebben dezelfde noordoost-zuidwest oriëntatie en leiden van in het dorp de helling op. Een zesde voetweg wijkt af van dit patroon en kruist in noordwestelijke richting het plateau om vervolgens parallel met een holle weg naar het noordoosten te lopen. Dit smalle pad vormt een historische doorsteek tussen de twee hoofdwegen die het dorp verbinden met de hoger gelegen landbouwgronden. De voetweg kruiste hierbij de uitgestrekte akkers op het plateau. Deze weg maakt deel uit van het historisch netwerk van onverharde wegen en paden die gebruikt werden voor het lokaal verkeer in en rond het dorp en wordt reeds afgebeeld op de Atlas der Buurtwegen en de Vandermaelenkaart.
Vitschen 46 (Voeren)
Voormalig douanekantoor op de weg naar Noorbeek en Mheer (Nederland).
Oude Linde (Voeren)
De drie opgaande zomereiken staan op het kruispunt van een historisch stratenpatroon. Het wegenknooppunt 'De Oude Linde' staat reeds op de Kabinetskaart van de Ferraris ingetekend. Ook op latere kaarten, zoals Vandermaelen, is dit patroon steeds herkenbaar. De open ruimte bij de zesweegse wordt gekenmerkt door een kapel, jonge opgaande linden en drie grote opgaande zomereiken. De eiken hebben een stamomtrek van tussen 224 en 243 cm. De bomen hebben een mooie representatieve groeivorm en zijn beeldbepalend.
Mulleke 1 (Voeren)
De bomenrij van drie opgaande okkernoten staat ten noorden van de watermolen Het Meuleke. De bomen staan op een grasland en hebben een mooie representatieve groeivorm. Ze zijn zeer omvangrijk en beeldbepalend.
Meulenberg (Voeren)
Bakstenen gebouw, door middel van een gevelsteen gedateerd AO 1721.
Boomstraat (Voeren)
Beeldbepalende elektriciteitscabine opgebouwd in een verzorgde baksteenarchitectuur en gelegen ten zuiden van de dorpskern van ’s Gravenvoeren op de kruising met Mennekensput.
's Gravenvoeren (Voeren)
Achter een opvallende elektriciteitskabine vertrekt een onverharde wegel die de perceelsgrens van de woningen langs de Boomstraat volgt. De weg vervolgt tussen weilanden en eindigt bij het talud langs Mennekesput. Hier is de weg verworden tot een smal paadje ingesleten in het talud. Dit Ezelstraatje vormt een doorsteekje tussen de Boomstraat en Mennekesput om zo de drukke hoofdwegen te vermijden en is reeds zichtbaar op historische kaarten.
's Gravenvoeren (Voeren)
Langs de oever van de Voer staan twee geknotte essen met een knothoogte van ongeveer 5,5 m. De bomen staat tussen een beekbegeleidende beplanting van hakhout van zwarte els.
Kattenroth (Voeren)
De geknotte haagbeuken staat op de perceelsgrens van een verruigd grasland, een voormalige hoogstamboomgaard, ten zuiden van de voormalige hoeve Kattenroth. De omvangrijke knotbomen hebben een mooie representatieve groeivorm.
Heuvelke (Voeren)
De geknotte meidoorn staat op het talud van een holle weg. De meidoorn is mogelijk een relict van een geschoren meidoornhaag.
Kattenroth (Voeren)
De geknotte wintereik staat op de perceelsgrens van een grasland ten noorden van het bos Schophemerheide. De boom heeft een mooie representatieve groeivorm.
Ulvend (Voeren)
Rond het gehucht Ulvend staat op de Kabinetskaart van de Ferraris een cluster van hoogstamboomgaarden ingetekend. Op alle latere kaarten zijn omhaagde hoogstamboomgaarden op de kaarten ingetekend. De geknotte winterlinde staat in de kadestrale perceelshoek van een van de hoogstamboomgaarden en doet hier dienst als hoekboom.
Hoeneveldje (Voeren)
De éénstijlige meidoornhaag is het restant van een gelegde meidoornhaag als veekering nabij een zevensprong.
's Gravenvoeren (Voeren)
Op de overgang van de hellingsgronden naar het plateau ligt deze hoogstamboomgaard. De boomgaard is aangeplant in de tweede helft van de 20ste eeuw. Op de orthofoto van 1971 is hij goed ontwikkeld. De hoogstamboomgaard bestaat voor 3/4 uit perelaars en voor 1/4 uit kerselaars. De boomgaard telt nu 37 bomen die in vier rijen staan. Er staan ook nog enkele knotbomen van eik. De hoogstamboomgaarden in Voeren kennen een hoge belevingswaarde en dragen bij aan de streekidentiteit van het landschap. Hoogstamboomgaarden hebben een hoge erfgoed- en natuurwaarde en herbergen vaak nog oude fruitrassen.
's Gravenvoeren (Voeren)
De gemengde houtkanten staan op taluds tussen graslanden. De houtkant bestaat onder andere uit hakhoutstoven van gewone es. De beplante taluds bevinden zich parallel met de hoogtelijnen.
Komberg 30 (Voeren)
De geschoren ligusterhaag is aangeplant als afsluiting van de voortuin bij een woning.
Einde 4-6 (Voeren)
De geschoren meidoornhaag staat als erfafsluiting op de perceelsgrens van een voorerf, en is tevens de veekering.
Schophem 82 (Voeren)
Belangrijke hoeve, uit de eerste helft van de 18de eeuw, sterk aangepast in de tweede helft van de 19de eeuw. Niet meer in bedrijf.
Schophem 77 (Voeren)
Bakstenen gebouwen gegroepeerd rondom een rechthoekig erf met mestvaalt, bereikbaar via een inrijpoort in de noordvleugel
Meulenberg (Voeren)
Gietijzeren kraan, daterend van de aanleg van de waterleiding in 1891-1893.
Vitschen (Voeren)
Gietijzeren kruisbeeld met heiligenfiguur.
Ketten (Voeren)
Gietijzeren wegkruis op een betonnen sokkel, gelegen in het talud van een holle weg.
Steenbos (Voeren)
Gietijzeren wegkruis op de hoek van Schietekamer met Steenbos, vandaag omringd door een geschoren conifeer.
Jolette (Voeren)
Gietijzeren kruis gelegen aan een veldweg die ten westen van de begraafplaats loopt. Het is niet bekend wanneer dit kruis geplaatst werd.
Altenbroek (Voeren)
Het steile grasland op de noordelijke oever van de Voervallei is omringd door bossen en heeft in zuidelijke richting een mooi zicht over de Voervallei. Het grasland heeft een bijzonder microreliëf. Enerzijds zijn er op verschillende hoogtelijnen grotere graften, anderzijds is daartussen een patroon van parallelle zeer kleine taluds waar te nemen. Deze lopen eveneens evenwijdig met de hoogtelijnen. Mogelijk is dit het gevolg van betreding door vee.
's Gravenvoeren (Voeren)
Een smal graspad loopt parallel met de weg langs het kerkhof en leidt noordwaarts de helling op. De smalle doorsteek loopt tussen twee boomgaarden en komt uit bij een wegkruis waar de weg aansluit op een holle weg die verder het plateau opleidt. Het pad is deels versperd door een omgevallen fruitboom en wordt minder goed onderhouden. Mogelijk vormde dit pad een korter alternatief voor de weg langs het kerkhof die ook meerdere wegkruisen met elkaar verbindt, eventueel afhankelijk van de begaanbaarheid van de parallelweg tijdens de verschillende seizoenen.
's Gravenvoeren (Voeren)
De grindgroeven komen op verschillende plaatsen in 's Gravenvoeren voor. De groeven liggen voornamelijk in de omgeving van wegen. Ze zijn deels overgroeid met bosvegetatie, maar zijn wel in het reliëf herkenbaar als ontginningsplek. Grind werd in verschillende toepassingen gebruikt.
Kattenroth, Komberg (Voeren)
De hakhoutstoof van gewone beuk ligt op de perceelsgrens van een bosperceel. Het beukenhakhout heeft een omtrek van 490 cm (gemeten op 50 cm), en is een relict van het historische bosbeheer.
Kattenroth, Komberg (Voeren)
De hakhoutstoof van gewone beuk ligt op de perceelsgrens van een bosperceel. Het beukenhakhout heeft een omtrek van 470 cm (gemeten op 50 cm), en is een relict van het historische bosbeheer.
Kattenroth, Komberg (Voeren)
De hakhoutstoof van gewone beuk ligt op de perceelsgrens van een bosperceel. Het beukenhakhout heeft een omtrek van 570 cm (gemeten op 50 cm), en is een relict van het historische bosbeheer.
Kattenroth, Komberg (Voeren)
De hakhoutstoof van winterlinde ligt in het bos Schophemerheide. Het hakhout heeft een omtrek van 590 cm, waarvan de zwaarste stamomtrek 238 cm is. Het hakhout is een relict van het historische bosbeheer.
Kattenroth, Komberg (Voeren)
De hakhoutstoof van winterlinde ligt in het bos Schophemerheide. Het hakhout heeft een omtrek van 380 cm (gemeten op 30 cm). Het hakhout is een relict van het historische bosbeheer.
Kinkenberg (Voeren)
Het gemengde hakhoutbosje met houtkant op talud bestaat uit hakhout van gewone es, gewone robinia, eenstijlige meidoorn, sleedoorn, zoete kers en boswilg. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het talud. Een andere functie van de houtkant en het hakhoutbosje was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout of loofvoerdering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Moleke (Voeren)
Het bosje bestaat uit hakhout van gewone robinia. Het bosje werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Kerkhofstraat (Voeren)
Het geriefhoutbosje bestaat uit hakhoutstoven van gewone robinia. Het perceel heeft een oppervlakte van ongeveer 560 m². Het bosje werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het aanmaken van brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout. Het betreft een specifieke beheersvorm uit het verleden waarbij beplantingen iets boven het maaiveld werden gekapt.
Vitschen (Voeren)
De hakhoutstoof van zwarte els langs de Noorbeek heeft een mooie, representatieve groeivorm. De hakhoutstoof vormt een eenheid met de beek en werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van de waterloop. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout of loofvoerdering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Vitschen (Voeren)
Het hakhout van zwarte els bevindt zich langs de oever van de Noorbeek. Het hakhout vormt een eenheid met de beek en werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van de waterloop. Een andere functie van het hakhout was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout of loofvoerdering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Kwinten (Voeren)
De hakhoutstoven van beuk, haagbeuk en wintereik staan in het Broekbos, in de omgeving van een wegtracé dat op de topografische kaarten van de tweede helft van de 20ste eeuw staat ingetekend. De hakhoutstoof van beuk heeft een omtrek van 330 cm (gemeten op 40 cm hoogte), de hakhoutstoof van wintereik heeft een omtrek van 371 cm (gemeten op 20 cm) en het hakhout van haagbeuk heeft een omtrek van 395 cm (gemeten op 20 cm).
Ketten 7 (Voeren)
Hoeve met losstaande bestanddelen, de oude kern uit de eerste helft van de 19de eeuw, de gebouwen gelegen aan een onregelmatig gevormd erf.
Ottegraeven 1 (Voeren)
Hoeve met losse bestanddelen, met oude kern uit de tweede helft van de 18de eeuw; bestaande uit twee kleine, alleenstaande dienstgebouwen aan weerszijde van het erf.
Schophem 83-85 (Voeren)
Voormalige hoeve, met de gebouwen gelegen aan de straat; het woonhuis is haaks op deze vleugel geplaatst.
Schophemmerhei 5 (Voeren)
Bakstenen gebouwen onder zadeldaken met muuropeningen voornamelijk uit de tweede helft van de 19de eeuw.
De Plank 126 (Voeren)
Kleine voormalige hoeve uit de eerste helft 18de eeuw.
't Hof 9 (Voeren)
Een gebouw van baksteen onder zadeldak, in kern van de eerste helft 18de eeuw.
Schophem 70 (Voeren)
U-vormige hoeve met 18de-eeuws woonhuis in het gehucht Schophem op het einde van een doodlopende zijweg, gelegen tussen de weilanden. Ten zuiden van de hoeve, aan de overzijde van de straat, staat een veldhek dat een weide of voormalige boomgaard afsloot.
Kattenroth 1 (Voeren)
Langgestrekte hoeve, waarvan het woonhuis dateert van 1727, de links aansluitende schuur en stal uit begin 20ste eeuw.
Eiken 1-3 (Voeren)
Bakstenen gebouwen gegroepeerd rondom een rechthoekig erf, bereikbaar via een lange oprit en een inrijpoort in de zuidvleugel.
Snauwenberg 1 (Voeren)
Belangrijke, gesloten hoeve met oudste resterende delen uit de 16de eeuw (inrijpoort), in de loop der tijden, doch voornamelijk in de loop van de 19de- en 20ste eeuw sterk aangepast.
Ottegraeven 5-7 (Voeren)
Voormalige hoeve van het kasteel Ottegraeven, gebouwd in 1732-1733. Eind 19de eeuw wordt de hoeve gesplitst met bouw van een nieuw stalgedeelte (1897) en woonhuis (1901).
's Gravenvoeren (Voeren)
Van op de weg van Vitschen naar Kattenrot leidt een parallelle zijweg naar het noordoosten. De onverharde holle weg volgt de hoogtelijnen en komt dan samen met een noordelijke weg richting Kasteel Altenbroek en Nederland. De taluds van de holle weg zijn voorzien van gemengde houtkanten. Deze weg vormt de historische verbinding tussen het dorp en de landbouwgronden op de helling ten noorden van de vroegere Schophemherheide. Daarenboven was deze weg ook een transportroute tussen 's-Gravenvoeren en Noorbeek in Nederland.
Altenbroek (Voeren)
Van in het centrum van 's-Gravenvoeren slingert een verharde weg zich naar het noordoosten. Deze weg loopt parallel met de Noorbeek en volgt de rand van het plateau van de Snauwenberg. Ter hoogte van de koetsierswoning van het Kasteel Altenbroek gaat de weg over in een half verharde weg die door het bos het plateau opleidt. De weg is hier sterk ingesneden en loopt als holle weg door tot voorbij de grens met Nederland. De holle weg maakt deel uit van een van de historische invalswegen naar 's-Gravenvoeren waarbij het natuurlijke reliëf werd gevolgd in functie van een goede begaanbaarheid van de weg. De holle weg zorgde daarenboven voor een bijkomende toegangsweg naar het Kasteel Altenbroek en de kasteelmolen in de beekvallei.
's Gravenvoeren (Voeren)
Vanaf het kruispunt bij het Kruis van de Dries slingert een holle weg zich noordwaarts richting het plateau. De weg kruist een tweede holle weg, passeert de Kapel Tricherbeeldje en vervolgt zijn slingerend patroon tot voorbij de Kruisgraaf en verder richting Nederland. Het betreft een diep ingesneden aardeweg met steenslag die werd aangevoerd om erosie te vermijden. De steile taluds zijn beplant met hakhout van voornamelijk gewone es. Hoger op het plateau is de weg minder sterk ingesneden en zijn langs weerszijden meidoornhagen aangeplant op de perceelsgrens van de aangrenzende weilanden en laagstamboomgaarden. Deze holle weg vormt de historische verbinding tussen het dorp en de hoger gelegen landbouwgronden op de noordelijke helling.
's Gravenvoeren (Voeren)
Net voorbij het Kruis van de Dries slingert een holle weg zich noordwaarts richting het plateau. De weg loopt parallel met een tweede holle weg en komt hiermee samen ter hoogte van de Kapel Tricherbeeldje. Het betreft een smalle onverharde voetweg die van een graspad overgaat in een dieper ingesneden wegel. De weg slingert zich tussen weilanden en oude hoogstamboomgaarden begrensd door meidoornhagen. Op de steilere taluds staat voormalig hakhout van gewone es en robinia. Deze weg vormt de historische verbinding tussen het dorp en de hoger gelegen landbouwgronden op de noordelijke helling. Aangezien de weg parallel loopt met een tweede verbindingsweg, deed deze weg mogelijk dienst als alternatieve route, afhankelijk van de (seizoensgebonden) begaanbaarheid van de eerste weg.
's Gravenvoeren (Voeren)
Bij een kruispunt van wegen gemarkeerd door een wegkruis leidt een holle weg noordwaarts het plateau op. De aardeweg is sterk ingesneden en slingert zich tussen akkers en weilanden met meidoornhagen. Op de taluds staat vooral essenhakhout en opgaande eik. De weg loopt parallel met de Wijnantsgrebbe en komt uit op het plateau waar hij minder diep is ingesneden. Hier biedt de weg zichten op de omringende landbouwgronden en op het Hoogbos. De aardeweg eindigt bij een driehoekig populierenbosje waar meerdere onverharde wegen samenkomen en richting Hoogbos leiden.
Grijzegraaf, Oude Linde (Voeren)
Van bij het kruispunt 'Oude Linde' leidt een netwerk aan onverharde wegen naar alle windrichtingen. De weg Oude Linde is een holle weg die tussen hoge taluds met gemengd hakhout naar het noordwesten leidt. De weg kruist de Moelingerweg en vervolgt als Grijzegraaf tot aan de grenspaal met Nederland waarna de holle weg doorloopt. Deze holle weg maakt deel uit van het geheel aan oorspronkelijk onverharde wegen die samenkwamen ten zuiden van het dorp 's-Gravenvoeren en hier aansluiting boden naar alle richtingen. Deze weg liep min of meer parallel met de vallei van de Voer en zorgde voor verbinding met het grensgebied.
Heuvelke (Voeren)
Van bij het wegenkruispunt genaamd Oude Linde leidt een onverharde landbouwweg naar het noordoosten. De groene weg loopt tussen boomgaarden met meidoornhagen en snijdt zich geleidelijk aan dieper in tot een holle weg die uitkomt bij de nagelboom van 's-Gravenvoeren. Langs de holle weg staan houtkanten en opgaande populieren. Deze weg vormt een historische parallelweg met de weg naar de Sint-Annakapel. Deze weg zorgde ervoor dat de dorpsuitbreiding ten zuiden van de hoofdstraat en de Voer eveneens verbonden was met de Oude Linde en kapel enerzijds en de nagelboom en de Sint-Annakapel anderzijds.
Jolette (Voeren)
De weg Jolette leidt van in het dorp van 's-Gravenvoeren naar het kerkhof. Bij een splitsing net voor het kerkhof gaat deze asfaltweg over in een half verharde weg die naar het noordwesten leidt. De weg is ingesneden in het plateau en loopt tussen open weilanden met meidoornhagen en taluds met hakhout. De holle weg komt uit bij een tweede holle weg die parallel loopt met de Roetsgraaf en het plateau opleidt. Deze weg is al zichtbaar op de Ferrariskaart en maakt deel uit van het stratenpatroon in de dorpskern als een van de verbindingswegen tussen de verschillende hoeves. Via deze weg was er ook aansluiting op de veldwegen die naar de uitgestrekte akkers op het plateau leiden.
Kinkenberg (Voeren)
Van bij het kerkhof slingert de weg Kinkenberg noordwaarts het plateau op. De holle weg kruist een tweede holle weg ter hoogte van de Kapel Denisekrüske en leidt verder de helling op naar de Snouwenberg. De weg loopt tussen weilanden en boomgaarden begrensd door meidoornhagen met opgaande robinia en es. Op het plateau is de weg minder diep ingesneden en omgeven door uitgestrekte akkerpercelen. Deze weg vormt de historische verbinding tussen het dorp en de hoger gelegen landbouwpercelen op het plateau. Hiervoor ging de voorkeur uit naar de kortste weg die het best begaanbaar was met paard en kar. De naam Kinkenberg verwijst mogelijk naar het gebruik van deze route voor de graanhandel tussen dorpen en steden.
Kinkenberg (Voeren)
Van bij de Onze-Lieve-Vrouwkapel in het centrum slingert een weg noordwaarts de Kinkenberg op. De holle weg kruist een tweede holle weg ter hoogte van de Kapel Denisekrüske en leidt verder de helling op langs de Wijnantsgrebbe richting het Hoogbos. De onverharde weg loopt tussen weilanden en boomgaarden begrensd door meidoornhagen met essenhakhout en opgaande es en kers. Er is steenslag toegevoegd om erosie tegen te gaan. Op het plateau is de weg minder diep ingesneden en omgeven door uitgestrekte akkerpercelen. Deze weg vormt de historische verbinding tussen het dorp en de hoger gelegen landbouwpercelen op het plateau. Hiervoor ging de voorkeur uit naar de kortste weg die het best begaanbaar was met paard en kar. De naam Kinkenberg verwijst mogelijk naar het gebruik van deze route voor de graanhandel tussen dorpen en steden.
Komberg (Voeren)
Waar de weg Komberg naar rechts afdraait, loopt rechtdoor een onverharde weg steil de helling van de gelijknamige berg op. Het betreft een licht ingesneden natte voetweg die omhoog slingert tussen weilanden met meidoornhagen en verder op het plateau de bosrand volgt. De weg eindigt op het plateau bij de dwarsweg Kattenroth. Deze weg vormt de historische verbinding tussen Sint-Martens-Voeren en de noordelijk gelegen landbouwgronden en bospercelen. Dwars over het plateau was deze weg ook de meest directe verbinding tussen het dorp en de hoofdweg naar het oostelijk gelegen Ulvend. Oorspronkelijk liep deze weg verder door naar het noorden tot aan Vroelen en Noorbeek.
Sint-Martens-Voeren (Voeren)
Ter hoogte van een kapelboom op de weg naar Ulvend leidt een onverharde zijweg naar het zuidoosten steil het plateau op. De weg is deels ingesneden en slingert zich tussen taluds met knotwilg en knotes en weilanden. Op het plateau gaat de holle weg over in een smalle voetweg met open zicht op de weilanden en de Hoeve Op de Eiken. De weg volgt de bosrand van het Broekbos en komt tenslotte uit bij een hoeve waar hij aansluit op de weg naar het gehucht De Plank. Deze weg, die op historische kaarten aangeduid wordt als 'Eyk Weg', verbond de grote ontginningshoeve Op-de-Eiken met Sint-Martens-Voeren enerzijds en met De Plank anderzijds.
's Gravenvoeren (Voeren)
Naast een gesloten hoeve start een onverharde weg die omhoog loopt naar het bos van Schoppemerheide. De weg slingert zich naar het noordoosten en is sterk ingesneden tussen beboste bermen met haagbeuk, eik, populier, boskers en bosanemoon. De holle weg komt op het plateau bij een wegkruis samen met de verbindingsweg tussen Vitschen en Kattenrot. Deze weg vormt de historische verbinding dwars over de steilrand tussen het gehucht Schophem en de ontginning Schophemerheide in het oorspronkelijke heidegebied en verder oostwaarts met Kattenroth en Ulvend.
Sint-Martens-Voeren (Voeren)
Een hoeve markeert een kruispunt van vier wegen die zich naar de vier windrichtingen uitstrekken. De weg die naar het zuiden loopt, ligt in het verlengde van de weg komende van Ulvend en leidt door het Broekbos. Deze onverharde weg dwarst de hoogtelijnen en loopt de helling op om vervolgens af te dalen richting Krindaal. Hier is de weg deels ingesneden tot aan de bosrand waar de weg overgaat in een landweg tussen de open weilanden.
Hoffert (Voeren)
Van op de hoofdweg in het dorp leidt een onverharde weg zuidwaarts naar een kruispunt van zes wegen bij een kapel met drie opgaande eiken. Dit kruispunt staat gekend als de Oude Linde of 'Ouw Ling'. De weg naar de kapel stijgt licht en is hier dieper ingesneden. De taluds langs de holle weg worden vooral gekenmerkt door essenhakhout en opgaande es en robina.
Altenbroek (Voeren)
Van aan de grens met Nederland leidt de weg Altembroek langs het gelijknamige kasteel en voorbij een holle weg naar het zuiden. De weg is deels ingesneden en leidt steil de helling op naar het bosgebied Schophemerheide. Ter hoogte van een wegkruis kruist de weg de hoofdweg naar Kattenrot. Deze weg vormt een van de historische toegangswegen tot het voormalige heidegebied 'Schophemerheide' en de daar ingeplante ontginningshoeven zoals zichtbaar op de Vandermaelenkaart.
Heuvelke (Voeren)
Van bij het kruispunt Oude Linde met kapel en drie opgaande zomereiken slingert een holle weg zich oostwaarts richting de Sint-Annakapel te Voeren. De weg genaamd Heuvelke is sterk ingesneden met taluds die vooral gekenmerkt worden door hazelaar, vlier, robinia en essenhakhout. De weg passeert een tweede holle weg ter hoogte van de nagelboom van 's-Gravenvoeren. Dichter bij het dorp is de weg minder ingesneden en loopt de weg tussen weilanden en boomgaarden met meidoornhagen. Deze holle weg vormt de historische verbinding tussen de kapel van Oude Linde en de Sint-Annakapel en loopt parallel met de hoofdweg langs de Voervallei. De weg dwars over het plateau vormde de kortste route naar het dorp en verbond twee kruispunten van wegen met elkaar.
Sint-Martens-Voeren (Voeren)
Ter hoogte van het gehucht Kwinten leidt op de hoofdweg naar Ulvend een onverharde zijweg oostwaarts het plateau op. Het eerste deel van de weg, hier ook gekend als 'Waterwegske', is half verhard en zeer nat ten gevolge van de Kolebron waarvan het water dwars over de weg stroomt. De weg snijdt zich dieper in en loopt als holle weg tussen bermen met hakhout van es en hazelaar, boskers en populier. Hoger op het plateau is de weg minder geërodeerd en slingert als onverharde wegel tussen weilanden met meidoornhagen en opgaande es. Hier biedt de weg open zichten op Sint-Martens-Voeren en de parochiekerk en komt uiteindelijk ter hoogte van een boomkapel weer uit bij de weg naar Ulvend. Op historische kaarten wordt deze weg weergegeven als hoofdweg van Sint-Martens-Voeren naar Ulvend. Mogelijk werd deze weg uiteindelijk opgegeven omwille van de moeilijke begaanbaarheid en natte context.
Bovendorp (Voeren)
Van in het dorp leidt een smalle weg zuidwaarts het plateau op en gaat over in een onverharde holle weg met vooral hakhout van es. Deze holle weg kruist een verharde weg naar Mennekesput en passeert hier een wegkruis. De weg slingert tussen akkers en weilanden met zicht op het dorp en de kerktoren. Vervolgens loopt de weg verder het plateau op en komt samen met de hoofdweg naar de Wittekapel. Deze holle weg vormde een van de historische verbindingswegen tussen het dorp en de landbouwgronden op het zuidelijk plateau. De weg gaf ook verder aansluiting op het wegennetwerk zoals het kruispunt ter hoogte van de Wittekapel.
's Gravenvoeren (Voeren)
In het verlengde van de straat Greb slingert een onverharde weg noordwaarts het plateau op. De aardeweg passeert een graspleintje met tamme kastanje en een kapelboom bij een splitsing en loopt tussen weilanden en boomgaarden met meidoornhagen tot op het plateau. Vervolgens snijdt de weg zich diep in en loopt parallel met de sterk geërodeerde Roetsgraaf tot aan het Hoogbos. De holle weg wordt hier geflankeerd door taluds met houtkanten met voornamelijk es en robinia. Deze weg vormt de historische verbinding tussen het dorp en de hoger gelegen landbouwgronden op de noordelijke helling.
Snauwenberg (Voeren)
In het verlengde van de weg Kinkenberg slingert een verharde holle weg zich de gelijknamige berg op naar het noordoosten. Bij een wegsplitsing gemarkeerd door een wegkruis leidt de weg verder steil de helling op tussen hoge taluds met eik en boskers. De holle weg is sterk ingesneden en niet langer verhard en leidt langs de Voerenberg tot op de Snouwenberg. Op de rand van het plateau is de weg veel minder diep ingesneden en zijn er open zichten op de lager gelegen weilanden, het dorp en het Kasteel Altenbroek. Deze holle weg vormt de verbindingsweg tussen het dorpscentrum en de hoger gelegen landbouwgronden op het plateau. Daarenboven was deze weg in de 18de eeuw ook een transportroute tussen Luik en Aken zoals blijkt uit de alternatieve naam Koetsweg. De historische weg liep door richting de grens met Nederland en passeerde langs een 'Maison de Plaisance' genaamd Snauwenberg.
Sint-Martens-Voeren (Voeren)
Bij het verlaten van het gehucht Ulvend in zuidelijke richting, leidt van op de hoofdweg, net voorbij de laatste hoeve, een onverharde weg tussen de weilanden. De weg is deels ingesneden en loopt tussen bermen met hakhout van Spaanse aak, es en haagbeuk. De weg loopt eerst parallel met de hoogtelijn en maakt vervolgens een bocht van 90 graden om het plateau af te dalen. Deze onverharde weg loopt min of meer parallel met de hoofdbaan en sluit hier tenslotte op aan ter hoogte van een imposante knotwilg. De weg volgt het tracé van de voormalige verbindingsweg tussen Ulvend en Sint-Martensvoeren zoals reeds aangeduid op de Kabinetskaart van de Ferraris. In de loop van de 20ste eeuw werd het traject deels verlegd, vermoedelijk in functie van een beter begaanbare route die meer het natuurlijk reliëf volgt.
's Gravenvoeren (Voeren)
De geknotte eik staat op een talud tussen graslanden. De omvangrijke eik heeft een omtrek van 437 cm en is hoog geknot op ongeveer 9 m.
's Gravenvoeren (Voeren)
Op de overgang van de hellingsgronden naar het plateau ligt deze hoogstamboomgaard. De boomgaard is aangeplant in de tweede helft van de 20ste eeuw. Op de orthofoto van 1971 is hij goed ontwikkeld. De hoogstamboomgaard kent een uitval tussen de 25% en 75%. Er staan nu een honderdtal bomen. De meeste zijn opgesleund in functie van passage van moderne landbouwmachines. De hoogstamboomgaarden in Voeren kennen een hoge belevingswaarde en dragen bij aan de streekidentiteit van het landschap. Hoogstamboomgaarden hebben een hoge erfgoed- en natuurwaarde en herbergen vaak nog oude fruitrassen.
Moleke (Voeren)
Op de hellingsgronden ten noorden van 's Gravenvoeren ligt deze hoogstamboomgaard. De boomgaard is aangeplant in de eerste helft van de 20ste eeuw. Op de topografische kaart van 1939 en op latere kaarten en orthofoto's is hij steeds aanwezig. Het betreft een kleine maar vrij volledige boomgaard met drie rijen fruitbomen. De hoogstamboomgaarden in Voeren kennen een hoge belevingswaarde en dragen bij aan de streekidentiteit van het landschap. Hoogstamboomgaarden hebben een hoge erfgoed- en natuurwaarde en herbergen vaak nog oude fruitrassen.
's Gravenvoeren (Voeren)
Op de hellingsgronden ten noorden van 's Gravenvoeren ligt deze hoogstamboomgaard. De Nederlandse grens, gemarkeerd door een tussengrenspaal en een grenspaal, ligt op de noordwestelijke perceelsgrens. De boomgaard is aangeplant in de eerste helft van de 20ste eeuw. Op de topografische kaart van 1939 en op latere kaarten en orthofoto's is hij steeds aanwezig. Het betreft een grote en vrij volledige boomgaard met zowel oude delen als vernieuwde delen. Het oudere noordelijke deel bestaat uit 10x8 rijen en is voor 80% volledig. Het zuidelijke vernieuwde gedeelte heeft 3x8 rijen. Er staan in de volledige boomgaard hoofdzakelijk peren maar ook pruimen, onder andere Reine Claude. De hoogstamboomgaard is omgeven door geschoren meidoornhagen als veekering. Aan de zijde van de weg bevindt zich een veldhek.
Kerkhofstraat (Voeren)
Op de hellingsgronden ten noorden van 's Gravenvoeren ligt deze hoogstamboomgaard. De boomgaard is aangeplant in de eerste helft van de 20ste eeuw. Op de topografische kaart van 1939 en op latere kaarten en orthofoto's is hij steeds aanwezig. Het betreft een grote en vrij volledige boomgaard met tien rijen perelaars. De hoogstamboomgaard is omgeven door geschoren meidoornhagen als veekering. De hoogstamboomgaarden in Voeren kennen een hoge belevingswaarde en dragen bij aan de streekidentiteit van het landschap. Hoogstamboomgaarden hebben een hoge erfgoed- en natuurwaarde en herbergen vaak nog oude fruitrassen.
's Gravenvoeren (Voeren)
Op de hellingsgronden ten noorden van 's Gravenvoeren ligt deze hoogstamboomgaard. De boomgaard is aangeplant in het midden van de 20ste eeuw. Op de orthofoto van 1947 en op de latere kaarten en orthofoto's is hij steeds aanwezig. Het betreft een middelgrote, vrij volledige boomgaard met een 35-tal perelaars en enkele kerselaars. De hoogstamboomgaarden in Voeren kennen een hoge belevingswaarde en dragen bij aan de streekidentiteit van het landschap. Hoogstamboomgaarden hebben een hoge erfgoed- en natuurwaarde en herbergen vaak nog oude fruitrassen.
Heuvelke, Hoffert (Voeren)
De zone ten zuiden van 's Gravenvoeren wordt gekenmerkt door een netwerk van wegen die samenkomen op twee oude kruispunten. Tussen deze onverharde wegen ligt een cluster van (relicten van) hoogstamboomgaarden die ruimtelijk aansluiten bij de bebouwde dorpskern. Deze boomgaard, doorsneden door de holle weg Heuvelke, is aangeplant in de tweede helft van de 20ste eeuw. Op de orthofoto van 1971 en op latere kaarten en orthofoto's is hij steeds aanwezig. Het betreft een boomgaard met 32 kerselaren, deels omhaagd met een geschoren meidoornhaag. De hoogstamboomgaarden in Voeren kennen een hoge belevingswaarde en dragen bij aan de streekidentiteit van het landschap. Hoogstamboomgaarden hebben een hoge erfgoed- en natuurwaarde en herbergen vaak nog oude fruitrassen.
Heuvelke (Voeren)
De zone ten zuiden van 's Gravenvoeren wordt gekenmerkt door een netwerk van wegen die samenkomen op twee oude kruispunten. Tussen deze onverharde wegen ligt een cluster van (relicten van) hoogstamboomgaarden die ruimtelijk aansluiten bij de bebouwde dorpskern. Deze boomgaard is aangeplant in de eerste helft van de 20ste eeuw. Op de topografische kaart van 1939 en op latere kaarten en orthofoto's is hij steeds aanwezig. Het betreft een boomgaard met kersen, appels, pruimen en peren. Aan de zijde van de holle weg Heuvelke is er een veldhek aanwezig. De hoogstamboomgaarden in Voeren kennen een hoge belevingswaarde en dragen bij aan de streekidentiteit van het landschap. Hoogstamboomgaarden hebben een hoge erfgoed- en natuurwaarde en herbergen vaak nog oude fruitrassen.
Heuvelke (Voeren)
De zone ten zuiden van 's Gravenvoeren wordt gekenmerkt door een netwerk van wegen die samenkomen op twee oude kruispunten. Tussen deze onverharde wegen ligt een cluster van (relicten van) hoogstamboomgaarden die ruimtelijk aansluiten bij de bebouwde dorpskern. Deze boomgaard is aangeplant in de eerste helft van de 20ste eeuw. Op de topografische kaart van 1939 en op latere kaarten en orthofoto's is hij steeds aanwezig. Het betreft een boomgaard met kersen, appels en peren. In totaal meer dan 30 fruitbomen. Aan de zijde van de holle weg Heuvelke is er een veldhek en een geschoren meidoornhaag aanwezig. De hoogstamboomgaarden in Voeren kennen een hoge belevingswaarde en dragen bij aan de streekidentiteit van het landschap. Hoogstamboomgaarden hebben een hoge erfgoed- en natuurwaarde en herbergen vaak nog oude fruitrassen.
Schophemmerhei (Voeren)
Ten zuiden van de weg naar Schophemerheide en Kattenrot bevindt zich een grote, jonge hoogstamboomgaard. De boomgaard ligt op een zuidgerichte helling. Er is een weids zicht op de Voervallei. De boomgaard is aangeplant met streekeigen hoogstambomen zoals sterappel, Eysdener Klumpke, Zoete Compet en Joseph Musch. Kersenrassen zijn Abesse de Mouland en Bastaarddikke. De perensoort is Legipont. Het oostelijke deel van deze boomgaard is aangeplant in de eerste helft van de 20ste eeuw. Op de topografische kaart van 1939 en op latere kaarten en orthofoto's is hij steeds aanwezig. Het westelijke deel van boomgaard is begin de 21ste eeuw aangeplant. De hoogstamboomgaarden in Voeren kennen een hoge belevingswaarde en dragen bij aan de streekidentiteit van het landschap. Hoogstamboomgaarden hebben een hoge erfgoed- en natuurwaarde en herbergen vaak nog oude fruitrassen.
Steenbos (Voeren)
De zone ten zuiden van 's-Gravenvoeren wordt gekenmerkt door een netwerk van wegen die samenkomen op verschillende oude kruispunten. Tussen de hoofdweg naar 's Gravenvoeren en de parallelweg naar Schophem ligt een cluster van (relicten van) hoogstamboomgaarden die ruimtelijk aansluiten bij de dorpskern. Deze boomgaard is grotendeels aangeplant in de eerste helft van de 20ste eeuw. Op de topografische kaart van 1939 en op latere kaarten en orthofoto's is hij steeds aanwezig. Het oostelijke stuk is in de jaren 1960 aangelegd. De huidige boomgaard bestaat hoofdzakelijk uit jonge bomen. Een oude perelaar is nog aanwezig. De noordwestelijke zijde van de hoogstamboomgaard is afgesloten met een geschoren meidoornhaag.
Ketten, Schietekamer (Voeren)
De zone ten oosten van 's Gravenvoeren wordt gekenmerkt door een netwerk van wegen die (relicten van) hoogstamboomgaarden doorkruisen. Deze boomgaard is deels aangeplant in de eerste helft en deels in de tweede helft van de 20ste eeuw. Op de topografische kaart van 1939 en op latere kaarten en orthofoto's is het westelijke deel steeds aanwezig. Het oostelijke stuk is in de jaren 1960 aangelegd. De huidige boomgaard bestaat hoofdzakelijk uit perelaars en kerselaars. De verschillende kadastrale percelen van de hoogstamboomgaard worden gescheiden door een geschoren meidoornhaag. De hoogstamboomgaarden in Voeren kennen een hoge belevingswaarde en dragen bij aan de streekidentiteit van het landschap. Hoogstamboomgaarden hebben een hoge erfgoed- en natuurwaarde en herbergen vaak nog oude fruitrassen.
Lammerweg, Vitschen (Voeren)
Tussen Vitschen en Lammerweg liggen historisch permanente graslanden die deels beplant zijn met hoogstammig fruit. Het betreffen hoogstamboomgaarden met appel- en perelaars. Deze hoogstamboomgaarden komen sinds de topografische kaart van 1872 voor. Op de kaart van Villaret, midden de 18de eeuw, komen rond de bebouwing bij de watermolen van Lhomme hoogstamboomgaarden voor, zoals typerend was voor de Voerense dorpen. De hoogstamboomgaarden in Voeren kennen een hoge belevingswaarde en dragen bij aan de streekidentiteit van het landschap. Hoogstamboomgaarden hebben een hoge erfgoed- en natuurwaarde en herbergen vaak nog oude fruitrassen.
Ottegraeven, Schophem (Voeren)
In de omgeving van het gehucht Schophem staan op de kaart van Villaret, midden de 18de eeuw, reeds hoogstamboomgaarden bij de hoeves ingetekend. Op latere kaarten wordt dit beeld bevestigd. Het oostelijk deel van de hoogstamboomgaard is midden de 19de eeuw akker, maar wordt vanaf de 20ste eeuw continu als hoogstamboomgaard ingetekend. Aan de westelijke zijde is de boomgaard begrensd met een geschoren meidoornhaag als veekering. De hoogstamboomgaard bestaat uit een 70-tal appel- en perelaars. De hoogstamboomgaarden in Voeren kennen een hoge belevingswaarde en dragen bij aan de streekidentiteit van het landschap. Hoogstamboomgaarden hebben een hoge erfgoed- en natuurwaarde en herbergen vaak nog oude fruitrassen.
Ulvend (Voeren)
Rond het gehucht Ulvend staat op de Kabinetskaart van de Ferraris een cluster van hoogstamboomgaarden ingetekend. Op alle latere kaarten blijven deze percelen hoogstamboomgaard. De huidige hoogstamboomgaard bestaat uit een 25-tal perelaars omgeven door een geschoren veekeringshaag van meidoorn met veel bijmenging van hulst. Er bevinden zich verschillende bollen geschoren hulst als boerentopiary in de haag. De hoogstamboomgaarden in Voeren kennen een hoge belevingswaarde en dragen bij aan de streekidentiteit van het landschap. Hoogstamboomgaarden hebben een hoge erfgoed- en natuurwaarde en herbergen vaak nog oude fruitrassen.
Schophemmerhei 5 (Voeren)
Op de top van de heuvel tussen de Noorvallei en de Voervallei ligt een hoogstamboomgaard bij een hoeve, een stichting vanuit het kasteel Altenbroek. Deze hoogstamboomgaard komt sinds de kaart van Villaret voor, midden de 18de eeuw. Op alle latere kaarten en orthofoto's is op deze plaats een hoogstamboomgaard, ten oosten van de hoeve, te zien. De huidige jonge boomgaard telt een 25-tal hoogstammige fruitbomen. De hoogstamboomgaarden in Voeren kennen een hoge belevingswaarde en dragen bij aan de streekidentiteit van het landschap. Hoogstamboomgaarden hebben een hoge erfgoed- en natuurwaarde en herbergen vaak nog oude fruitrassen. Op de zuidelijke perceelsgrens van de boomgaard langs de weg staat een omvangrijke geknotte es met een omtrek van 266 cm (gemeten op 150 cm hoogte).
Vitschen (Voeren)
Houten kruisbeeld met gietijzeren Christusbeeld.
Koetsweg (Voeren)
Houten wegkruis op de hoek van de Koetsweg met Gijberg gelegen bovenaan het talud met houtkant.
Kerkhofstraat (Voeren)
Houten wegkruis gelegen in de berm van de weg op een kruispunt van veldwegen tegen een houtkant van meidoorn.
Eiken, Knipke (Voeren)
De gemengde houtkant bevindt zich op een talud (graft) tussen weilanden op de helling van een zijvallei van de Voer.
Komberg (Voeren)
De houtkant op graften tussen weilanden bestaat uit veldesdoorn, gewone hazelaar, knotbomen van gewone es en zomereik.
Eiken (Voeren)
De houtkant bestaande uit opgaande en geknotte bomen van gewone es en haagbeuk is aangeplant op een talud en perceelsgrens tussen twee weilanden. Op de Kabinetskaart van de Ferraris en op alle 19de- en 20ste-eeuwse kaarten staat deze perceelsrandbeplanting ingetekend. Deze beplantingen horen bij graslanden bij de Hoeve Op de Eiken.
Grijzegraaf, Moleke, Mulleke (Voeren)
De gemengde houtkant staat langs de oever van de Voerbeek. De soortensamenstelling bestaat uit hakhout en knotbomen van schietwilg, hakhout van zwarte els, eenstijlige meidoorn, knotbomen van gele bindwilg, kraakwilg, opgaande Canadapopulieren, hakhout van gewone robinia, knotbomen van gewone es, boswilg en gewone hazelaar. Het hakhout van schietwilg heeft een omtrek tot meer dan 300 cm, de geknotte schietwilgen hebben een omtrek van meer dan 400 cm. Het hakhout van zwarte els heeft een omtrek tot meer dan 600 cm.
's Gravenvoeren (Voeren)
De gemengde houtkant staat langs de oever van de Voerbeek. De soortensamenstelling bestaat uit hakhout en knotbomen van schietwilg, hakhout van zwarte els, knotbomen van gele bindwilg, kraakwilg, opgaande Canadapopulieren, knotbomen van gewone es, boswilg en hakhout van linde.
Ottegraeven (Voeren)
De houtige beplantingen staat langs de oever van de Voerbeek. De soortensamenstelling bestaat uit knotbomen van schietwilg en opgaande populieren met veel maretak.
Komberg (Voeren)
De houtkant langs het talud van de holle weg 'Komberg' loopt in noordelijke richting. De houtkant bestaat uit hakhout van gewone es, meidoorn, veldesdoorn, gewone hazelaar en sleedoorn. Daarnaast komt er ook rode kornoelje, gewone kardinaalsmuts, kruisbes en bosrank voor.
Kwinten (Voeren)
De houtkant met knotbomen van es staat langs de weg Kwinten en langs een halfverhard pad dat er parallel mee loopt. Tot deze lijn hoort ook een knotes met boomkapel.
Meulenberg (Voeren)
De houtkant op talud bevindt zicht tussen weilanden. Hij bestaat uit vijf knotzomereiken, waarvan de dikste stam een omtrek van 2,85 meter heeft, drie opgaande gewone essen en drie geknotte essen. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van taluds. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout of loofvoerdering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Moleke (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud op de perceelsgrens van twee landbouwpercelen. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van taluds. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Komberg, Ottegraeven (Voeren)
De gemende houtkant op talud ligt tussen weilanden.
Greb, Moleke (Voeren)
De gemengde houtkant bevindt zich op een talud langs een weg en bestaat uit zijdelings geschoren sleedoorn, hakhout van gewone es, roos en gewone kardinaalsmuts.
Moleke (Voeren)
De gemengde houtkant ligt op de perceelsgrenzen van graslanden die zich ten westen van de Kruisgraaf bevinden. De houtkant bestaat onder andere uit hakhout van gewone es en relicten van een geschoren meidoornhaag als veekering boven op het talud. Roos, sleedoorn en zomereik zijn bijmengingen.
Moleke (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud op de perceelsgrens van twee weilanden. De soorten zijn gewone robinia, eenstijlige meidoorn, sleedoorn en zomereik.
Moleke (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud op de perceelsgrens van weiland en akkerland. De samenstelling bestaat uit hakhout van gewone es. Ook eenstijlige meidoorn en sleedoorn komen voor.
Moleke (Voeren)
De gemengde houtkant staat op de perceelsgrens van twee graslanden. Hij bestaat uit eenstijlige meidoorn, gewone hazelaar, sleedoorn, zoete kers, gewone robinia en roos. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van taluds. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Moleke (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud op de perceelsgrens van twee weilanden. De samenstelling bestaat uit hakhout van gewone es. Ook eenstijlige meidoorn komt voor. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van taluds. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Moleke (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud op de perceelsgrens tussen weilanden. De samenstelling bestaat uit gewone robinia, gewone hazelaar, eenstijlige meidoorn en olm. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van taluds. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Moleke (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud op de perceelsgrens tussen landbouwpercelen. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van taluds. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Moleke (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud op de perceelsgrens tussen weiland, en deels langs een wandelpad op de valleihelling. De samenstelling ervan bestaat uit roos, opgaande zoete kers, eenstijlige meidoorn, sleedoorn en zomereik. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van taluds. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Greb (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud op de perceelsgrens tussen weilanden. De samenstelling ervan bestaat uit hakhout en opgaande bomen van zomereik, opgaande en hakhout van gewone es, gladde iep en lork. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van taluds. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Greb (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud op de perceelsgrens tussen weilanden. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van taluds. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Kerkhofstraat (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud op de perceelsgrens van een weiland en langs een wandelpad. De samenstelling ervan bestaat uit hakhout van gewone es, opgaande zomereik en sleedoorn. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van taluds. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Greb (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud op de perceelsgrens van een weiland en langs een pad. De samenstelling ervan bestaat uit eenstijlige meidoorn in een haag langs de weg, veldesdoorn en gewone robinia. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van taluds. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden geschoren, gekapt of geknot.
Greb (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud op de perceelsgrens tussen een weiland en een hoogstamboomgaard. De samenstelling ervan bestaat uit gewone robinia. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van taluds. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Greb (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud op de perceelsgrens tussen een weiland en een hoogstamboomgaard. De samenstelling ervan bestaat uit hakhout van gewone robinia, hakhout van gewone es, sleedoorn en eenstijlige meidoorn. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van taluds. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Greb (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud tussen weilanden. De samenstelling ervan bestaat onder andere uit hakhout en opgaande bomen van gewone es, hakhout van gewone robinia en opgaande bomen van zomereik. De houtkant, in uitgedunde toestand, werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het talud. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Greb (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud dat in het noordelijk deel langs een pad tussen weilanden loopt en in het zuidelijk deel tussen akkerland. De samenstelling ervan bestaat onder andere uit opgaande Canadapopulieren, eenstijlige meidoorn, hakhout en opgaande bomen van gewone es, opgaande zomereik, hazelaar, geknotte schietwilg, hakhout van gewone robinia, sleedoorn, kardinaalsmuts, rode kornoelje, iep en roos. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het talud. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Greb (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud tussen weilanden. De samenstelling ervan bestaat onder andere uit eenstijlige meidoorn en hakhout van gewone es. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het talud. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Greb (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud tussen weilanden. De samenstelling ervan bestaat onder andere uit eenstijlige meidoorn en hakhout van gewone es. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het talud. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Jolette, Kerkhofstraat (Voeren)
De gemengde houtkant staat op het talud van een weg. De samenstelling ervan bestaat onder andere uit hakhout en opgaande bomen van gewone es, gewone kardinaalsmuts, gladde iep en hakhout van gewone robinia. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud van een weg. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het talud van de weg. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Kinkenberg (Voeren)
De houtkant van gewone robinia staat op een talud tussen landbouwpercelen. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het talud. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Kinkenberg (Voeren)
De houtkant van gewone es staat op een talud tussen landbouwpercelen. Er is een bijmenging van eenstijlige meidoorn. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het talud. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout of loofvoerdering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Kinkenberg (Voeren)
De houtkant bevindt zich op een talud langs een weiland, ten zuiden van het Hoogbos. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het talud. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout of loofvoerdering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Kinkenberg (Voeren)
De gemengde houtkant bevindt zich op een talud ten zuidwesten van een hoogstamboomgaard. De soortensamenstelling bestaat uit opgaande bomen en hakhout van zomereik, hakhout van gewone robinia, gewone meidoorn, sleedoorn, roos, boswilg en ruwe berk. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het talud. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout of loofvoerdering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Kinkenberg (Voeren)
De houtkant bevindt zich op een talud tussen een hoogstamboomgaard en een weiland. De houtkant bestaat uit hakhout van gewone es en werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het talud. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout of loofvoerdering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Kinkenberg (Voeren)
De houtkant met hakhout van gewone robinia staat op de perceelsgrens van een weiland en langs een weg. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud van een weg. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het talud van de weg. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Snauwenberg, Vitschen (Voeren)
De gemengde houtkant bevindt zich langs een pad, op een talud tussen een weiland en een wastine. De soortensamenstelling bestaat uit hakhout, knotbomen en opgaande bomen van gewone es, opgaande bomen en hakhout van zoete kers, gewone kardinaalsmuts, roos, bosrank, kruisbes en gewone hazelaar. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het talud. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout of loofvoerdering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Vitschen (Voeren)
De gemengde houtkant bevindt zich op een talud tussen weilanden. De soortensamenstelling bestaat uit hakhout, knotbomen en opgaande bomen van gewone es, hakhout van zomereik, bosrank, eenstijlige meidoorn, iep, sleedoorn en lork. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het talud. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout of loofvoerdering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Schophemmerhei (Voeren)
De gemengde houtkant bevindt zich op een talud tussen weilanden in de vallei van de Noorbeek. De soortensamenstelling bestaat uit hakhout en opgaande bomen van gewone es, opgaande en geknotte zomereiken, hakhout van gewone hazelaar, eenstijlige meidoorn, sleedoorn en roos. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van taluds. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout of loofvoerdering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Schophemmerhei (Voeren)
De gemengde houtkant bevindt zich op een talud tussen weilanden in de vallei van de Noorbeek. De soortensamenstelling bestaat uit zeer zwaar hakhout van gewone es (omtrek tussen de zes en negen meter), hakhout van zoete kers, eenstijlige meidoorn en bosrank. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van taluds. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout of loofvoerdering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Schophemmerhei (Voeren)
De twee houtkanten op talud staan op de perceelsgrens van enkele graslanden op de helling van de Voervallei. De houtkanten bestaan uit een uitgegroeide veekeringshaag van meidoorn met een bijmenging van gewone es, sleedoorn en roos.
Vitschen (Voeren)
De houtkant langs een weg staat op een talud aan de voet van Voerenberg, ter hoogte van de overgang naar de Noorvallei. De houtkant bestaat uit verschillende soorten. Onder andere eenstijlige meidoorn, sleedoorn, hakhout van gewone hazelaar, roos en knotbomen van gewone es komen in de gemengde houtkant voor.
Meulenberg (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud langs een halfverharde weg. De houtkant bestaat uit hakhout van gewone hazelaar, hakhout van gewone es, hakhout van gewone esdoorn en zomereik.
Mennekesput (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud op de perceelsgrens tussen twee landbouwpercelen.
Hoeneveldje (Voeren)
De gemengde houtkant staat langs een talud langs een weg. De gemengde houtkant bestaat uit hakhout van gewone robinia, hakhout van olm, gewone kardinaalsmuts en rode kornoelje.
's Gravenvoeren (Voeren)
De houtkant bestaat uit opgaande zomereiken, hakhoutstoven van gewone es, zware opgaande veldiepen, sleedoorn, robinia, hazelaar. In de onderbegroeiing komt muskuskruid en boszegge voor.
's Gravenvoeren (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud tussen graslanden. De houtkant bestaat uit opgaande gewone essen en zomereiken. Daartussen komen hakhoutstoven van gewone es voor. In het noorden van de houtkant staat een omvangrijke geknotte eik.
Komberg (Voeren)
DDe houtkant op het talud van Komberg bestaat uit een knotbomenrij van schietwilg, en hakhout van haagbeuk en hazelaar en opgaande gewone essen. Er is een bijmenging van sleedoorn, meidoorn, hop, bosrank, hazelaar, beklierde heggenroos en koebraam.
Kinkenberg (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud van een holle weg aan de zuidelijke bosgrens van het Hoogbos. De samenstelling ervan bestaat uit Canadapopulier, hakhout van gewone robinia, zwaar hakhout van gewone es, opgaande en geknotte gewone es, hakhout van gewone hazelaar, kruisbes, gladde iep, boswilg en sleedoorn. Het hakhout van gewone es heeft een omtrek van meer dan 6 meter. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud van een holle weg. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het steile talud van de holle weg. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Greb (Voeren)
De gemengde houtkant staat op het talud van een holle weg die zich tussen akker- en weiland slingert. De samenstelling ervan bestaat onder andere uit hakhout van gewone robinia, opgaande bomen van zomereik, hakhout en opgaande bomen van gewone es, gewone kardinaalsmuts, eenstijlige meidoorn, knotbomen van gele bindwilg, gewone hazelaar, en hakhout van olm. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het talud van de holle weg. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Jolette (Voeren)
De gemengde houtkant staat op het talud van een weg. De samenstelling ervan bestaat onder andere uit hakhout en opgaande bomen van gewone es, eenstijlige meidoorn, olm, sleedoorn, zomereik, hakhout van gewone esdoorn, gewone kardinaalsmuts, gewone hazelaar, hakhout van boswilg, iep en hakhout van gewone robinia. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud van een holle weg. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het steile talud van de holle weg. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Kinkenberg (Voeren)
De gemengde houtkant staat op het talud van een holle weg. De samenstelling ervan bestaat onder andere uit hakhout, knotbomen en opgaande bomen van gewone es, opgaande zomereiken, hakhout van zoete kers, opgaande gewone robinia, iep, meidoorn, gewone kardinaalsmuts, rode kornoelje, sleedoorn en (eenstijlige) meidoorn. De hakhoutstoven van gewone es hebben een omtrek van 700 tot 900 cm. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud van een holle weg. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het steile talud van de holle weg. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Kinkenberg (Voeren)
De gemengde houtkant staat op het talud van een holle weg. De samenstelling ervan bestaat onder andere uit hakhout en opgaande bomen van gewone es, opgaande zomereiken, hakhout van gewone esdoorn, zoete kers, sleedoorn en eenstijlige meidoorn. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud van een holle weg. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het steile talud van de holle weg. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Altenbroek (Voeren)
De gemengde houtkant bevindt zich op een talud van een holle weg. De holle weg loopt naar het kasteel Altenbroek. De houtkant is bijzonder door de aanwezigheid van veel, meer dan tien, opgaande eiken. Deze hebben vaak een omtrek van meer dan drie meter. Daarnaast bestaat de soortensamenstelling uit hakhout van zoete kers, boswilg en gewone es. Ook komt eenstijlige meidoorn en Amerikaanse vogelkers voor. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van de holle weg. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout of loofvoerdering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Meulenberg, Schophemmerhei (Voeren)
De gemengde houtkant bevindt zich op een talud van een holle weg. De holle weg loopt van Schophemmerhei naar een gehucht aan de Voer. De houtkant bestaat uit knotbomen, opgaande bomen en hakhout van gewone es, hakhout van gewone es, opgaande gewone robinia, knotbomen van gewone haagbeuk (meer dan twee meter omtrek), opgaande bomen van witte paardenkastanje (meer dan drie meter omtrek), zomereik, bosrank, roos en sleedoorn. Er is een restant van een veekering op het talud van de holle weg. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van de holle weg. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout of loofvoerdering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Ketten (Voeren)
De gemengde houtkant staat op het talud van een holle weg die naar het gehucht Ketten aan de Voer gaat. De soortensamenstelling bestaat uit gewone es als opgaande bomen en hakhout, knotbomen en hakhout van gewone robinia, hakhout van gewone esdoorn, sleedoorn, iep, eenstijlige meidoorn en boswilg.
Mennekesput (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud langs de holle weg. De soorten bestaan uit hakhout van gewone hazelaar, hakhout van gewone esdoorn, opgaande bomen en hakhout van gewone robinia, opgaande bomen en hakhout van gewone es, knotbomen van gewone haagbeuk, zomereik, opgaande bomen van Canadapopulier, kruisbes, rode kornoelje, iep, zoete kers en Amerikaanse vogelkers. Er staan restanten van een geschoren meidoornhaag op de kop van het talud. Deze veekeringshaag heeft sporen van vlechtwerk.
Heuvelke (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud van de holle weg. De soorten bestaan uit hakhout van gewone hazelaar, opgaande bomen, knotbomen en hakhout van gewone es, eenstijlige meidoorn, hakhout van veldiep, opgaande zomereiken, opgaande Italiaanse populier, opgaande Canadapopulier, knotbomen van gewone haagbeuk, Noorse esdoorn, sleedoorn en zoete kers.
Hoffert (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud van de holle weg. De soorten bestaan uit hakhout van ruwe iep (Ulmus glabra 'Cornuta'), hakhout van gewone es, hakhout van zomereik, hakhout van gewone robinia, eenstijlige meidoorn, veldiep, kruisbes, sleedoorn, gewone kardinaalsmuts en roos.
Oude Linde (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud van de holle weg. Deze weg is een van de zes wegen die met het kruispunt 'De Oude Linde' verbonden zijn. De soorten in de houtkant bestaan uit hakhout van gewone es, hakhout van iep, hakhout en opgaande bomen van zomereik, hakhout van gewone hazelaar en roos. Het hakhout van gewone es heeft een omtrek tot meer dan 300 cm. Op de kop van het talud staat een restant van een veekeringshaag van meidoorn.
Moleke (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud van een holle weg. De samenstelling ervan bestaat onder andere uit hakhout, opgaande bomen en knotbomen van gewone es, gewone kardinaalsmuts, eenstijlige meidoorn, roos, kerspruim, gladde iep, zomereik, witte paardenkastanje, hakhout van gewone robinia, hakhout van gewone esdoorn en hakhout van hazelaar. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud van een holle weg. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het steile talud van de holle weg. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Kerkhofstraat (Voeren)
De gemengde houtkant staat op het talud van een holle weg. De samenstelling ervan bestaat onder andere uit hakhout van gewone es, hakhout en opgaande bomen van zomereik, hakhout van boswilg, iep, sleedoorn, roos, gewone kardinaalsmuts, opgaande bomen van zoete kers, gewone hazelaar en restanten van een geschoren meidoornveekering op de kop van het talud. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud van een holle weg. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het steile talud van de holle weg. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Kinkenberg (Voeren)
De gemengde houtkant bestaat uit opgaande bomen van zoete kers, opgaande bomen, hakhout en knotbomen van gewone es, hakhout van iep, opgaande okkernoot, opgaande zomereik, hakhout en opgaande zoete kers, restant van een veekering van eenstijlige meidoorn op het talud, gladde iep 'Cornuta', roos en gewone hazelaar.
Gijberg, Koetsweg (Voeren)
De gemengde houtkant staat op het talud van de oude Koetsweg, een holle weg. De samenstelling ervan bestaat onder andere uit hakhout en opgaande bomen van gewone es, opgaande Canadapopulieren, opgaande gewone esdoorn, opgaande witte paardenkastanjes, iep, opgaande zomereik, gewone haagbeuk, zoete kers, eenstijlige meidoorn, gewone hazelaar en kruisbes.
Schophemmerhei (Voeren)
De gemengde houtkant bevindt zich op een talud van een holle weg. De soortensamenstelling bestaat uit hakhout, knotbomen en opgaande bomen van gewone es, hakhout van hazelaar, opgaande bomen van zoete kers, opgaande zomereik, knotbomen van zomereik met een omtrek van meer dan drie meter, gewone kardinaalsmuts, eenstijlige meidoorn, opgaande Canadapopulier, sleedoorn, bosrank, rode kornoelje, olm, hakhout van zomerlinde, knotbomen van gewone beuk en haagbeuk. Opvallend is het zeer oude hakhout van veldesdoorn, met een omtrek van meer dan vijf meter.
Bovendorp (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud langs de holle weg. De soorten bestaan uit hakhout van iep, hakhout van gewone es, hakhout en heester van meidoorn, knotbomen van schietwilg, twee opgaande zomereiken, sleedoorn, zoete kers, gewone kardinaalsmuts, roos, rode kornoelje en okkernoot. Het essenhakhout heeft een omtrek van meer dan 6 m. De opgaande eiken hebben een omtrek van meer dan 3,50 m.
Heuvelke (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud langs de holle weg. De soorten bestaan uit hakhout van veldiep, hakhout van gewone es, hakhout en opgaande bomen van zomereik, knotbomen van gele bindwilg, opgaande Canadapopulieren, hakhout van zoete kers, gewone robinia, sleedoorn en gewone kardinaalsmuts. Het essenhakhout heeft een omtrek tot meer dan 450 cm. De opgaande Canadapopulieren hebben een omtrek van meer dan 450 cm. Er staan restanten van een veekeringshaag van meidoorn op de kop van het talud.
Kwinten (Voeren)
De houtkant langs de oever van de Veurs bestaat uit gewone es, zomereik en meidoorn.
Eiken (Voeren)
De houtkant staat op een talud langs een holle weg. De holle weg 'Eiken' verbindt Knipke (Ulvend) met Eiken. De houtkant bestaat uit gewone hazelaar, meidoorn, gewone es, zoete kers en roos.
Kattenroth, Komberg (Voeren)
De houtkant bevindt zich op het talud van de holle weg van Komberg naar Kattenroth. De gemengde houtkant bestaat uit gladde iep, gewone hazelaar en meidoorn. Gewone es en gewone esdoorn komen voor als opgaande boom en in hakhout.
Komberg (Voeren)
De houtkant langs het talud van de holle weg 'Komberg' loopt in noordelijke richting, en vormt tevens de westelijke grens van het beschermde landschap 'Martelberg – Graftengebied'. De houtkant bestaat uit gladde iep, hakhout en opgaande bomen van gewone es, hakhout van hazelaar, hakhout van witte paardenkastanje, knotbomen van haagbeuk en hakhout van veldesdoorn. Daarnaast komt er ook kruisbes, gewone kardinaalsmuts en roos voor.
Krindaal, Stationsstraat, Voort (Voeren)
De houtkant langs de spoorlijn Antwerpen-Tongeren-Visé-Aken is een mooi voorbeeld van een traditioneel hakhoutbeheer. De gemengde houtkant op talud bestaat uit ratelpopulier, hakhout van okkernoot, zoete kers, zwarte els, gewone es en gewone hazelaar.
Ulvend (Voeren)
De gemengde houtkant bij het gehucht Ulvend staat in het talud van een verlaten holle weg. De soortenrijke houtkant bestaat uit gewone hazelaar, zoete kers en meidoorn. Gewone haagbeuk komt voor als opgaande boom, en als knotboom, met omtrek van 310 cm. Gewone es komt voor als opgaande boom, hulst en zomereik als opgaande boom met een omtrek van meer dan 250 cm. Er is een natuurlijke verrijking met roos.
Ulvend (Voeren)
De gemengde houtkant langs de weg Ulvend op de Ulvendkerkberg bestaat uit veldesdoorn, gewone hazelaar, gewone es, sleedoorn, winter- en zomereik.
Moleke (Voeren)
De gemengde houtkant, ten noorden van de Kapel Trichterbeeldje gelegen, ligt op een talud langs de weg. Het is een beeldbepalend object dat getuigt van een welbepaalde beheersvorm uit het verleden waarbij de beplantingen werden gekapt. De gemende houtkant bestaat uit hakhout van gewone es. Andere soorten zijn zomereik, zoete kers, gladde iep en boswilg.
Kinkenberg (Voeren)
De gemengde houtkant bevindt zich op een talud langs een weg. De soortensamenstelling bestaat uit opgaande bomen en hakhout van gewone es, opgaande Canadapopulieren, opgaande zomereik, hakhout van gewone esdoorn, zoete kers en sleedoorn. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het talud. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout of loofvoerdering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Schophemmerhei (Voeren)
De gemengde houtkant staat op het talud ten zuiden van de weg die de Noorbeekvallei volgt. De samenstelling ervan bestaat hoofdzakelijk uit hakhout van gewone es, met omtrek tot meer dan zes meter. Daarnaast komen ook opgaande Canadapopulieren en hakhout van Canadapopulier voor, hakhout van zomereik, roos, eenstijlige meidoorn, gewone hazelaar, iep en sleedoorn. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud van een weg. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het talud van de weg. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Altenbroek (Voeren)
De gemengde houtkant staat op het talud ten zuiden van de weg die de Noorbeekvallei volgt. De samenstelling ervan bestaat onder hoofdzakelijk uit opgaande bomen van zomereik, schietwilg, hakhout en opgaande bomen van gewone esdoorn, opgaande okkernoot, hakhout van zoete kers, gewone kardinaalsmuts, eenstijlige meidoorn, gewone hazelaar, roos, rode kornoelje, iep en sleedoorn. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud van een weg. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het talud van de weg. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Steenbos (Voeren)
De houtkant op talud staat langs een weg. De gemengde houtkant bestaat uit hakhout van gewone hazelaar, hakhout van gewone es, kerspruim, sleedoorn en eenstijlige meidoorn.
Moleke (Voeren)
De gemengde houtkant bevindt zich op het talud van een holle weg langs een akker. Er is een restant van een scheerhaag van eenstijlige meidoorn aanwezig en verschillende soorten hakhout, knotbomen en opgaande bomen.
Jolette (Voeren)
De gemengde houtkant staat op het talud van een verlaten holle weg. De samenstelling ervan bestaat onder andere uit hakhout en opgaande bomen van gewone robinia, hakhout van gewone es, sleedoorn, roos, gewone kardinaalsmuts en eenstijlige meidoorn. De houtkant vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud van een holle weg. De houtkant werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het steile talud van de holle weg. Een andere functie van de houtkant was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Schophem (Voeren)
De gemengde houtkant staat op de taluds van een holle weg. De houtkant is zeer soortenrijk en bestaat onder andere uit opgaande bomen en hakhout van gewone es, hakhout van gewone hazelaar, Amerikaanse vogelkers, hakhout van veldesdoorn, sleedoorn, rode kornoelje, hakhout van gewone haagbeuk, gewone kardinaalsmuts, gewone esdoorn, wilde liguster, knotbomen van kraakwilg, hakhout van winterlinde, kruisbes en opgaande bomen van gewone robinia. Op de kop van het talud staat eenstijlige meidoorn als restant van een geschoren veekeringshaag.
Eiken, Knipke (Voeren)
De houtkant van hazelaar bevindt zich op een talud (graft) tussen weilanden op de helling van een zijvallei van de Voer.
Eiken (Voeren)
De houtkant bestaande uit een 25-tal hakhoutstoven van hazelaar is aangeplant op een talud en perceelsgrens tussen twee weilanden. Op de Kabinetskaart van de Ferraris en op alle 19de- en 20ste-eeuwse kaarten staat deze perceelsrandbeplanting ingetekend. Deze lijn was lange tijd de grens tussen een hoogstamboomgaard bij de Hoeve Op de Eiken en de omringende graslanden.
Kwinten (Voeren)
De houtkant ligt op het talud van de holle weg 'Waterwegske', een holle weg die van Kwinten langs het Broekbos richting Mosdelle gaat. De soortensamenstelling bestaat uit opgaande en knotbomen van gewone es, gewone haagbeuk, meidoorn, rode kornoelje, een zeer zware stoof van veldesdoorn met omtrek 450 cm, opgaande bomen van veldesdoorn, hakhout van gewone hazelaar, opgaande bomen van zoete kers en witte paardenkastanje.
Altenbroek 2 (Voeren)
Herenhuis met aansluitende stallen in L-vorm, en een losstaand dienstgebouw ten zuiden van het erf.
Komberg (Voeren)
Het bronnenrijk perceel aan Komberg ligt net ten noorden van de dorpskern van Sint-Martens-Voeren. Het perceel bevat verschillende bronniveau's tussen populierenaanplantingen. In de zuidoostelijke perceelshoek is er een kalktufbron.
Ottegraeven (Voeren)
Aan de ingang van de oprit van hetkasteel van Ottegraeven, vierkante kapel in Lodewijk XIV-stijl.
Kinkenberg (Voeren)
Kleine, bakstenen kapel uit de 19de eeuw, circa 1960 gerestaureerd.
Moleke (Voeren)
Bakstenen kapel onder zadeldakje, gelegen aan de oude Romeinse weg Trier-Maastricht, aan een kruispunt van wegen.
Kattenroth (Voeren)
De kaphaag tussen twee weilanden bestaat uit 13 knotbomen van haagbeuk. De bomen waarbij een omtrek van 230 cm gemeten werd staan in een gebied met als toponiem Kattenroth. De kaphaag heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object.
Kattenroth (Voeren)
De kaphaag van haagbeuk ligt aan de noordelijke bosrand van het bos Schophemerheide. Het kaphaag heeft een lengte van meer dan 200 m. De haagbeukkaphaag is een relict van het historische bosbeheer.
Meulenberg, Schophemmerhei (Voeren)
Op de oude westelijke bosgrens van Schoppemerheide staat op de perceelsgrens een kaphaag. De kaphaag bestaat uit 16 geknotte haagbeuken met een knothoogte van ongeveer 2 m en 1 geknotte witte paardenkastanje met een knothoogte van 3,5 m. De bomen markeren een oude grens in landgebruik, en tevens mogelijk een eigendomsgrens.
Altenbroek 4 (Voeren)
Sterk verbouwd kasteel, gelegen in een fraai park met zes vijvers en drie bronnen, en door een dreef met de weg verbonden.
Ottegraeven 3-7 (Voeren)
Het kasteel, alleenstaand, omgracht landhuis, op rechthoekige plattegrond; ligt wat achteruit ten opzichte van de weg en is door een brug over de gracht met de ingang verbonden.
's Gravenvoeren (Voeren)
De kiezeloölietgroeven bevindt zich langs een de holle weg naar Kattenrot, in het Schophemerheidebos. Deze weg vormt de historische verbinding tussen het gehucht Schophem en Kattenroth en Ulvend, over het voormalige heidegebied Schophemerheide. De kiezeloöliet werd samen met vuursteen gebruikt in de wegverharding. De kiezeloöliet is vermoedelijk de oudste verharding. De groeve is overgroeid met bosvegetatie, maar is wel in het reliëf herkenbaar als ontginningsplek.
Krindaal (Voeren)
De rij geknotte en opgaande bomen staat op de grens tussen landbouwpercelen en de weg die in het Broekbos omhoog loopt enerzijds en de voormalige weg ten zuiden van het Broekbos anderzijds. Het betreft twee gewone essen, één zomereik en knothaagbeuken. De bomen worden begeleid door geschoren veekeringshagen van meidoorn met bijmenging van hulst en sleedoorn. De omvangrijke knotbomen hebben mooie representatieve groeivormen. Deze perceelgrensbeplantingen zijn op de Kabinetskaart van de Ferraris als lijnvormige beplanting ingetekend. De Poppkaart toont deze perceelsgrens duidelijk. Op de 20ste-eeuwse kaart van 1904 en later staat de perceelsrandbeplanting duidelijk gekarteerd.
Sint-Martens-Voeren (Voeren)
De gemengde knotbomenrij staat op de oever langs de Veursbeek, palend aan een weiland. De knotelzen hebben een omtrek tot bijna twee meter en een knothoogte van 1,8 m. De schietwilgen hebben een omtrek van meer dan 3 m. Op de Kabinetskaart van de Ferraris en op alle 19de- en 20ste-eeuwse kaarten staat er een beekbelegeidende beplanting ingetekend langs de Veursbeek. De beek is omringd met graslanden.
Komberg (Voeren)
De knotbomenrij staat op de perceelsgrens van een grasland. Deze bestaat uit veldesdoornen, met een omtrek tot 240 cm en een knothoogte van 2 m. Gewone hazelaar staat ook in deze perceelsrand, evenals knotbomen van gewone es.
Lammerweg (Voeren)
De knotbomenrij bestaat uit vier geknotte essen. Deze perceelsrandbeplanting staat vanaf de kaart van 1873 ononderbroken ingetekend op de topografische kaarten. De aanpalende percelen zijn hoogstamboomgaarden of weilanden palend aan de Voer en de molenloop.
Krindaal (Voeren)
De rij geknotte essen staat op de perceelsgrens van twee weilanden. De omvangrijke knotbomen hebben mooie representatieve groeivormen. Deze perceelgrensbeplantingen zijn op de Kabinetskaart van de Ferraris als lijnvormige beplanting ingetekend. De Poppkaart toont deze perceelsgrens duidelijk. Op de 20ste-eeuwse kaart van 1904 en later staat de perceelsrandbeplanting duidelijk gekarteerd.
's Gravenvoeren (Voeren)
De geknotte eik staat op een talud tussen graslanden. De omvangrijke eik heeft een omtrek van 437 cm en is hoog geknot op ongeveer 9 m.
Krindaal (Voeren)
De mooi ontwikkelde knotels in het weiland is een beeldbepalend object, gelegen bij de kruising van de Veurs met de weg Krindaal.
Moleke, Mulleke (Voeren)
De zware knotes staat op de perceelsgrens van graslanden.
Jolette (Voeren)
De geknotte es staat op de perceelsgrens van weilanden. De es heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object. De boom werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het vastleggen va de kadastrale perceelsgrens. Een andere functie van het knotbeheer was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het knotbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden geknot.
Kwinten (Voeren)
De omvangrijke knotes is aangeplant als hoekboom, op de grens van enkele beboste percelen in de vallei van de Veurs. De boom wordt gebruikt als hoogzit en heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object.
Moleke (Voeren)
De knotes staat op de perceelshoek van een weiland en de Kruisgraef. De geknotte gewone es is één van de dikste in de regio. De knotes werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het markeren van een kadastrale perceelsgrens. Een andere functie van de knotboom was het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering. Het hakhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt of geknot.
Meulenberg, Schophemmerhei (Voeren)
De geknotte gewone es is aangeplant als hoekboom bij een weiland. De es heeft een stamomtrek van 3,45 meter, en is een voorbeeld van een behaalde beheersvorm uit het verleden waarbij beplantingen werden geknot.
Kwinten (Voeren)
De knotes met boomkapel staat ten zuiden van de weg Kwinten. In de onmiddellijke omgeving van de boom komen twee paden bij de weg Kwinten, die richting de vallei van de Voer lopen.
Komberg (Voeren)
De geknotte haagbeuk staat op een talud tussen twee weilanden, op een perceelsgrens. De omvangrijke knotboom heeft een omtrek van bijna 3 m en heeft een representatieve groeivorm.
Kwinten (Voeren)
De knotbomen van haagbeuk staan langs een relict van een holle weg die reeds was ingetekend op de kaart van Villaret. De 19de- en 20ste-eeuwse kaarten tonen eveneens het tracé van deze verlaten weg. De westelijke knotboom heeft een omtrek van 262 cm.
Ulvend (Voeren)
De knotwilg met een omtrek van 383 cm en een knothoogte van 2.5 m staat op de perceelsgrens van een grasland bij de Ulvendkerkberg.
Grijzegraaf (Voeren)
De oude knotwilg staat op de perceelsgrens van een grasland langs de weg. De omvangrijke boom, met een omtrek van bijna vijf meter, is een van de dikste van de regio. De schietwilg heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object.
Grijzegraaf (Voeren)
De oude knotwilg staat op de perceelsgrens langs de weg. De omvangrijke boom, met een omtrek van 439 cm, is een van de dikste van de regio. De kraakwilg heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object.
Mennekesput (Voeren)
De knotwinterlinde staat in een houtkant langs het tracé van een oude holle weg ten zuiden van 's Gravenvoeren. De geknotte linde heeft een omtrek van meer dan drie meter. In de onmiddellijke omgeving staat nog een geknotte linde.
Mennekesput (Voeren)
De knotlinde staat in de buurt van het tracé van een oude holle weg ten zuiden van 's Gravenvoeren. In de onmiddellijke omgeving staat nog een geknotte linde.
Altenbroek 3 (Voeren)
Voormalige koetsierswoning van het kasteel Altembroek, daarna bewoond door de jachtwachter.
Altenbroek (Voeren)
De krijtgroeve van Altenbroek bevindt zich aan de noordzijde van de toegangsweg naar het kasteeldomein van Altenbroek. Deze weg had tevens een functie in het ontsluiten van de groeve. De groeve is deels overgroeid met bosvegetatie, de steile wand is vrij van beplanting en maakt dat de groeve goed herkenbaar in het landschap. Krijt werd gebruikt in de landbouw om de akkers en weilanden te mergelen, ze vruchtbaarder te maken. De groeve werd in 1815 aangelegd door Leonard de Schiervel, die tevens het kasteel Altenbroek verbouwde.
's Gravenvoeren (Voeren)
De krijtgroeven komen op verschillende plaatsen in 's Gravenvoeren voor. De groeven liggen voornamelijk in de omgeving van wegen. De groeve aan de Koetsweg is overgroeid met bosvegetatie maar is wel in het reliëf herkenbaar als ontginningsplek. De onderbegroeiing bestaat uit marjolein, kleine pimpernel, karwijsalie en smalle weegbree. De groeve aan Vitschen ligt op een zeer steile helling. Het huidige bodemgebruik is wastine. Krijt werd gebruikt in de landbouw om de akkers en weilanden te mergelen, ze vruchtbaarder te maken.
Sint-Martens-Voeren (Voeren)
De krijtgroeven komen op verschillende plaatsen in Sint-Martens-Voeren voor, onder ander aan de zuidelijke rand van het bos van Schophemerheide en het Broekbos. Ook aan de weg naar Ulvend en in het bos bovenaan de helling in Ulvend komen krijtgroeven voor. De groeven liggen voornamelijk in de omgeving van wegen of voormalige wegen. Ze zijn overgroeid met bosvegetatie, maar zijn wel in het reliëf herkenbaar als ontginningsplek. Krijt werd gebruikt in de landbouw om de akkers en weilanden te mergelen, ze vruchtbaarder te maken.
Mennekesput (Voeren)
Het kruis in de bocht van de weg werd hier in 1900 geplaatst door pastoor Kallen ter vervanging van een vervallen, houten kruis.
Moleke (Voeren)
Houten kruis met beschilderd gietijzeren Christusbeeld.
's Gravenvoeren (Voeren)
De Kruisgraaf is een diep ingesneden groeve. De vertakte, beboste Kruisgraef is noord-zuid georiënteerd. Het substraat bestaat uit gesteenten uit het Krijt. Bodemkundig bestaat de Kruisgraef uit lemige bodems zonder profielontwikkeling. De lemige gronden rond de Kruisgraef hebben wel een textuur of structuurhorizont. De Kruisgraef is oorspronkelijk een krijtgroeve. De groeve is loodrecht op de vallei georiënteerd. De exploitatie ervan gebeurde via een ontsluitingsweg loodrecht op de parallelweg aan de Voer. In de ravijn komt een zeer grote dassenburcht voor met een lengte van 150 m en 46 uitgangen (1985). De Kruisgraef is een eiken-haagbeukenbos en is beplant met hakhout en opgaande bomen van gewone es, fijnsparren en opgaande populieren. Er komt ook veldolm, hazelaar en meidoorn voor.
's Gravenvoeren (Voeren)
Van bij de Kapel Tricherbeeldje slingert een aardeweg zich verder het plateau op. De weg loopt tussen oude en nieuwe boomgaarden en biedt een weids zicht op het dorp in de vallei. Deze weg startte oorspronkelijk bij de 'Chapelle de Maestricht' en vormt de historische verbinding tussen 's-Gravenvoeren en het dorp Sint-Geertruid in Nederland. Langs deze weg waren ook de noordelijk gelegen landbouwgronden op de helling bereikbaar vanuit het dorp.
's Gravenvoeren (Voeren)
Bij een kruispunt van landwegen gemarkeerd door een opgaande es, slingert een holle weg zich het plateau op. De aardeweg loopt tussen akkers, weilanden en boomgaarden met oude meidoornhagen en essenhakhout op de taluds. Halverwege passeert de weg een tweede kruispunt met wegkruis. Op het plateau is de weg minder sterk ingesneden en zijn er open zichten op de vallei en de omliggende akkerpercelen.
Schophem 81 (Voeren)
Sterk gewijzigde hoeve, mogelijk met oude kern, doch huidig uitzicht uit de 19de eeuw.
Kwinten (Voeren)
De lindenhakhoutstoof bevindt zich in het Broekbos. De zeer omvangrijke oude hakhoutstoof met een omtrek van 1260 cm is vermoedelijk de oudste en zwaarste hakhoutstoof van winterlinde in Vlaanderen. Ze is tevens een genenreservoir.
Greb (Voeren)
De lork staat op een kruispunt van halfverharde holle wegen. Aan de boom is een houten kruis bevestigd.
Kinkenberg (Voeren)
Het middelhoutbos bevindt zich op een talud tussen twee graslanden. Door het gemengde bos loopt een pad. De soortensamenstelling bestaat uit zomereik in de bomenetage, gewone es in de bomenetage en als hakhout en olm, zoete kers, gewone robinia en gewone esdoorn in de hakhoutetage. Het middelhout werd aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout. Het middelhoutbeheer is een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij een deel van de beplantingen als overstaander werden bewaard en andere periodiek als hakhout werden gekapt.
Meulenberg (Voeren)
De voormalige molenloop verbindt de watermolen met de Voerbeek. Het tracé van de molenloop wordt door het voorkomen van houtkanten en knotbomen geaccentueerd. De molenloop werd ten westen van het gehucht Schophem afgetakt van de Voer. De bypass volgt de Voerbeek gedurende een lange tijd parallel net ten noorden ervan. Ter hoogte van het gehucht Meulenberg loopt de molenloop aan de voet van de valleihelling alvorens af te buigen naar de watermolen en kort daarna naar de Voer. Het tracé is zichtbaar vanaf de kaart van Villaret midden de 18de eeuw.
Meulenberg, Molen (Voeren)
De molenloop verbindt de watermolen van Lhomme met de Voerbeek. Het tracé van de molenloop wordt door het voorkomen van houtkanten en knotbomen geaccentueerd. De molenloop werd ten westen van het gehucht Meulenberg afgetakt van de Voer. De bypass buigt naar het westen af, de Voer volgt ten noorden hiervan een meanderend tracé. Net voorbij de molen van Lhomme komen beide terug samen. Langs de molenloop staan beekbegeleidende beplantingen. De molenloop is in functie van de molen aangelegd. Het tracé is zichtbaar vanaf de Kabinetskaart van Ferraris eind de 18de eeuw en is op alle latere kaarten en luchtfoto's duidelijk zichtbaar. De watermolen dateert uit de tweede helft van de 18de eeuw.
Meulenberg, Vitschen (Voeren)
Vanuit het gehucht Vitschen leidt een weg naar beneden richting de vallei van de Voer. De weg passeert de oude watermolen van Vitschen en gaat vervolgens over in een smalle onverharde weg die opnieuw het plateau opgaat. De weg is hier diep ingesneden tussen taluds met hakhout van es, opgaande robinia en beuk. Op het plateau slingert de weg tussen weilanden met meidoornhagen om aan te sluiten bij de hoofdweg richting Nederland. Deze weg verbond enerzijds het gehucht Vitschen met zijn watermolen aan de Voer. Anderzijds bood de weg ook aansluiting op een handels- en transportroute naar het oosten. In de 19de eeuw werd bij de watermolen een distillerie ingeplant die ook langs deze weg toegankelijk was.
Heuvelke (Voeren)
De witte paardenkastanje op een talud aan een kruising van twee paden is een spijkerboom. Een spijkerboom is een soort fetisjboom. Een deel van de achterzijde van de stam is afgestorven. Op het afgestorven deel werd de boom vernageld (er werden minstens 80 spijkers geteld).
Kerkhofstraat (Voeren)
Kalkzandstenen grafkruis uit 1637 (?) dat in de 19de eeuw hergebruikt werd als ongelukskruis of moordkruis.
Kattenroth (Voeren)
De opgaande beuk is aangeplant op de grens met Nederland. De solitaire boom heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object. Bij de grensboom staan een grenspaal, een wegkruis en een zitbank.
Moleke (Voeren)
De opgaande Canadapopulier is aangeplant in de hoek van een weiland. De boom heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object.
Stationsstraat (Voeren)
De opgaande eik is aangeplant als hoekboom bij enkele agrarische percelen, voor het vastleggen van kadastrale percelen.
's Gravenvoeren (Voeren)
De opgaande zomereik staat in de kadastrale hoek van een weiland. De boom markeert een perceelstoegang tot een achterliggend grasland. De omvangrijke eik heeft een representatieve groeivorm en is beeldbepalend.
Grijzegraaf 27 (Voeren)
De opgaande eiken staan in de kadastrale perceelhoeken van een erf. De hoekbomen hebben mooie representatieve groeivormen en zijn beeldbepalend.
Vitschen (Voeren)
De opgaande es bevindt zich in een beboste strook op de oever van de Noorbeek. De boom begeleidt een zicht vanuit het kasteeldomein in westelijke richting. De boom is om deze specifieke reden op deze plaats aangeplant.
Kerkhofstraat (Voeren)
De opgaande es bevindt zich op het kruispunt van wegen en stond rechtover een smeedijzeren wegkruis. De boom is ingeplant op de spitse hoek van een weiland, rechtover een pad dat zich links en rechts van de boom splitst. De omgevende percelen bestaan ook uit weilanden. De boom met omtrek 272 cm (2011) is een beeldbepalend object en heeft een mooie representatieve groeivorm. De boom is aangeplant bij een drinkbron en vormt een eenheid met het wegkruis. De boom is tevens een hoekboom, aangeplant voor het vastleggen van de kadastrale percelen.
Greb (Voeren)
De opgaande gewone es heeft een stamomtrek van meer dan 300 cm. De boom werd aangeplant bij een kruispunt van wegen. De beeldbepalende es heeft een mooie representatieve groeivorm.
Kinkenberg (Voeren)
De opgaande gewone es staat op de zuidelijke perceelsgrens van een weiland, bij de halfverharde weg 'Kinkenberg'. De es heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object. De boom biedt schaduw aan de drinkpoel en het vee.
Altenbroek (Voeren)
De opgaande esdoorn met bonte bladeren staat in een bomengroep aan de rand van een poel. De bomengroep en poel bevinden zich aan de rand van een weiland, palend aan een holle weg en gelegen in de omgeving van het kasteel Altenbroek. Deze grote boom, met een omtrek van 2,26 meter, bevindt zich ten zuiden van het kasteel Altenbroek, en maakt vermoedelijk deel uit van de landschappelijke parkaanleg in de omgeving van het domein. Het betreft een bijzondere soort die typerend is voor parkbeplantingen. In de parkaanleg wordt deze soort gebruikt omwille van zijn kleurschakeringen. Hier is hij ook aangeplant in functie van het voorkomen van erosie van de poeloever.
Altenbroek (Voeren)
De opgaande esdoorn met bonte bladeren staat in een bomengroep aan de rand van een poel. De bomengroep en poel bevinden zich aan de rand van een weiland, palend aan een holle weg en gelegen in de omgeving van het kasteel Altenbroek. Deze grote boom, met een omtrek van 2,58 meter, bevindt zich ten zuiden van het kasteel Altenbroek, en maakt vermoedelijk deel uit van de landschappelijke parkaanleg in de omgeving van het domein. Het betreft een bijzondere soort die typerend is voor parkbeplantingen. In de parkaanleg wordt deze soort gebruikt omwille van zijn kleurschakeringen. Hier is hij ook aangeplant in functie van het voorkomen van erosie van de poeloever.
Altenbroek (Voeren)
De opgaande esdoorn met bonte bladeren staat in een bomengroep aan de rand van een poel. De bomengroep en poel bevinden zich aan de rand van een weiland, palend aan een weg en gelegen in de omgeving van het kasteel Altenbroek. Deze boom bevindt zich ten zuiden van het kasteel Altenbroek, en maakt vermoedelijk deel uit van de landschappelijke parkaanleg in de omgeving van het domein. Het betreft een bijzondere soort die typerend is voor parkbeplantingen. In de parkaanleg wordt deze soort gebruikt omwille van zijn kleurschakeringen. Hier is hij ook aangeplant in functie van het voorkomen van erosie van de poeloever.
Altenbroek (Voeren)
De opgaande esdoorn met bonte bladeren staat in een bomengroep aan de rand van een poel. De bomengroep en poel bevinden zich aan de rand van een weiland, palend aan een weg en gelegen in de omgeving van het kasteel Altenbroek. Deze boom met een omtrek van bijna drie meter bevindt zich ten zuiden van het kasteel Altenbroek, en maakt vermoedelijk deel uit van de landschappelijke parkaanleg in de omgeving van het domein. Het betreft een bijzondere soort die typerend is voor parkbeplantingen. In de parkaanleg wordt deze soort gebruikt omwille van zijn kleurschakeringen. Hier is hij ook aangeplant in functie van het voorkomen van erosie van de poeloever.
's Gravenvoeren (Voeren)
De rij opgaande essen staat op een talud op de perceelsgrens tussen landbouwpercelen. De bomenrij vormt een historische eenheid met een landschappelijke structuur, namelijk een talud.
's Gravenvoeren (Voeren)
De opgaande zomerlinde (Tilia platyphyllos) staat in de hoek van een akkerland ingeplant. De markante solitaire boom staat op een talud bij een kruispunt van wegen. De boom staat op de grens tussen 's Gravenvoeren en Libeek.
Moleke (Voeren)
De opgaande Hollandse linde staat op een kruispunt van wegen. Het wegkruis staat aan de overkant van de weg. De boom heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object.
Kwinten (Voeren)
De mooie opgaande linde recht over de kerk van Sint-Martens-Voeren heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object. Mogelijk is het een herdenkingsboom.
's Gravenvoeren (Voeren)
De opgaande veldolm staat in een houtkant op de perceelsgrens van een grasland en een bos. De houtkant bestaat uit opgaande zomereiken, hakhoutstoven van gewone es, zware opgaande veldiepen, sleedoorn, robinia, hazelaar. De opgaande veldolm heeft een omtrek tot 285 cm.
Altenbroek, Vitschen (Voeren)
De opgaande plataan bevindt zich aan de rand van een grasland in de vallei van de Noorbeek. De boom begeleidt een zicht vanuit het Kasteel Altenbroek in westelijke richting. Hij is dus om deze specifieke reden op deze plaats aangeplant.
Altenbroek (Voeren)
De opgaande gewone plataan met bonte bladeren staat in een bomengroep aan de rand van een poel. De bomengroep en poel bevinden zich aan de rand van een weiland, palend aan een holle weg en gelegen in de omgeving van het kasteel Altenbroek. Deze grote boom, met een omtrek van 3,67 meter, bevindt zich ten zuiden van het kasteel Altenbroek, en maakt vermoedelijk deel uit van de landschappelijke parkaanleg in de omgeving van het domein. Het betreft een bijzondere soort die typerend is voor parkbeplantingen. In de parkaanleg wordt deze soort gebruikt omwille van zijn kleurschakeringen. Hier is hij ook aangeplant in functie van het voorkomen van erosie van de poeloever.
Altenbroek (Voeren)
De opgaande gewone plataan met bonte bladeren staat in een bomengroep aan de rand van een poel. De bomengroep en poel bevinden zich aan de rand van een weiland, palend aan een holle weg en gelegen in de omgeving van het kasteel Altenbroek. Deze grote boom, met een omtrek van bijna vier meter, bevindt zich ten zuiden van het kasteel Altenbroek, en maakt vermoedelijk deel uit van de landschappelijke parkaanleg in de omgeving van het domein. Het betreft een bijzondere soort die typerend is voor parkbeplantingen. In de parkaanleg wordt deze soort gebruikt omwille van zijn kleurschakeringen. Hier is hij ook aangeplant in functie van het voorkomen van erosie van de poeloever.
Kwinten (Voeren)
De opgaande schietwilg staat op de hoek van twee kadastrale percelen, ter hoogte van een pad door het Broekbos, richting de Veurs. De boom heeft een grote omvang.
Greb (Voeren)
De opgaande tamme kastanje staat op een kruispunt van wegen. In de boom is een houten boomkruis bevestigd.
Schophemmerhei (Voeren)
De opgaande winterlinde staat aan de rand van een houtkant langs een weg die de zuidrand van de Noorbeekvallei volgt. Deze enorme boom, met een omtrek van bijna 3,5 meter, heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object. Hij staat bij een poel die zich bovenaan een weiland bevindt. De boom bevindt zich ten zuiden van het kasteel Altenbroek, en maakt vermoedelijk deel uit van de landschappelijke parkaanleg in de omgeving van het domein.
Snauwenberg (Voeren)
De oude opgaande winterlinde staat samen met een opgaande zomereik in een weiland bij de hoeve Snauwenberg. De linde heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object. Het is vermoedelijk een van de oudste linden in de regio en een zuivere vertegenwoordiger van zijn soort.
Altenbroek (Voeren)
De opgaande witte paardenkastanje staat in een bomengroep aan de rand van een poel. De bomengroep en poel bevinden zich aan de rand van een weiland, palend aan een holle weg en gelegen in de omgeving van het kasteel Altenbroek. Deze grote boom, met een omtrek van dik twee meter, bevindt zich ten zuiden van het kasteel Altenbroek, en maakt vermoedelijk deel uit van de landschappelijke parkaanleg in de omgeving van het domein. Het betreft een bijzondere soort die typerend is voor parkbeplantingen. In de parkaanleg wordt deze soort gebruikt omwille van zijn kleurschakeringen. Hier is hij ook aangeplant in functie van het voorkomen van erosie van de poeloever.
Altenbroek (Voeren)
De witte paardenkastanje staat in een bomengroep aan de rand van een poel. De bomengroep en poel bevinden zich aan de rand van een weiland, palend aan een weg en gelegen in de omgeving van het kasteel Altenbroek. Deze boom met een omtrek van 3,67 meter bevindt zich ten zuiden van het kasteel Altenbroek, en maakt vermoedelijk deel uit van de landschappelijke parkaanleg in de omgeving van het domein. Het betreft een bijzondere soort die typerend is voor parkbeplantingen. In de parkaanleg wordt deze soort gebruikt omwille van zijn kleurschakeringen. Hier is hij ook aangeplant in functie van het voorkomen van erosie van de poeloever.
Altenbroek (Voeren)
De witte paardenkastanje staat in een bomengroep aan de rand van een poel. De bomengroep en poel bevinden zich aan de rand van een weiland, palend aan een weg en gelegen in de omgeving van het kasteel Altenbroek. Deze boom met een omtrek van 3,67 meter bevindt zich ten zuiden van het kasteel Altenbroek, en maakt vermoedelijk deel uit van de landschappelijke parkaanleg in de omgeving van het domein. Het betreft een bijzondere soort die typerend is voor parkbeplantingen. In de parkaanleg wordt deze soort gebruikt omwille van zijn kleurschakeringen. Hier is hij ook aangeplant in functie van het voorkomen van erosie van de poeloever.
Greb (Voeren)
De opgaande zomereik staat op de perceelsgrens van een weiland, palend aan een wandelpad. De beeldbepalende boom heeft een mooie representatieve groeivorm en markeert de perceelsgrens.
Snauwenberg (Voeren)
De opgaande zomereik staat samen met een oude opgaande winterlinde in een weiland bij de hoeve Snauwenberg. De zomereik met een omtrek van 2,87 meter heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object.
Vitschen (Voeren)
De opgaande zomerlinde bevindt zich in een beboste strook op de rechter oever van de Noorbeek. De boom staat aan de rand van het bosje en begeleidt een zicht vanuit het Kasteel Altenbroek in westelijke richting. De boom is om deze specifieke reden op deze plaats aangeplant.
Altenbroek (Voeren)
De opgaande zomerlinde staat in een bomengroep aan de rand van een poel. De bomengroep en poel bevinden zich aan de rand van een weiland, palend aan een weg en gelegen in de omgeving van het kasteel Altenbroek. Deze boom bevindt zich ten zuiden van het kasteel Altenbroek, en maakt vermoedelijk deel uit van de landschappelijke parkaanleg in de omgeving van het domein. Hier is hij ook aangeplant in functie van het voorkomen van erosie van de poeloever.
Altenbroek (Voeren)
De opgaande zomerlinde staat in een bomengroep aan de rand van een poel. De bomengroep en poel bevinden zich aan de rand van een weiland, palend aan een weg en gelegen in de omgeving van het kasteel Altenbroek. Deze boom met een omtrek van bijna drie meter, bevindt zich ten zuiden van het kasteel Altenbroek, en maakt vermoedelijk deel uit van de landschappelijke parkaanleg in de omgeving van het domein. Hier is hij ook aangeplant in functie van het voorkomen van erosie van de poeloever.
Komberg (Voeren)
Parallel met de holle weg loopt vanuit het dorp een tweede onverharde weg in het verlengde van de straat Komberg de gelijknamige berg op. De voetweg slingert tussen weilanden met meidoornhagen steil naar boven en passeert langs de bosrand. De weg liep oorspronkelijk door naar de ontginning Kattenrot en sloot aan op de weg naar Ulvend. Deze weg vormt een van de twee verbindingswegen tussen Sint-Martens-Voeren en de noordelijk gelegen landbouwgronden die langs het bos van Komberg liepen.
's Gravenvoeren (Voeren)
Van bij een driehoekig graspleintje met opgaande kastanje en boomkruis loopt een onverharde wegel westwaarts. Ter hoogte van het Kruis van de Dries is de weg met betonplaten verhard en slingert verder langs de valleirand richting Nederland. De weg is deels ingesneden met hogere bermen en loopt tussen open akkers, weilanden met knotessen en boomgaarden met meidoornhagen. Vanop de weg zijn mooie zichten op de vallei van de Voer. Deze weg vormt de historische verbindingsweg tussen Maastricht en 's-Gravenvoeren en volgt de minder steile en dus goed begaanbare valleirand.
's Gravenvoeren (Voeren)
Van in Mennekesput leidt een weg van betonplaten oostwaarts. Het eerste deel van de weg heeft een sterk ingesneden profiel en loopt tussen hoge bermen met houtkanten. De weg slingert vervolgens tussen weilanden en uitgestrekte akkers en eindigt bij de Steenboskapel. Deze landbouwweg vormt de historische rechtstreekse verbinding tussen het kruispunt van wegen bij de Sint-Annakapel en een twee wegenknooppunt ter hoogte van de Steenboskapel. De weg loopt daarenboven parallel met de hoofdbaan van 's-Gravenvoeren naar Schophem en vormt zo een kortere alternatieve route dwars door de akkers.
's Gravenvoeren (Voeren)
De rij zeer omvangrijke geknotte essen staat op een talud op de perceelgrens tussen een grasland en een bos met fijnspar. De zes knotbomen hebben een omtrek tot 486 cm aan de bovenzijde van het talud gemeten. De knothoogte (aan de bovenzijde van het talud gemeten) bedraagt zes meter.
's Gravenvoeren (Voeren)
De Roetsgraaf is een stelsel van diep ingesneden groeven. De groeven zijn loodrecht op de holle weg georiënteerd. De exploitatie van de ontginning gebeurde via deze weg. Deze weg vormt de historische verbinding tussen het dorp en de hoger gelegen landbouwgronden op de noordelijke helling. De Roetsgraaf is beplant met onder andere robinia, hakhout van hazelaar en hakhout van gewone es, met een omtrek tot 468 cm. De kruidlaag bestaat onder andere uit boskortsteel, bosanemoon, kraailook, boszegge, bosbingelkruid, bosviooltje en bleeksporig viooltje. De soortensamenstelling van de onderlaag en de omvang van het hakhout doet vermoeden dat deze situatie al meer dan 100 jaar bestaat.
Sint-Martens-Voeren (Voeren)
De verlaten silexgroeven komen op verschillende plaatsen op de bovenste helft van de helling van het Broekbos voor. De groeven liggen voornamelijk in de omgeving van wegen. Ze zijn overgroeid met bosvegetatie, maar zijn wel in het reliëf herkenbaar als ontginningsplek. Silex werd gebruikt in de woning- en wegenbouw.
's Gravenvoeren (Voeren)
De verlaten silexgroeven komen op verschillende plaatsen op de helling van Schophemerheide voor. De groeven liggen voornamelijk in de omgeving van wegen. Ze zijn overgroeid met bosvegetatie, maar zijn wel in het reliëf herkenbaar als ontginningsplek. Silex werd gebruikt in de woning- en wegenbouw.
Koetsweg (Voeren)
Smeedijzeren wegkruis gelegen in de berm van de weg tegen de afsluiting van een weiland. Het kruis vervangt een zandstenen ongelukskruis van circa 1600 op dezelfde locatie.
Schophem (Voeren)
Smeedijzeren wegkruis van het type "Goessens" uit begin 20ste eeuw gelegen op de hoek van Schophem en Schietkamer.
Mennekesput (Voeren)
Smeedijzeren zwart geschilderd kruis met zilver geschilderde gietijzeren Christus, gelegen op het einde van een holle weg in de berm.
Schophem (Voeren)
Smeedijzeren wegkruis van het type "Goessens" uit begin 20ste eeuw gelegen in een zijweg in het gehucht Schophem op een kruispunt van veldwegen.
Schophem (Voeren)
Hardstenen sokkel van een thans verdwenen kruisbeeld.
Steenbos 1 (Voeren)
Kleine, rechthoekige kapel van twee traveeën, de koortravee iets hoger dan die van het schip, onder zadeldak met klokkeruitertje.
's Gravenvoeren (Voeren)
Van op de weg die naar Schophemerheide leidt, loopt een onverharde weg richting het Kasteel Altenbroek. De weg is deels ingesneden in het plateau en loopt tussen taluds met houtkanten tot aan het kasteel waar de weg aansluit op de hoofdtoegangsweg. Deze tweede toegangsweg tot het kasteel is al aanwezig op de Vandermaelenkaart en zorgde toen ook voor een verbinding met de uitgestrekte heide bij Schophem.
Kwinten (Voeren)
De twee hoge knotessen staan op de perceelsgrens van twee graslanden. De knotbomen hebben mooie representatieve groeivormen. Deze perceelgrensbeplanting is een relict van lijnvormige perceelsrandbeplantingen rond graslanden en hoogstamboomgaarden in de Veursvallei. De Poppkaart toont deze perceelsgrens. Op de 19de en 20ste eeuwse kaarten staat de perceelsrandbeplanting duidelijk gekarteerd.
Komberg (Voeren)
De twee mispels zijn heesters die voorkomen uit een relict van een veekeringshaag op de perceelsgrens van een weiland, palend aan het bos.
's Gravenvoeren (Voeren)
De twee op enen stam gezette meidoornen staan op een talud op de perceelgrens tussen graslanden. De twee bomen van meidoorn hebben een omvangrijke stam.
Greb (Voeren)
De twee opgaande zomereiken staan op een talud tussen weilanden. De zwaarste eik heeft een omtrek van 384 cm, de andere boom heeft een omtrek van 342 cm. De beeldbepalende bomen hebben een mooie representatieve groeivorm. Ze zijn aangeplant met een welbepaalde functie, namelijk het voorkomen van erosie en het vastleggen van het steile talud. Een andere functie is het gebruik van het hout als brand-, ambachts-, bouw- of geriefhout en loofvoedering.
Vitschen 52 (Voeren)
Kleine hoeve, niet meer in bedrijf, met huidig uitzicht grosso modo uit eind 19de, begin 20ste eeuw, doch oudere kern.
's Gravenvoeren, Sint-Martens-Voeren (Voeren)
Er bevinden zich op verschillende plaatsen in de Voervallei uitgebrikte gronden. Op de linkeroever van de Voervallei ter hoogte van Meulenberg bevindt zich een grasland met een zeer steile noord gerichte helling met een opvallend microreliëf van kleine parallelle taluds. Net stroomopwaarts van de watermolen Janssen bevindt zich een ander uitgebrikt weiland.
Altenbroek (Voeren)
De geschoren meidoornhaag is aangeplant als veekering op de perceelsgrens bij een weiland. De haag bevat sporen van oud vlechtwerk. Hierbij worden gesteltakken zijdelings in de haag geleid om gaten te dichten. Het oude vlechtwerk heeft een mooie representatieve groeivorm en is het resultaat van kunstsnoeivorm.
's Gravenvoeren (Voeren)
De veekeringen van meidoorn staan op vele plaatsen in 's Gravenvoeren. De geschoren hagen staan meestal op de perceelsgrens van weilanden. De functie van de weerhagen is het vee op de weide te houden.
Oude Linde (Voeren)
Een onverharde weg verbindt de kapel en het kruispunt van zes landwegen, genaamd Oude Linde, met de hoofdweg naar het dorp. De aardeweg kruist de Beek ter hoogte van een indrukwekkende knotwilg en loopt vervolgens tussen weilanden en oude boomgaarden met meidoornhagen en opgaande es.
Komberg (Voeren)
De vier geknotte haagbeuken staan op een perceelsgrens op het talud van de weg Komberg. De zuidelijke knotboom heeft een omtrek van 314 cm (gemeten op 80 cm hoogte). Enkele oude gesteltakken zijn zijwaarts geleid. De meer noordelijk gelegen knotbomen hebben een omtrek van 260 cm en 208 cm (gemeten op 150 cm) met een knothoogte van 3 m.
Meulenberg 11 (Voeren)
Merkwaardig bakstenen gebouw, op een gevelsteen gedateerd ANNO 1907.
Meulenberg, Schophem (Voeren)
Van bij het kruispunt aan de watermolen van Vitschen loopt langs de Villa Frésar een aarden wegel tussen weilanden richting de Voer. Via een voetgangersbrugje steekt het pad de Voer over en volgt de beek langs tuinpercelen van het gehucht Ketten. De weg doorkruist hier de bedding van de Voer en is een historisch wad. Het pad steekt nogmaals de Voer over en blijft evenwijdig lopen met de beek. De weg volgt de bosrand van Schophemerheide en komt uit in het gehucht Shophem bij een gesloten hoeve waarna het pad verderloopt richting de Voer. Ten oosten van Schophem is er een wad, waarbij het wegtracé de Voerbedding enkele tientallen meters kruist.
's Gravenvoeren (Voeren)
Het plateau ten noorden van 's-Gravenvoeren wordt doorsneden door een netwerk aan grotendeels onverharde veldwegen. Bij een landweg splitst een voetweg zich af en loopt verder op het plateau tussen meidoornhagen en akkerpercelen. De aardeweg leidt uiteindelijk naar het Hoogbos en sluit er aan op een aantal bospaden. Ter hoogte van het Hoogbos krijgt de weg een sterk geprofileerd karakter en loopt tussen taluds met gemengde houtkanten met onder andere populier en robinia. Deze weg zorgde mee voor de historische verbinding tussen het dorp en de meest noordelijke akkers en het Hoogbos.
Sint-Martens-Voeren (Voeren)
Voorbij de Kolebron in het gehucht Kwinten splitst de onverharde weg in twee. Een smalle voetweg loopt parallel met de Veurs en langs de plateaurand naar het zuidoosten. De aardeweg is licht ingesneden en slingert tussen weilanden met meidoornhagen en opgaande essen. De voetweg eindigt bij het Broekbos maar liep oorspronkelijk door naar het gehucht Krindaal. Deze weg vormde de historische verbinding tussen beide gehuchten en volgde daarbij de rand van de beekvallei.
Meulenberg 4-8 (Voeren)
Aan de straat, aaneenschakeling van gebouwen uit verschillende perioden. Kern uit midden 18de eeuw.
Mulleke 1 (Voeren)
De oude kern wordt aangeduid door de bewaarde erk (molensluis) - steen met de datering 1746.
's Gravenvoeren (Voeren)
Van op de Berneauweg tussen Voeren en Berneau leidt een onverharde weg naar de Kapel Oude Linde gemarkeerd door drie opgaande eiken. De weg volgt de vallei van de Beek en loopt tussen weilanden met meidoornhagen enerzijds en een hoog talud met gemengde houtkant anderzijds. Deze weg maakt deel uit van het historisch wegennetwerk en vormde een alternatieve en kortere route van 's-Gravenvoeren naar Berneau waarbij de beekvallei werd gevolgd en de drukke hoofdwegen vermeden werden.
Kattenroth, Schophemmerhei (Voeren)
In het gehucht Vitschen splitst de weg zich ter hoogte van een gietijzeren kraan in twee. De weg Schophemmerhei loopt oostwaarts het plateau op en is hier zeer sterk ingesneden. De holle weg loopt tussen taluds met gemengde houtkanten en opgaande eik en es. Op het plateau biedt de weg open zichten op de omliggende weilanden en de historische ontginning Schophemerheide. De weg loopt verder tussen bospercelen naar het oosten richting Kattenrot en volgt dan de grens met Nederland om tenslotte te eindigen bij Ulvend. Deze deels holle weg vormt de historische verbinding tussen Vitschen en de heideontginning in de 'Bruyere de Choppem'. De weg bood ook verder aansluiting naar het oosten en vormde een belangrijke transportroute. Op de huidige topografische kaart wordt deze weg ook aangeduid als 'heerbaan' als verwijzing naar een belangrijke verbindingsweg.
Steenbos (Voeren)
In het verlengde van de weg naar het gehucht Ketten loopt aan de overzijde van de hoofdbaan s'-Gravenvoeren - Sint-Martens-Voeren ter hoogte van een wegkruis een onverharde wegel verder het plateau op. Deze aardeweg passeert de Steenboskapel en een eenzaam wegkruis en loopt verder naar het Lynotkruis aan de spoorwegberm. De veldweg passeert tussen de uitgestrekte akkers op het plateau en biedt open zichten rondom en op de kapel en de wegkruisen. Deze weg vormt de historische verbinding tussen het gehucht Ketten in de Voervallei en de zuidelijk gelegen landbouwgronden op het plateau. De weg liep oorspronkelijk nog verder door naar het zuiden tot in Warsage.
Oude Linde (Voeren)
IJzeren wegkruis op een kruispunt waar verschillende veldwegen samenkomen, genaamd "Oude Linde".
's Gravenvoeren (Voeren)
Aan de rand van de beweide hoogstamboomgaard langs de Kinkenberg ligt een weidepoel. Weidepoelen zijn zeldzaam in 's Gravenvoeren, waar vooral met een systeem met betonnen drinkbakken wordt gewerkt wegens een gebrek aan waterpunten of bronnen.
Schophemmerhei 3 (Voeren)
Gerestaureerd huis uit de tweede helft van de 19de eeuw.
's Gravenvoeren (Voeren)
De Wynantsgrebbe is een diep ingesneden droge ravijn of delle. De vertakte, beboste grebbe is noord-zuid georiënteerd. Het substraat bestaat uit gesteenten uit het Krijt. De bodem in de Kruisgraef zijn lemige bodems zonder profielontwikkeling. De lemige gronden rond de Kruisgraef hebben wel een textuur of structuurhorizont. De Wynantsgrebbe is oorspronkelijk een krijtgroeve. De groeve is loodrecht op de hoogtelijnen van de vallei georiënteerd. De exploitatie ervan gebeurde via een ontsluitingsweg loodrecht op de holle weg naar een wegkruis. Deze ontsluitingsweg is samen met de groeve op de topografische kaart van 1873 ingetekend en op alle volgende kaarten, tot 1999, zichtbaar.
's Gravenvoeren, Remersdaal, Sint-Martens-Voeren, Sint-Pieters-Voeren, Teuven (Voeren)
Het gebied strekt zich uit over het grootste deel van de deelgemeenten ‘s-Gravenvoeren, Sint-Martens-Voeren en Sint-Pieters-Voeren en omvat de dorpskernen van deze gemeentes. De diep ingesneden Voer loopt centraal door het gebied en aan weerszijden strekt zich een agrarisch landschap uit afgewisseld door bossen. Voeren heeft een zeer hoge concentratie aan holle wegen en graften. Typisch voor het landschap zijn de vele kom- en trechtervormige depressies of dolinen.
's Gravenvoeren, Sint-Martens-Voeren (Voeren)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Altenbroek en Voervallei met omgeving [online], https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/113452 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.